ECLI:NL:RBMID:2007:BJ4487
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om hoger beroep tegen tussenvonnis in civiele zaak
In deze civiele procedure heeft eiser, wonende te [adres], op 20 juli 2007 de rechtbank verzocht om verlof te verlenen voor het instellen van (tussentijds) hoger beroep tegen het tussenvonnis van 2 mei 2007. De gedaagde partij, de onderlinge waarborgmaatschappij ONDERLINGE VERZEKERINGMIJ ZLM U.A., gevestigd te Goes, heeft op 26 juli 2007 gereageerd op dit verzoek. In het tussenvonnis van 2 mei 2007 heeft de rechtbank een deel van de vordering van eiser, specifiek schadepost g, afgewezen en de zaak voor het overige verwezen naar de rol voor het nemen van een akte door beide partijen. Dit tussenvonnis wordt gekarakteriseerd als een gedeeltelijk eindvonnis, waartegen hoger beroep openstaat, en een gedeeltelijk tussenvonnis, waartegen zonder verlof geen hoger beroep openstaat.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat er geen belang is voor eiser bij het verzoek om hoger beroep, aangezien de rechtbank in het tussenvonnis van 2 mei 2007 nog geen overwegingen of beslissingen heeft gegeven over het overige deel van de zaak. Eiser heeft dit belang ook niet toegelicht. Daarentegen heeft ZLM gewezen op de te verwachten vertraging van de procedure indien tussentijds hoger beroep wordt ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het belang van ZLM bij voortgang in de procedure zwaarder weegt dan het verzoek van eiser. Daarom heeft de rechtbank het verzoek om hoger beroep afgewezen.
De beslissing van de rechtbank is op 1 augustus 2007 openbaar uitgesproken door mr. J. de Graaf, waarbij het verzoek van eiser om hoger beroep werd afgewezen.