ECLI:NL:RBMID:2008:BD5574
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Erfdienstbaarheid van uitweg en geschil over toegang tot landbouwperceel
In deze zaak vordert de eiser, [eiser], dat de rechtbank de gedaagde, [gedaagde], veroordeelt tot het verwijderen van een hekwerk en andere materialen die de uitweg naar zijn landbouwperceel belemmeren. De eiser stelt dat hij een erfdienstbaarheid van uitweg heeft die is vastgelegd in een notariële akte van 11 december 1979, waarin het recht van uitweg ten behoeve van zijn perceel is beschreven. De gedaagde betwist echter het bestaan van deze erfdienstbaarheid en stelt dat de eiser als pachter geen recht heeft om deze te vorderen.
De rechtbank oordeelt dat de eiser, ondanks dat hij geen eigenaar is van het perceel, wel degelijk een beroep kan doen op de erfdienstbaarheid indien deze is gevestigd. De rechtbank onderzoekt of de erfdienstbaarheid daadwerkelijk bestaat en of de eiser in zijn gebruik van de uitweg niet onterecht wordt belemmerd door de gedaagde. De rechtbank wijst erop dat de akte van 11 december 1979 is ingeschreven in de openbare registers, wat betekent dat de daarin omschreven rechten zijn gevestigd.
De zaak wordt verder behandeld, waarbij de rechtbank de eiser de gelegenheid biedt om getuigenbewijs te leveren over het gebruik van de uitweg. De beslissing over de vordering van de eiser wordt aangehouden tot het getuigenverhoor heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar een rolzitting voor dagbepaling van het getuigenverhoor.