ECLI:NL:RBMID:2008:BG2825
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van geschiktheid voor de functie medewerker primaire politietaken B na arbeidsgezondheidskundig onderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 3 november 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen een ambtenaar en de Korpsbeheerder van de regiopolitie Zeeland. De eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. N.D. Dane, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Korpsbeheerder, waarin het bezwaar van de eiser tegen een eerdere beslissing ongegrond was verklaard. Dit besluit was gebaseerd op artikel 50 van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp), dat de mogelijkheid biedt om een ambtenaar te verplichten tot een arbeidsgezondheidskundig onderzoek indien er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan zijn gezondheidstoestand.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Korpsbeheerder zich op het standpunt stelde dat de eiser ongeschikt was voor zijn functie als medewerker primaire politietaken B, op basis van de uitkomsten van een arbeidsgezondheidskundig onderzoek. De eiser betwistte dit en voerde aan dat de Pare-test, die onderdeel was van het onderzoek, niet de juridische status had van een gebruikelijk instrument binnen de politie om beroepsvaardigheden te beoordelen. De rechtbank oordeelde echter dat de resultaten van de Pare-test, in combinatie met de bevindingen van de bedrijfsarts en arbeidsdeskundige, voldoende basis vormden voor de conclusie dat de eiser niet in staat was om zijn werkzaamheden adequaat uit te voeren.
De rechtbank concludeerde dat de Korpsbeheerder op goede gronden had besloten dat de eiser ongeschikt was voor de functie, en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van een gedegen arbeidsgezondheidskundig onderzoek en de rol van verschillende deskundigen in het vaststellen van de geschiktheid van ambtenaren voor hun functie. De rechtbank heeft geen termen gezien voor een proceskostenveroordeling.