ECLI:NL:RBMID:2011:BR2207
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J.M. Klarenbeek
- Rechtspraak.nl
Kosten van CV-onderhoud als onderdeel van servicekosten in huurcontracten
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Middelburg op 28 maart 2011, hebben vier huurders een vordering ingesteld tegen de Stichting Woningmaatschap. De huurders stelden dat de kosten voor het onderhoud van de centrale verwarmingsinstallatie (CV) niet als onderdeel van de servicekosten voor de jaren 2007 en 2008 in rekening gebracht mochten worden. De huurders baseerden hun vordering op het Besluit kleine herstellingen, waarin volgens hen periodiek serviceonderhoud van de CV-ketel niet is opgenomen. De stichting, vertegenwoordigd door mr. T. de Nijs, betwistte deze vordering en voerde aan dat de kosten voor CV-onderhoud wel degelijk onderdeel uitmaakten van het servicekostenpakket zoals vastgelegd in de huurovereenkomsten.
De kantonrechter overwoog dat de opsomming in het Besluit kleine herstellingen niet limitatief is en dat er ruimte is voor verschillende interpretaties. De rechter wees erop dat de huurders zich niet konden beroepen op een eerdere uitspraak van de Huurcommissie, omdat in dat geval geen kosten voor CV-onderhoud waren berekend. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van de huurders moest worden afgewezen, omdat de kosten voor het onderhoud van de CV-ketel contractueel waren overeengekomen en dus wel degelijk op de huurders konden worden verhaald.
De uitspraak resulteerde in een veroordeling van de huurders in de proceskosten, die aan de zijde van de stichting tot dat moment waren begroot op € 120,-. De kantonrechter verklaarde deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de stichting direct aanspraak kon maken op de proceskosten. Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke contractuele afspraken in huurcontracten en de interpretatie van wettelijke bepalingen met betrekking tot servicekosten.