ECLI:NL:RBMID:2011:BQ1697
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Hopmans
- A. van der Ploeg-Hogervorst
- J. van Steenbergen
- Rechtspraak.nl
Niet ontvankelijkheid van het openbaar ministerie bij het aanwezig hebben van cocaïne en veroordeling voor amfetamine en wapenbezit
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Middelburg op 15 april 2011, is de verdachte aangeklaagd voor het aanwezig hebben van cocaïne, amfetamine en een vuurwapen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk is in de vervolging voor het aanwezig hebben van cocaïne, omdat de officier van justitie heeft verklaard dat normaal gesproken niet wordt vervolgd voor het bezit van gebruikershoeveelheden harddrugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs is dat de verdachte meer cocaïne voorhanden had dan een gebruikershoeveelheid. De verdachte is vrijgesproken van het aanwezig hebben van amfetamine, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij deze in de ten laste gelegde periode aanwezig had. Echter, de rechtbank heeft de verdachte wel veroordeeld voor het aanwezig hebben van 5,9 gram amfetamine en een imitatievuurwapen. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verleden met verslaving en psychische problemen. De opgelegde straf is een voorwaardelijke werkstraf van 60 uur, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft ook bepaald dat als de verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis van 30 dagen zal worden toegepast. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de rechters de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging hebben genomen.