3.5. [eiseres in conventie zaaknr. 04-548] vordert dat de rechtbank bij vonnis – uitvoerbaar bij voorraad – [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] veroordeelt tot betaling aan haar van diverse bedragen, in totaal € 81.692,06, met veroordeling van [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] in de proceskosten. [eiseres in conventie zaaknr. 04-548] stelt dat zij zich in of omstreeks 1998 jegens de Coöperatieve Rabobank Kaatsheuvel U.A. als borg heeft verbonden tot nakoming van de verbintenissen van Prestige Pools v.o.f.. Uit hoofde van die borgtocht heeft zij op 20 februari 2002 een bedrag van € 68.067,03 aan de Rabobank betaald. Ondanks sommaties heeft [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] nagelaten dit bedrag aan [eiseres in conventie zaaknr. 04-548] te voldoen. [eiseres in conventie zaaknr. 04-548] heeft kosten moeten maken om betaling van haar vordering buiten rechte te krijgen. Deze kosten bedrag € 3.403,35. Daarnaast vordert [eiseres in conventie zaaknr. 04-548] de tot 15 september 2004 vervallen wettelijke rente, zijnde € 10.221,68. De verweren van [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] betreffen de Prestige Pools v.o.f., maar [eiseres in conventie zaaknr. 04-548] staat daar buiten. [eiseres in conventie zaaknr. 04-548] heeft zich borg gesteld, omdat de Rabobank alleen onder die voorwaarde bereid was de lening aan Prestige Pools v.o.f. te verstrekken. Het beroep van [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] op verrekening houdt inhoudelijk en processueel geen stand.
3.6. [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] stelt dat aanvankelijk was afgesproken om Prestige Pools v.o.f. in een besloten vennootschap onder te brengen, waarin “de [eiseres groep] voor 30% zou participeren. Om voor [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] onduidelijke redenen kon de beoogde samenwerkingsstructuur niet worden gerealiseerd en heeft Klein Beheer de lege vennootschap Holding Haruni B.V. als vennoot er tussen geschoven. Omdat [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] in privé participeerde in de v.o.f., terwijl “de [eiseres groep]” er een lege vennootschap tussen had geschoven, heeft [eiseres in conventie zaaknr. 04-548] zich in 1998 als borg gesteld jegens de Rabobank. In de onderlinge verhouding tussen partijen gold deze borgstelling als garantie dat Holding Haruni B.V. aan haar verplichtingen als vennoot zou voldoen en [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] niet alleen voor een eventueel tekort zou opdraaien. Dat [eiseres in conventie zaaknr. 04-548] haar verplichtingen uit de borgstelling is nagekomen, betekent in de verhouding tussen patijen dus dat zij heeft meegedeeld in de schulden van de v.o.f.. Niet voor niets heeft [eiseres in conventie zaaknr. 04-548], na betaling aan de Rabobank, ruim anderhalf jaar niets van zich laten horen en geen aanspraak gemaakt op terugbetaling. [eiseres] heeft hooguit een vordering op Holding Haruni. Dat Klein Beheer zich er van bewust is dat zij niets van [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] te vorderen heeft, blijkt ook uit het feit dat zij voorafgaand aan deze procedure ruim vier jaar niets van zich heeft laten horen. Indien [eiseres in conventie zaaknr. 04-548] al enig bedrag te vorderen heeft, kan die vordering worden verrekend met hetgeen [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] van [eiseres in conventie zaaknr. 04-548] te vorderen heeft.
in reconventie
3.7. [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] vordert dat de rechtbank bij vonnis – uitvoerbaar bij voorraad – [eiseres in conventie zaaknr. 04-548] veroordeelt tot vergoeding van alle door haar geleden en te lijden schade ten gevolge van de toerekenbare tekortkomingen bij de uitoefening van haar verplichtingen jegens hem, althans ten gevolge van het onrechtmatig handelen van [eiseres in conventie zaaknr. 04-548] jegens [gedaagde in conventie zaaknr 04-547], welke schade zal zijn op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Hij stelt daartoe – samengevat - dat “de [eiseres groep] er willens en wetens voor heeft gezorgd dat de goedlopende en explosief groeiende onderneming van [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] binnen de kortst mogelijke tijd te gronde is gericht. Zo kwam [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] er in februari 1999 achter dat [bestuurde[bestuurders eiseres] maandelijks +/- fl. 2.000,-- overmaakten ter zake van aflossing en rente op de uitstaande geldlening en +/- fl. 17.000,-- (of +/- fl. 195.000,-- per jaar) als huur voor het bedrijfspand. [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] heeft tegen de overboekingen van de huurpenningen geprotesteerd omdat een maximumhuur van fl. 80.000,-- overeengekomen was. De [bestuurders eiseres] trokken zich daar echter niets van aan. Bovendien bleek achteraf dat zij de in het vennootschapcontract neergelegde regeling van beloning en winst-/verliesdeling, ten nadele van [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] niet nakwamen. Ook hebben [bestuurde[bestuurders eiseres] nagelaten te betalen voor de overname van de productiemiddelen van de firma Pamos Benelux B.V., die Prestige Pools v.o.f. eind 1998 had overgenomen. Hierdoor hebben zij een omzetverlies veroorzaakt van +/- fl. 420.000,--. Verder is het [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] gebleken dat [bestuurde[bestuurders eiseres] circa fl. 28.000,-- van accountantskosten voor de [groep eiseres] ten laste van Prestige Pools v.o.f. hebben gebracht. Na het staken van de onderneming van Prestige Pools v.o.f. eind juni 2000 resteerde een schuld van omstreeks fl. 700.000,-- aan handelscrediteuren. Holding Haruni / [eiseres in conventie zaaknr. 04-548] bleek niet bereid te zijn medewerking te verlenen aan de liquidatie van Prestige Pools v.o.f.. Om een faillissement van zichzelf in privé te voorkomen, heeft [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] de schulden van Prestige Pools v.o.f. uit eigen middelen voldaan althans betalingsregelingen getroffen. [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] heeft hierdoor aanmerkelijke schade geleden.
3.8. [eiseres in conventie zaaknr. 04-548] stelt dat [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] niet ontvankelijk is in zijn reconventionele vorderingen. Tussen haar en [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] bestond geen overeenkomst. De vorderingen hebben betrekking op de afwikkeling van Prestige Pools v.o.f., maar [eiseres in conventie zaaknr. 04-548] is daarbij geen partij. De schade waarvan [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] vergoeding vordert is schade van de v.o.f. Hij kan daar op grond van artikel 12 van het vennootschapcontract niet zonder instemming van zijn medevennoot over procederen. Bovendien is de rechtbank op grond van artikel 17 van het vennootschapcontract niet bevoegd. Van onrechtmatig handelen is geen sprake. De onderneming van BluBlue is niet in Haruni BV ondergebracht, wat eerst wel de bedoeling was, omdat [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] anders zijn verliezen niet fiscaal kon verrekenen. Om die reden is Prestige Pools v.o.f. is opgericht. De ondergang van Prestige Pools v.o.f. is te wijten aan [gedaagde in conventie zaaknr 04-547]. Hij voerde zelf de administratie. De huur van het bedrijfspand was op advies van [gedaagde in conventie zaaknr 04-547] tot stand gekomen en bedroeg fl. 155.000,-- per jaar. Price Waterhouse Coopers is geraadpleegd ten behoeve van Prestige Pools v.o.f..