ECLI:NL:RBMID:2009:BK8181
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake geschil over balanstelling en voorraadlijsten tussen vennootschap onder firma en gedaagde
In deze zaak, die voor de Rechtbank Middelburg werd behandeld, ging het om een geschil tussen een vennootschap onder firma en een gedaagde over de waarde van de voorraad en de balanstelling. De rechtbank verwijst naar een eerder tussenvonnis van 10 september 2008, waarin partijen de gelegenheid kregen om zich uit te laten over de waarde van de voorraad van de eiser per oktober 2003. De eiser stelde dat de waarde van de voorraad van 'kassa 2' € 50.773,31 bedroeg, terwijl de gedaagde de juistheid van deze cijfers betwistte en een lagere waarde aanvoerde. De rechtbank oordeelde dat de eiser voldoende bewijs had geleverd voor de waarde van de voorraad en dat de gedaagde onvoldoende onderbouwing had gegeven voor zijn betwisting.
De rechtbank stelde vast dat de schade van de eiser voor de voorraad van kassa 2 op € 37.000,-- werd geschat, en voor kassa 3 op € 18.400,--. De eiser had geen bewijs geleverd voor de waarde van de voorraad van kassa 4, waardoor dit deel van de vordering niet werd toegewezen. Uiteindelijk werd de totale schade van de eiser vastgesteld op € 55.400,--, waarvan reeds een bedrag van € 25.000,-- was toegewezen in het eerdere vonnis. De rechtbank veroordeelde de gedaagde tot betaling van het resterende bedrag van € 30.400,--, vermeerderd met wettelijke rente.
Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van de eiser, die op € 8.797,89 werden begroot. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees af wat verder was gevorderd. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J. de Graaf op 29 april 2009.