ECLI:NL:RBMID:2010:BL3583
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van hoofdsom en buitengerechtelijke kosten in civiele zaak tussen installateur en bouwonderneming
In deze civiele zaak vordert eiseres, een installateur, betaling van een bedrag van € 15.279,19 aan hoofdsom, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten van € 904,00, wettelijke handelsrente en proceskosten van gedaagden, die een bouwonderneming vertegenwoordigen. Eiseres stelt dat gedaagde toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van de overeenkomst, omdat gedaagde een deel van de verschuldigde bedragen voor installatiewerkzaamheden onbetaald laat. Ondanks herhaalde aanmaningen heeft gedaagde niet betaald. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat eiseres tekortschiet in de nakoming van de overeenkomst, wat heeft geleid tot schade en een korting op de aanneemsom voor de nieuwbouwwoning van een derde partij, [betrokkene]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van eiseres, die is beperkt tot € 12.771,88, gegrond is, omdat gedaagde onvoldoende heeft onderbouwd dat er sprake is van verrekening met een schadevergoeding die zij op eiseres stelt te hebben. De rechtbank wijst de vordering van eiseres toe en veroordeelt gedaagde in de proceskosten. De wettelijke handelsrente wordt toegewezen met ingang van 30 dagen na ontvangst van de facturen door gedaagde. De rechtbank concludeert dat gedaagde hoofdelijk aansprakelijk is voor de betaling aan eiseres, en wijst het meer of anders gevorderde af.