ECLI:NL:RBMID:2012:BX5599

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
15 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
79527 / HA ZA 11-331
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding vordering tegen SNS Bank N.V. wegens vermeende schending zorgplicht en verrekeningsbevoegdheid

In deze zaak vordert eiseres, wonende te Zierikzee, schadevergoeding van SNS Bank N.V. naar aanleiding van een beslaglegging door de Belastingdienst op gelden die de bank onder zich heeft op een en/of rekening van eiseres. De bank heeft eiseres geïnformeerd dat zij verplicht is de gelden aan de deurwaarder te betalen. Eiseres stelt dat de bank haar zorgplicht heeft geschonden door niet gebruik te maken van haar verrekeningsbevoegdheid, zoals vastgelegd in de Algemene Bankvoorwaarden. Eiseres meent dat als de bank had verrekend met de hypothecaire lening, het beslag geen effect zou hebben gehad.

De rechtbank heeft de vordering van eiseres afgewezen. De rechtbank oordeelt dat SNS Bank N.V. geen schending van de zorgplicht heeft gepleegd. Artikel 25 van de Algemene Bankvoorwaarden geeft de bank een bevoegdheid tot verrekening, maar geen verplichting. De rechtbank concludeert dat SNS niet verplicht was om de verrekeningsbevoegdheid te gebruiken en dat de zorgplicht van de bank niet zo ver strekt dat zij eiseres apart moest informeren over het beslag. De rechtbank wijst de vorderingen van eiseres af en veroordeelt haar in de proceskosten, die aan de zijde van SNS zijn begroot op EUR 3.532,00.

De uitspraak is gedaan op 15 februari 2012 door de Rechtbank Middelburg, in de zaak met rolnummer 79527 / HA ZA 11-331. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gelden op de rekeningen formeel aan zowel eiseres als haar echtgenoot toebehoorden, en dat SNS redelijkerwijs kon aannemen dat eiseres door haar echtgenoot over het beslag geïnformeerd zou worden. De rechtbank concludeert dat SNS haar verplichtingen jegens eiseres niet heeft geschonden en dat de vorderingen van eiseres om die reden worden afgewezen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 79527 / HA ZA 11-331
Vonnis van 15 februari 2012
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Zierikzee, gemeente Schouwen-Duiveland,
eiseres,
advocaat mr. R.A.A. Maat te te Burgh-Haamstede, gemeente Schouwen-Duiveland,
tegen
de naamloze vennootschap
SNS BANK N.V.,
gevestigd te Utrecht,
gedaagde,
advocaat mr. M. Ris te Utrecht.
Partijen zullen hierna [eiseres] en SNS genoemd worden.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 28 september 2011
- het proces-verbaal van comparitie van 24 november 2011.
2. De feiten
2.1. [eiseres] en de heer [echtgenoot eiseres] (hierna: “[echtgenoot eiseres]”) zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij zijn woonachtig aan de [adres] te Zierikzee. De woning is eigendom van [eiseres]. Medio 2008 hebben [eiseres] en [echtgenoot eiseres] hun bestaande hypotheekschuld bij BLG Hypotheekbank overgesloten door een nieuwe hypothecaire geldleningsovereenkomst aan te gaan. SNS is rechtsopvolger onder algemene titel van BLG, zodat [eiseres] en [echtgenoot eiseres] thans een hypothecaire geldlening bij SNS hebben.
2.2. [eiseres] en [echtgenoot eiseres] houden twee en/of rekeningen aan bij SNS. [eiseres] en [echtgenoot eiseres] zijn zelfstandig bevoegd ten aanzien van de rekeningen en zij kunnen beiden beschikken over het gehele saldo.
2.3. De contractuele relatie tussen SNS en [eiseres] en [echtgenoot eiseres] wordt mede beheerst door de “Algemene Bankvoorwaarden” van SNS. In artikel 25 van die voorwaarden is het volgende bepaald:
‘De Bank mag altijd hetgeen zij al dan niet opeisbaar of onder voorwaarde van de klant te vorderen heeft, verrekenen met al dan niet opeisbare tegenvorderingen van de klant op de bank, ongeacht de valuta waarin de vorderingen en tegenvorderingen luiden. Als de vordering van de bank op de klant of de tegenvordering van de klant op de bank nog niet opeisbaar is, maakt de bank – als de vordering van de bank en de tegenvordering van de klant in dezelfde valuta luiden – van haar verrekeningsbevoegdheid geen gebruik, tenzij op de tegenvordering beslag wordt gelegd of daarop anderszins verhaal wordt gezocht (…)’
2.4. Op 11 februari 2011 heeft de Belastingdienst executoriaal derdenbeslag onder SNS gelegd ten laste van [echtgenoot eiseres]. Bij brief van 16 februari heeft SNS dit aan [echtgenoot eiseres] medegedeeld. In deze brief heeft SNS eveneens medegedeeld dat zij wettelijk verplicht is om binnen vier weken na de beslaglegging de gelden op de rekeningen van [echtgenoot eiseres] aan de deurwaarder af te geven. Op 10 maart 2011 heeft SNS het door het beslag getroffen saldo van de onder 2.2. genoemde en/of rekeningen ad EUR 50.771,11 aan de deurwaarder overgemaakt.
