ECLI:NL:RBMID:2007:BD8598
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.C.M. Reinarz
- W.M.J. Hoppers
- F.C.J.E. Meeuwis
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van een man voor moord op zijn ex-echtgenote met een vuurwapen
Op 7 november 2007 heeft de Rechtbank Middelburg uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 59-jarige man, die werd beschuldigd van moord op zijn ex-echtgenote. De verdachte had op 23 juli 2007, na een woordenwisseling, met een geladen pistool zesmaal op zijn ex-vrouw geschoten, wat leidde tot haar overlijden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte met voorbedachten rade had gehandeld, ondanks het verweer van zijn raadsman dat de verdachte in een emotionele opwelling had gehandeld. De rechtbank weigerde dit verweer en concludeerde dat de verdachte voldoende tijd had gehad om na te denken over zijn daad. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 12 jaar geëist, wat de rechtbank ook oplegde. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de impact op de nabestaanden en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte had geen eerdere veroordelingen voor geweldsmisdrijven, maar wel voor overtredingen van de Wet wapens en munitie. De rechtbank concludeerde dat de verdachte volledig toerekeningsvatbaar was en dat er geen sprake was van een ziekelijke stoornis. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de raadsman van de verdachte, mr. M.C. van der Want, en griffier mr. S.F. Lantai.