ECLI:NL:RBMID:2008:BG5509
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van boete na ontbinding koopovereenkomst
In deze zaak gaat het om een geschil tussen eisers en gedaagden naar aanleiding van een koopovereenkomst die op 4 juni 2007 werd gesloten voor een woning in Hulst. De totale koopprijs bedroeg € 274.000,- kosten koper. Gedaagden werden op 23 augustus 2007 in gebreke gesteld door eisers, die hen sommeerden binnen acht dagen mee te werken aan de overdracht van de woning en het voldoen van de koopprijs. Gedaagden hebben hieraan niet voldaan, waarna eisers de koopovereenkomst op 3 september 2007 ontbonden en aanspraak maakten op een boete van € 27.400,-, zoals vermeld in artikel 12 van de koopovereenkomst.
Eisers vorderden in deze procedure dat gedaagden hoofdelijk zouden worden veroordeeld tot betaling van het boetebedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 17 september 2007, en dat gedaagden in de proceskosten zouden worden veroordeeld. Gedaagden voerden als verweer aan dat zij de vereiste financiering niet hadden kunnen verkrijgen, en dat eisers misbruik maakten van hun contractuele bevoegdheid door de boete te vorderen. De rechtbank oordeelde dat gedaagden in verzuim waren en dat er geen aanleiding was om de boete te matigen. De rechtbank wees de vordering van eisers toe en veroordeelde gedaagden tot betaling van het boetebedrag, met wettelijke rente en proceskosten.
De rechtbank concludeerde dat gedaagden niet tijdig een beroep hadden gedaan op de ontbindende voorwaarde in de koopovereenkomst en dat de door hen aangevoerde omstandigheden geen grond vormden voor matiging van de boete. De uitspraak werd gedaan door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit op 17 september 2008.