3. Het geschil
3.1. [eiseres] vordert samengevat - veroordeling van SNS tot betaling van
EUR 50.771,11, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf
10 maart 2011, de buitengerechtelijke incassokosten van EUR 1.692,80 en de proceskosten.
3.2. [eiseres] stelt dat SNS het bedrag van EUR 50.771,11 onrechtmatig heeft afgeboekt, dan wel onrechtmatig heeft afgedragen, dan wel wanprestatie heeft gepleegd door dit bedrag over te maken aan de deurwaarder. [eiseres] stelt dat SNS, op het moment dat de Belastingdienst derdenbeslag op de rekeningen had gelegd, verplicht was om gebruik te maken van haar verrekenbevoegdheid, zoals omschreven in artikel 25 van de algemene voorwaarden. Zij stelt dat banken in soortgelijke gevallen ook altijd van deze bevoegdheid gebruik maken.
3.3. [eiseres] stelt dat, indien het geen verrekeningsverplichting betrof, SNS door niet te verrekenen niet de vereiste zorg jegens haar heeft betracht. SNS moet zorgvuldig omspringen met de belangen van haar klanten en dient daarom de benutbare contractuele mogelijkheden in het voordeel van haar klanten toe te passen.
3.4. [eiseres] stelt dat het volledige saldo dat op de rekeningen stond aan haar toebehoorde, nu het gelden betreft die zijn verkregen vanuit een hypotheek die is gevestigd op een aan haar toebehorende woning. [eiseres] stelt dat dit bekend was bij SNS en dat SNS haar zorgplicht heeft geschonden door [eiseres] niet te informeren omtrent het gelegde beslag en de consequenties daarvan.
3.5. SNS stelt de uit de bewoordingen van artikel 25 van de algemene voorwaarden blijkt dat het om een bevoegdheid – en niet een verplichting – tot verrekenen gaat. De uitleg van [eiseres] staat haaks op het discretionaire karakter daarvan en valt niet te rijmen met het doel van deze bevoegdheid, bescherming van de positie van SNS. SNS betwist dat in de gevallen dat derdenbeslag wordt gelegd ook altijd wordt verrekend met een (hypotheek) schuld aan de bank.
3.6. SNS betwist dat zij haar zorgplicht heeft geschonden door [eiseres] niet te informeren omtrent de beslaglegging en dat de gelden op de rekeningen alleen aan [eiseres] toebehoorden. De gelden bevonden zich op en/of rekeningen, waartoe zowel [eiseres] als [echtgenoot eiseres] gerechtigd waren. SNS stelt dat het bij dergelijke rekeningen niet relevant is wie de rekening voedt en wat de herkomst is van deze gelden. De gelden vloeien bovendien voort uit een hypothecaire geldlening die door [eiseres] en [echtgenoot eiseres] is aangegaan, zodat de gelden daarvan formeel aan hen beiden toebehoren, ongeacht de achterliggende zekerheden. SNS stelt dat op haar geen verplichting rust om bij te houden wat de hoedanigheid van de bevoegde rekeninghouders ten aanzien van en/of rekeningen is. SNS stelt dat zij door [echtgenoot eiseres] te informeren heeft gedaan waartoe zij volgens de toepasselijke voorwaarden gehouden is. SNS stelt dat zij redelijkerwijs kon aannemen dat [eiseres] door [echtgenoot eiseres] over het gelegde beslag werd geïnformeerd.
3.7. SNS stelt dat [echtgenoot eiseres] en [eiseres], indien wel was verrekend, er per saldo op achteruit zouden zijn gegaan. In dat geval zou namelijk in plaats van delging van een schuld van [echtgenoot eiseres] de hypotheek gedeeltelijk vervroegd zijn afgelost, waardoor [echtgenoot eiseres] en [eiseres] een boeterente zouden moeten betalen.
