Artikel 10 – Verklaringen verkoper
De verkoper verklaart:
(…)
c. niet bekend te zijn met verontreinigingen van het object die nadelig zijn voor het in artikel 8 omschreven gebruik door koper, of die zouden leiden tot een verplichting tot sanering van het object, het vergoeden van schade, of het nemen van andere maatregelen; (…)
Artikel 10a Verklaringen koper De koper verklaart: a. het registergoed voldoende van binnen en buiten te hebben geïnspecteerd en verkoper nimmer aan te kunnen spreken op eventuele gebreken, welke voor hem kenbaar kunnen zijn. (…) Artikel 11 Hoedanigheid van het object / overdracht van aanspraken (…) Koper is zich ervan bewust dat er asbesthoudende materialen zijn verwerkt in de opstallen. Artikel 13 – Ingebrekestelling, ontbinding Indien één der partijen, na in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht dagen nalatig blijft in de nakoming van zijn uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen zal deze overeenkomst van rechtswege zonder rechterlijke tussenkomst ontbonden zijn, tenzij de wederpartij alsnog uitvoering van de overeenkomst verlangt. (…)
Artikel 15 – Ontbindende voorwaarde (…) 3. Het is koper toegestaan om op zijn kosten bodem- en grondwateronderzoek te laten verrichten ten behoeve van het beoogde gebruik door een nader aan te wijzen gespecialiseerd onderzoeksbureau. Indien uit de uitkomst van dit onderzoek blijkt dat nader onderzoek noodzakelijk is, heeft de koper het recht de koopovereenkomst te ontbinden. Op vervulling van deze voorwaarde kan slechts koper zich beroepen. Dit beroep moet geschieden door middel van een schriftelijke mededeling aan verkoper gedocumenteerd met een afschrift van het bodem- en grondwateronderzoek. Deze mededeling dient uiterlijk op 1 juni 2007 in het bezit van verkoper te zijn (of diens adviseur). Bij gebreke daarvan kan deze overeenkomst niet meer op grond van de hiervoor gemelde reden ontbonden worden. Indien uit de conclusies van het verkennende bodemonderzoek blijkt dat nader onderzoek noodzakelijk wordt geacht, dan stelt verkoper de koper in de gelegenheid (indien koper niet besluit te ontbinden op grond van de conclusies van het verkennende bodemonderzoek) een ander onderzoek te verrichten om de aard en omvang van de eventuele verontreiniging vast te stellen. Voor dit onderzoek wordt koper in de gelegenheid gesteld tot 15 juli 2007. Indien uitsluitend ter beoordeling van koper de verontreiniging niet acceptabel is, kan koper de koopovereenkomst ontbinden. Dit dient te geschieden door middel van een schriftelijke mededeling aan verkoper gedocumenteerd met een afschrift van het aanvullende bodem- en grondwateronderzoek. De mededeling dient uiterlijk 20 juli 2007 in het bezit van verkopers (of diens adviseur) te zijn. Bij gebreke daarvan kan deze overeenkomst niet meer op grond van de hiervoor gemelde reden worden ontbonden. Verkoper accepteert nimmer een saneringsplicht. Het risico dat achteraf blijkt dat nog niet ten tijde van de overdracht in de rapportage gesignaleerde verontreiniging in het verkochte aanwezig is, komt geheel voor rekening van de koper. Voor het geval koper geen bodem- en grondwateronderzoek wenst, komt het risico van bodem- en grondwaterverontreiniging geheel voor rekening van koper. Artikel 16 – Bepalingen bodemverontreiniging/tanks/asbest Verkoper verklaart dat het registergoed uitsluitend is gebruikt voor agrarische doeleinden. 1. Het is hem niet bekend dat er feiten zijn (…) waaruit blijkt dat het registergoed in zodanig mate is verontreinigd met giftige, chemische en/of andere (gevaarlijke) stoffen, dat het aannemelijk is dat deze verontreiniging ingevolge de thans geldende milieuwetgeving en/of milieurechtspraak aanleiding zou geven tot sanering of tot het nemen van andere maatregelen. (…) 4. Het is zowel verkoper als koper bekend dat er zich in het registergoed asbesthoudende materialen bevinden. Eventuele asbesthoudende materialen blijven in en/op het verkochte voor rekening en risico van de koper. 5. Verkoper kan niet wegens toerekenbare tekortkoming en / of onrechtmatige daad worden aangesproken tot sanering of vervanging of het nemen van maatregelen ten aanzien van het registergoed of naburige percelen, alsmede tot verwijdering van eventuele asbesthoudende materialen, alsmede tot dan wel tot vergoeding van enige schade.
2.2. Op 29 mei 2007 om 22.33 uur heeft [ gedaagde 1] (gedaagde sub 1) aan notaris Seijdlitz een e-mail gestuurd met de volgende inhoud: “Geachte heer Seidlitz,
Hierbij wil ik U informeren dat het asbestonderzoek (in opdracht van Dhr de Kubber) op 1-6-07 zal plaatsvinden, wat inhoud dat de datums vernoemd in voorlopige koopakte daardoor ook verder zullen opschuiven. Hopelijk heb ik U hiermee voldoende geïnformeerd.
Met vriendelijk groet [gedaagde 1]”
2.3. Op 1 juni 2007 heeft onderzoeksbureau RPS advies B.V. in opdracht van de makelaar van [eiseressen] een verkennend onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van asbesthoudende materialen in de grond van het verkochte registergoed. Hiervan is een op 22 juli 2007 gedateerd rapport opgemaakt. Daarin wordt onder meer geconcludeerd dat sprake is van een ernstige verontreiniging en een saneringsverplichting en dat vervolgonderzoek noodzakelijk is.
2.4. Op 31 augustus 2007 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [eiseressen], [gedaagden] , makelaar De Kubber en notaris Seilitz. [eiseressen] hebben zich toen op het standpunt gesteld dat [gedaagden] gehouden waren de onroerende zaak af te nemen. 2.5. Bij brief van 24 september 2007 van hun raadman hebben [gedaagden] de ontbinding van de koopovereenkomst ingeroepen.