ECLI:NL:RBMID:2012:BY3366
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid Waterschap voor schade door gladheid op trailerhelling
In deze zaak vordert eiser, wonende te Colijnsplaat, dat het Waterschap Scheldestromen aansprakelijk wordt gesteld voor de schade die hij heeft geleden na een val op een trailerhelling. De val vond plaats op 26 juni 2009, toen eiser zijn sloep te water liet via een trailerhelling die in beheer is bij het Waterschap. Eiser glijdt uit op de helling, die is voorzien van stelconplaten, en stelt dat de gladheid veroorzaakt werd door algvorming op deze platen. Hij vordert schadevergoeding, inclusief materiële en immateriële schade, en stelt dat de trailerhelling als gebrekkig moet worden aangemerkt.
De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een gebrekkige opstal. De aanwezigheid van algen op de stelconplaten maakt de helling niet gebrekkig in de zin van artikel 6:174 BW. De rechtbank stelt vast dat eiser onvoldoende heeft onderbouwd dat de gladheid door algengroei een gevaarlijke situatie creëerde die het Waterschap aansprakelijk zou maken. De rechtbank wijst erop dat het een feit van algemene bekendheid is dat algvorming onder water kan leiden tot gladheid, maar dat dit op zichzelf niet voldoende is voor aansprakelijkheid. Eiser had extra oplettendheid moeten betrachten bij het gebruik van de trailerhelling.
De rechtbank concludeert dat de kans op een ongeval door de gladheid niet zo groot was dat het Waterschap maatregelen had moeten nemen. Eiser wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van het Waterschap zijn begroot op € 1.336,00. De vorderingen van eiser worden afgewezen, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.