4. De beoordeling
4.1. In artikel 25 van de algemene voorwaarden staat dat SNS “mag” verrekenen en dat het een “verrekeningsbevoegdheid” betreft. In de tekst van dat artikel staat niets waaruit blijkt dat deze bevoegdheid bij beslaglegging als een verplichting moet worden beschouwd. Of juist is dat banken altijd gebruik maken van hun verrekeningsbevoegdheid, zoals [eiseres] stelt, kan buiten beschouwing blijven. Daaruit volgt niet dat artikel 25 van de algemene voorwaarden in het onderhavige geval zo uitgelegd moet worden dat het een verrekeningsverplichting betreft. Gesteld noch gebleken is dat banken dit zouden doen, omdat zij daartoe verplicht zouden zijn. SNS heeft, onweersproken, gesteld dat de verrekeningsbevoegdheid een bevoegdheid betreft ten behoeve van waarborging van haar eigen positie. In het onderhavige geval kan aan artikel 25 van de algemene voorwaarden daarom niet de betekenis worden toegekend dat het een verplichting – en niet een bevoegdheid – tot verrekening betrof.
4.2. De zorgplicht van SNS strekt ook niet zo ver dat zij jegens [eiseres] verplicht was om van haar verrekeningsbevoegdheid gebruik te maken. Zoals onder 4.1. reeds is overwogen is het doel van artikel 25 van de algemene voorwaarden bescherming van de positie van SNS, zodat zonder nadere onderbouwing niet is in te zien waarom SNS haar verrekeningsbevoegdheid in het belang van haar klanten zou moeten gebruiken.
4.3. SNS heeft evenmin haar zorgplicht jegens [eiseres] geschonden door haar niet apart over het derdenbeslag te informeren. Hetgeen [eiseres] heeft gesteld, begrijpt de rechtbank aldus dat [eiseres] meent dat een informatieplicht aan haar volgt uit de omstandigheid dat het saldo op de en/of rekeningen aan haar toebehoorde. Nu [eiseres] en [echtgenoot eiseres] gezamenlijk de hypothecaire geldlening hebben gesloten, behoorden de op grond van die lening op de en/of rekening gestorte gelden formeel aan hen beiden toe, ongeacht de achterliggende zekerheden. Verder is niet in het geding dat [eiseres] en [echtgenoot eiseres] elk over het gehele saldo van de rekeningen konden beschikken. De herkomst van de gelden was daarvoor niet relevant, zodat op basis daarvan geen informatieverplichting van SNS kan worden aangenomen. SNS mocht er bovendien redelijkerwijs vanuit gaan dat [eiseres], die op hetzelfde adres woont als [echtgenoot eiseres], door [echtgenoot eiseres] over het gelegde beslag geïnformeerd zou worden. Gesteld noch gebleken is dat SNS om een andere reden [eiseres] apart moest informeren en als onweersproken is komen vast te staan dat SNS door een brief aan de Bilde te sturen aan haar contractuele verplichtingen heeft voldaan.
4.4. Nu SNS geen verrekeningsverplichting had, heeft SNS door het saldo op de rekeningen niet te verrekenen met de hypotheekschuld geen verplichtingen jegens [eiseres] geschonden. SNS heeft evenmin haar verplichtingen jegens [eiseres] geschonden door haar niet apart te informeren over het gelegde beslag. Dit betekent dat SNS door de gelden op de rekeningen aan de deurwaarder af te dragen niet onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld en niet toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende verbintenissen. De vorderingen van [eiseres] zullen worden afgewezen.
4.5. [eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten en de nakosten worden veroordeeld. De proceskosten worden aan de zijde van SNS begroot op:
- griffierecht 1.744,00
- salaris advocaat 1.788,00 (2,0 punten × tarief EUR 894,00)
Totaal EUR 3.532,00
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, deze zijn aan de zijde van SNS begroot op EUR 3.532,00 en op een bedrag van EUR 131,00 aan nakosten indien geen betekening van de uitspraak plaatsvindt dan wel EUR 199,00 aan nakosten indien wel betekening van deze uitspraak zal plaatsvinden, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de 15e dag na deze uitspraak indien aan deze proceskostenveroordeling niet wordt voldaan;
5.3. verklaart dit vonnis ten aanzien van de proceskosten en de nakosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. de Graaf en in het openbaar uitgesproken op
15 februari 2012.(
FMV