ECLI:NL:RBMID:2011:BR3904

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
25 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
75949 / HA ZA 2010-551
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade aan tanks door verontreinigde lading nafta

In deze civiele zaak, uitgesproken door de Rechtbank Middelburg op 25 mei 2011, vorderden de eisers, waaronder de besloten vennootschap Ilitrans A.G. en enkele natuurlijke personen, schadevergoeding van de gedaagden, waaronder Total Raffinaderij Nederland N.V. (TRN), Tankmatch B.V. en Bruinsma Freriks Transport B.V. De eisers stelden dat de coating van de tanks van hun schip, de Stanleystad, was aangetast door verontreinigde nafta die door TRN was geleverd. De rechtbank oordeelde dat de vordering van de eisers niet kon worden toegewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat de schade was veroorzaakt door de lading van TRN. De rechtbank merkte op dat er geen monsters waren genomen van de stoffen die tijdens de reiniging van de tanks waren aangetroffen, waardoor het bewijs voor de aansprakelijkheid ontbrak. De rechtbank wees ook op de contractuele relatie tussen Ilitrans en Tankmatch, maar concludeerde dat deze niet leidde tot aansprakelijkheid voor de schade. De vorderingen van de eisers werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
" \* MERGEFORMAT
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 75949 / HA ZA 10-551
Vonnis van 25 mei 2011
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar het land van vestiging
ILITRANS A.G.,
gevestigd te Zug, Zwitserland,
2. [eiser sub 2],
wonende te Wuustwezel, België,
3. [eiser sub 3],
wonende te Zwijndrecht, België,
4. [eiser sub 4],
wonende te Zwijndrecht, België
5. [eiser sub 5],
wonende te Wuustwezel, België
eisers,
advocaat mr. A.J.K. Fluit te Middelburg,
tegen
1. de naamloze vennootschap
TOTAL RAFFINADERIJ NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Nieuwdorp,
gedaagde,
advocaat mr. I.P. de Groot te Terneuzen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TANKMATCH B.V.,
gevestigd te Werkendam,
gedaagde,
advocaat mr. K.M. Moeliker te Middelburg,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BRUINSMA FRERIKS TRANSPORT B.V.,
gevestigd te Zwijndrecht,
gedaagde,
advocaat mr. K.M. Moeliker te Middelburg.
Partijen zullen hierna Ilitrans A.G. c.s. voor eisers gezamenlijk, [eisers sub 2 t/m 5], TRN (Total Raffinaderij Nederland N.V. c.s.), Tankmatch en BFT genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 23 februari 2011
- akte van Ilitrans van 11 april 2011
- het proces-verbaal van comparitie van partijen van 11 april 2011
- brief met reactie op het proces verbaal van mr. Boonk.
Ten slotte is vonnis bepaald.
De feiten
[eiser sub 2], [eiser sub 3], [eiser sub 4] en [eiser sub 5] zijn eigenaar van het ms. Stanleystad. Ilitrans is rompbevrachter van het ms. Stanleystad.
Tussen Ilitrans en Tankmatch is een “bevrachtingsovereenkomst” gesloten met betrekking tot de Stanleystad. Die overeenkomst houdt in dat Tankmatch als tegenprestatie voor haar inspanningen om bevrachtingsovereenkomsten te sluiten provisie ontvangt over de door Ilitrans ontvangen vrachtopbrengsten.
2.2. Op 13 maart 2009 is te 18.17 uur het ms. Stanleystad in de haven van Vlissingen begonnen met het laden van een partij nafta van ca 4.850 ton. Deze nafta kwam uit landtank nummer 206 van TRN. Nadat het schip geladen was, is het op 14 maart 2009 vertrokken naar Total Antwerpen. Daar is het diezelfde dag om 19.15 uur aangekomen en heeft het zijn lading gelost. Na lossing is de Stanleystad naar Moerdijk gevaren om gereinigd te worden. Dat is gebeurd op 15 en 16 maart 2009. Van de stoffen die in de tank tijdens het reinigen werden aangetroffen zijn geen monsters genomen. Na het reinigen werd geconstateerd dat de coating van de tanktop (de bodem) op diverse plaatsen was aangetast.
2.3. De Stanleystad had op 10-11 maart 2009 benzine geladen bij Vopak (prod. 2 akte van 11 april 2011).
Op 10 maart 2009 heeft SGS op de locatie van Vopak een inspectierapport opgemaakt op basis van een visuele inspectie vanaf het dek via de tankopeningen. De tanks 1 tot en met 9 aan bakboordzijde werden “satisfactory clean” bevonden. In het rapport wordt vermeld dat de vorige ladingen waren respectievelijk gasoil, …… (onleesbaar) en nafta.
2.4. De landtank 206 van TRN kan 14.000 ton nafta bevatten en wordt voortdurend bijgeladen.
Het geschil
Ilitrans en [eisers sub 2 t/m 5] vorderen - samengevat - veroordeling van TRN, althans Tankmatch althans BFT tot betaling van EUR 307.220,04 vermeerderd met rente vanaf 13 maart 2009 en veroordeling van de kosten waaronder buitengerechtelijke kosten van EUR 4.000,-.
