ECLI:NL:RBMID:2009:BQ0823

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
18 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
57579 / HA ZA 07-222
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na seksueel misbruik met tegenbewijslevering door gedaagde

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Middelburg, hebben eiseressen schadevergoeding gevorderd van gedaagde, die veroordeeld is voor seksueel misbruik. De rechtbank heeft eerder een tussenvonnis uitgesproken waarin gedaagde de gelegenheid kreeg om tegenbewijs te leveren. Gedaagde heeft diverse stukken ingediend en getuigenbewijs aangeboden, waaronder zichzelf en zijn vriendin. Eiseressen verzetten zich echter tegen het opnieuw horen van zichzelf als getuigen, omdat zij al uitvoerig zijn gehoord in eerdere procedures. Zij stellen dat het opnieuw horen van hun verklaringen hen onnodig pijn zou doen en dat gedaagde onvoldoende heeft gespecificeerd wat hij met hun herhaalde getuigenis zou willen bereiken.

De rechtbank heeft geoordeeld dat gedaagde, gezien de eerdere verklaringen van eiseressen, nader moet toelichten waarom hij hen opnieuw wil laten horen. Aangezien hij deze toelichting niet heeft gegeven, heeft de rechtbank het bewijsaanbod van gedaagde om eiseressen opnieuw te horen als getuigen gepasseerd. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor het opgeven van verhinderdata voor het verhoor van de overige getuigen die gedaagde heeft genoemd. De rechtbank heeft verder bepaald dat het getuigenverhoor op een later tijdstip zal plaatsvinden en dat gedaagde de verhinderdata van alle betrokkenen moet opgeven voor de rolzitting op 4 maart 2009. Het vonnis is uitgesproken door mr. J. de Graaf op 18 februari 2009.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
" \* MERGEFORMAT
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 57579 / HA ZA 07-222
Vonnis van 18 februari 2009
in de zaak van
1. [eiseres sub 1],
wonende te Wemeldinge,
2. [eiseres sub 2],
wonende te Vlissingen,
3. [eiseres sub 3],
wonende te Yerseke,
eiseressen,
advocaat mr. M.R. Minekus,
tegen
[gedaagde],
wonende te Wemeldinge, gemeente Kapelle,
gedaagde,
advocaat mr. H.M. Dunsbergen.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 16 juli 2008;
- de akte van [gedaagde], aangevuld bij brief van 27 augustus 2008;
- de antwoordakte van eiseressen.
De verdere beoordeling
Bij voornoemd tussenvonnis heeft de rechtbank [gedaagde] in de gelegenheid gesteld bij akte aan te geven op welke wijze hij voornemens is het aan hem opgedragen tegenbewijs te leveren. Hij heeft hierna diverse stukken in het geding gebracht en getuigenbewijs aangeboden. Als mogelijke getuigen noemt [gedaagde] zichzelf, zijn vriendin mevrouw [A.], de huisart dr. [B.] en eiseressen.
2.2. Eiseressen verzetten zich tegen het opnieuw doen horen van zichzelf. Zij stellen dat zij na hun aangifte uitvoerig zijn gehoord door de rechter-commissaris, in bijzijn van de raadsman van [gedaagde]. De raadman is daarbij in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen en heeft daar ook gebruik van gemaakt. Vervolgens zijn eiseressen in opdracht van het Openbaar Ministerie uitgebreid gehoord door prof. dr. Bullens. Ten slotte zijn zij nog als getuigen ter zitting van het Gerechtshof te ’s-Gravenhage gehoord. Het persoonlijk opnieuw doen van hun volledige relaas zou voor eiseressen uitermate pijnlijk zijn en kan leiden tot aanvullende psychische schade. [gedaagde] heeft volgens hen niet aannemelijk gemaakt wat eiseressen meer of anders zouden kunnen verklaren dan zij reeds hebben gedaan. Eiseressen zijn van oordeel dat [gedaagde] zijn bewijsaanbod ten aanzien van het opnieuw horen van hen onvoldoende heeft gespecificeerd. Zij verwijzen in dit verband naar het arrest van de Hoge Raad van 12 september 2003 (NJ 2005, 268) waarin is overwogen dat van een partij die in hoger beroep een bewijsaanbod doet met de bedoeling aanvullend tegenbewijs te leveren mag worden verwacht dat hij dit nader toelicht, bijvoorbeeld door te specificeren dat en waarom hij (bepaalde) getuigen (opnieuw) wil horen. Eiseressen pleiten voor analogisch toepassing van die regel in onderhavige situatie en verzoeken het bewijsaanbod van [gedaagde] te passeren voor wat betreft het opnieuw doen horen van eiseressen.
2.3. De rechtbank is met eiseressen van oordeel dat van [gedaagde], gelet op de diverse door eiseressen in de strafzaak reeds afgelegde verklaringen, waarbij ook de raadsman van [gedaagde] - die hem ook in deze procedure bijstaat - in de gelegenheid is gesteld om vragen te stellen, mag worden verwacht dat hij nader toelicht waarom hij eiseressen opnieuw wil laten horen. Nu hij heeft nagelaten die toelichting te geven, dient het bewijsaanbod ten aanzien van het horen van eiseressen als getuigen te worden gepasseerd. De rechtbank zal de zaak verwijzen naar de rol voor opgave van verhinderdata ten behoeve van het verhoor van de overige door [gedaagde] genoemde getuigen.
2.4. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
De beslissing
De rechtbank:
- laat [gedaagde] toe tot het leveren van tegenbewijs ten aanzien van de in het arrest van het Gerechtshof ’s-Gravenhage van 30 januari 2007 bewezen verklaarde feiten, met inachtneming van hetgeen hiervoor onder 2.3. is overwogen;
- bepaalt dat het getuigenverhoor zal worden gehouden op een nader te bepalen tijdstip in het gerechtsgebouw te Middelburg aan de Kousteensedijk 2, tegenover mr. J. de Graaf;
- verwijst de zaak naar de rolzitting van deze rechtbank van woensdag 4 maart 2009 voor dagbepaling enquête;
- bepaalt dat [gedaagde] indien mogelijk tevoren per brief aan de griffie van de rechtbank, maar uiterlijk op genoemde rolzitting , de verhinderdata van alle betrokkenen dient op te geven alsmede het aantal getuigen dat hij voornemens is te doen horen;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. de Graaf en in het openbaar uitgesproken op 18 februari 2009.