ECLI:NL:RBMID:2012:BX4062
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.C.K.W. Bartel
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de motivering van de heffingsambtenaar bij de waardering van onroerende zaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 24 mei 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Veere over de waardering van een onroerende zaak. De rechtbank oordeelde dat de motivering van de heffingsambtenaar in de uitspraken op bezwaar niet voldeed aan de vereisten van artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat deze berustte op een blote bewering zonder voldoende onderbouwing. De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraken op bezwaar, maar liet de rechtsgevolgen van deze uitspraken in stand, omdat de waarde van de woning niet te hoog was vastgesteld. De waarde van de woning was vastgesteld op € 636.000, en de rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar onvoldoende bewijs had geleverd om deze waarde te betwisten. De rechtbank benadrukte dat de bewijslast bij de heffingsambtenaar ligt en dat deze een deugdelijke motivering dient te geven voor de waardering. De rechtbank concludeerde dat de heffingsambtenaar niet had aangetoond dat de referentieobjecten vergelijkbaar waren met de woning van de belanghebbende, en dat de waarde van de woning terecht was vastgesteld. De belanghebbende had verzocht om een dwangsom wegens het niet verstrekken van gegevens, maar dit verzoek werd afgewezen omdat het niet relevant was voor de waardering van de woning. De rechtbank wees ook op het ontbreken van aanleiding voor een proceskostenveroordeling, omdat er geen kosten waren die voor vergoeding in aanmerking kwamen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 7 juni 2012.