3.2. Het gevorderde bedrag is de schade die is ontstaan doordat de coating van enkele tanks van de Stanleystad gedeeltelijk was verdwenen of aangetast ten gevolge van een zuur of loog. Na lossing van de nafta in Antwerpen werden in enkele ladingtanks onreglematigheden aangetroffen. Na reiniging van de tanks bleek dat de coating van de tanktop van tanks 9, 7, 5, 3, 1, aan bakboord en stuurboord en van tank 8 aan bakboord, grotendeels was verdwenen of aangetast. In tank 3 bakboord werd op ca 50 cm boven de tanktop een vettige zwarte rand op de tankwand vastgesteld. Dit schadebeeld komt overeen met de wijze waarop de Stanleystad beladen is, namelijk van achteren naar voren in de oneven tanks, eerst bakboord, daarna stuurboord steeds een voetje van 50 cm lading.
3.3. De schadeoorzaak ligt volgens Ilitrans bij TRN. Landtanks worden gereinigd met loog en dat is zwaarder dan nafta zodat het zich verzamelt onderin de landtank. Wanneer die tank bijna leeg is kunnen met het wegpompen van de laatste restanten nafta restanten loog meekomen. TRN is dan ook aansprakelijk voor de schade. Tankmatch en BFT zijn aansprakelijk omdat zij in strijd met hun toezeggingen/verplichtingen geen zuivere nafta hebben geladen.
3.4. TRN stelt dat onduidelijk is wie de schade heeft geleden, Ilitrans of de eigenaren.
Omdat de schade kennelijk vergoed is door de verzekering is het ook de vraag wie vorderingsgerechtigd is. Zij heeft betwist onrechtmatig gehandeld te hebben.
3.5. TRN stelt dat de lading nafta tijdens het inladen vijf maal is gecontroleerd. Daarbij is steeds een monster genomen. Bij aankomst in Antwerpen is de lading weer gecontroleerd. Die controles hebben uitgewezen dat de kwaliteit van de nafta in orde was. Ook schepen die voor en na de Stanleystad zijn beladen, hebben geen problemen ondervonden.
In landtank 206 waaruit de geladen nafta kwam, bevond zich 11.840 ton nafta en na de belading nog 9.120 ton. De tank is tijdens het laden bijgevuld. Het minimumniveau van de tank is 1.80 meter. De laatste keer dat de tank is gereinigd was in 1997. Reiniging gebeurt met warm water en niet met loog, zuur of een dergelijke stof. Bij de productie van nafta wordt ook geen loog of zuur gebruikt omdat het een destillatieproces is.
De leiding die vanuit landtank 206 komt en die zorgt voor de toevoer naar de te beladen schepen wordt uitsluitend voor die tank gebruikt. Er komen geen andere stoffen door.
TRN stelt dat Ilitrans geen monsters heeft genomen van de verontreiniging. Door verkeerde reiniging kan de coating ook aangetast worden. Rapportage daarover ontbreekt. TRN heeft gewezen op diverse andere mogelijke oorzaken voor de aantasting van de coating.
TRN heeft de schadecijfers betwist.
3.6. Tankmatch en BFT stellen verder dat eisers ten onrechte geen onderscheid maken tussen de schade van de eigenaren en van de rompbevrachter Ilitrans. Dit onderscheid is wel van belang in verband met de grondslag van de vordering.
Verder stellen zij dat niet duidelijk is wie de gestelde schade geleden heeft. Ook is niet duidelijk wat de rol van de verzekeraars is die het regresrecht aan eisers hebben overgedragen.
3.7. Tankmatch en BFT wijzen er op dat er tussen hen en de eigenaren geen contractuele band bestaat.
Tussen Ilitrans en BFT bestaat ook geen contractuele band. Omdat de grondslag van de vordering een toezegging of verplichting is zuivere nafta te laden, moet deze reeds op die grond worden afgewezen.
3.8. Tussen Iltrans en Tankmatch bestaat wel een contractuele relatie, blijkens het document genaamd “bevrachtingsovereenkomst”. Het is echter geen echte bevrachtingsovereenkomst omdat Tankmatch zich heeft verplicht voor rekening van Ilitrans reischarters af te sluiten tegen 7% provisie. Tankmatch heeft de Stanleystad beladen met het contractueel toegestane nafta. Daaruit kan dus geen aansprakelijkheid worden afgeleid.
3.9. Tankmatch en BFT hebben verder betwist dat er schade is die door de ingenomen lading nafta bij Total is veroorzaakt. Er zijn geen monsters genomen van de tanks voordat deze in Moerdijk werden schoongemaakt op 15 en 16 maart 2009. De door TRN genomen monsters tonen geen onregelmatigheden.
3.10. De schadecijfers zijn door Tankmatch en BFT betwist. Deze zullen in geval van aansprakelijkheid nog nader onderbouwd moeten worden.
De beoordeling
De procedure is begonnen tegen vijf gedaagden waarvan de namen in het comparitievonnis staan. Vóór de aanvang van de comparitie was de procedure tegen de gedaagden Petrofina S.A. en Total Raffinaderij Antwerpen N.V. al ingetrokken. De namen van deze gedaagden komen in dit vonnis dan ook niet meer voor.
4.2. De rechtbank laat in het midden wie van eiseressen vorderingsgerechtigd is. Ilitrans onderbouwt haar stelling dat de Stanleystad in goede staat verkeerde voordat de nafta bij TRN in Vlissingen werd geladen, met survey rapporten van SGS. Na het lossen van de lading bleken enkele tanks vervuild en later bleek dat de coating van de bodem van deze tanks beschadigd was. Ilitrans en [eisers sub 2 t/m 5] trekken daaruit de conclusie dat de schade veroorzaakt moet zijn door een loog of zuur in de nafta die bij TRN is geladen.
Behalve dit indirecte bewijs is er geen direct bewijs van hun stelling. Bij de schoonmaakwerkzaamheden van de tanks van de Stanleystad die in Moerdijk zijn uitgevoerd nadat de lading in Antwerpen was gelost, zijn geen monsters genomen van de stoffen die in de tanks van de Stanleystad zijn aangetroffen en die door middel van de schoonmaakwerkzaamheden zijn verwijderd.
Tegenover dit indirecte bewijs staat de gemotiveerde betwisting door TRN. Nafta is een product dat tot stand komt via destillatie en niet door middel van een chemische reactie met bijvoorbeeld een zuur of loog. Zo’n stof is dus niet in nafta te verwachten.
Ook de stelling van Ilitrans dat zo’n stof is meegekomen met de nafta onderin de landtank, gaat niet op. TRN toont met het overzicht van de belading van die tank voldoende aan dat de landtank 206 niet bijna leeg was toen de Stanleystad werd geladen. Ook de stelling van Ilitrans en [eisers sub 2 t/m 5] over de met loog of zuur gereinigde landtank is gemotiveerd weersproken. Gereinigd wordt met water en de laatste reiniging was in 1997.
De leiding die naar de schepen loopt wordt uniek gebruikt voor de landtank 206. Schepen die eerder en na de Stanleystad zijn geladen hebben geen problemen ondervonden.
Gelet op deze gemotiveerde betwisting, die door Ilitrans niet is weerlegd, is het indirecte bewijs onvoldoende.
Ilitrans en [eisers sub 2 t/m 5] hebben verder bewijs aangeboden. De rechtbank passeert dat aanbod omdat het niet gericht is op het onbrekende stuk uit de puzzel, namelijk de stoffen die zijn aangetroffen bij het schoonmaken van de tanks van de Stanleystad.
4.3. Onduidelijk is wat Ilitrans en [eisers sub 2 t/m 5] Tankmatch en BFT verwijten. Tussen [eisers sub 2 t/m 5] en deze gedaagden bestaat geen contractuele band. De vordering kan dan alleen op onrechtmatige daad zijn gebaseerd maar daarvoor is te weinig gesteld. De vordering zal dan ook worden afgewezen.
4.4 Tussen Ilitrans en Tankmatch bestaat wel een contractuele band. Deze wordt bevrachtingsovereenkomst genoemd. Uit de inhoud van de overeenkomst blijkt echter dat het om bemiddeling door Tankmatch gaat tegen betaling van provisie door Ilitrans. Gelet op de rol die Tankmatch blijkens die overeenkomst had, heeft Ilitrans onvoldoende gesteld wat Tankmatch te verwijten valt. De verwijzing naar het vervoer van een gecontamineerd product volstaat niet. De vordering van Ilitrans jegens Tankmatch zal dan ook worden afgewezen.
4.5. De Ilitrans had geen contractuele relatie met BFT. Haar aansprakelijkheid zou dus moeten voortvloeien uit een onrechtmatige daad. Daarvoor heeft Ilitrans onvoldoende gesteld. Onvoldoende is namelijk de stelling dat BFT als exploitant/bevrachter/vervoerder in strijd met haar toezegging/verplichting geen zuivere nafta heeft geladen. De vordering jegens BFT zal dus ook worden afgewezen.
4.6. De vorderingen van Ilitrans op TRN worden afgewezen en zij wordt in de proceskosten veroordeeld die aan de zijde van TRN zijn gevallen. De kosten zijn:
4.7. De vorderingen van Ilitrans en [eisers sub 2 t/m 5] op Tankmatch en BFT worden afgewezen en zij worden veroordeeld in de proceskosten van BFT en Tankmatch. Omdat zij gezamenlijk verweer hebben gevoerd worden de advocaatkosten maar één maal berekend. De kosten zijn:
+
De beslissing
De rechtbank
wijst de vorderingen van Ilitrans en [eisers sub 2 t/m 5] af;
veroordeelt Ilitrans en [eisers sub 2 t/m 5] in de kosten van TRN tot op deze uitspraak bepaald op
€ 7.490,- en verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
veroordeelt Ilitrans en [eisers sub 2 t/m 5] in de kosten van Tankmatch en BFT, tot op deze uitspraak bepaald op € 4.000,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 25 mei 2011.