ECLI:NL:RBMID:2007:BC5304

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
12 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
56528/HA ZA 07-85
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen en reconventionele vordering tot schadevergoeding in een geschil over geleverde planten

In deze zaak vorderde de eiser in conventie, wonende te Boskoop, betaling van openstaande facturen van in totaal € 35.102,74, vermeerderd met rente en kosten, van de gedaagden in conventie, een vennootschap onder firma en twee natuurlijke personen, allen wonende te Kapelle. De eiser had in 2005 en 2006 vijf partijen bomen en planten geleverd, waarvan de laatste partij bramenstruiken op 24 april 2006. Twee van de vier verzonden facturen bleven onbetaald, ondanks sommaties. De gedaagden in conventie betwistten de vordering en stelden dat de geleverde bramen van slechte kwaliteit waren, wat hen noopte tot het kopen van vervangende planten en het maken van extra kosten. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden in conventie niet tijdig in gebreke waren gesteld en dat de eiser niet in verzuim verkeerde. De rechtbank wees de vordering van de eiser in conventie toe en veroordeelde de gedaagden in conventie tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. In reconventie werd de vordering van de gedaagden afgewezen, omdat zij niet voldoende onderbouwd was en er geen ingebrekestelling had plaatsgevonden. De rechtbank stelde dat de gedaagden in conventie in schuldeisersverzuim verkeerden en dat de eiser niet aansprakelijk kon worden gesteld voor de gestelde schade.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 56528 / HA ZA 07-85
Vonnis van 12 december 2007
in de zaak van
[eiser in conventie/verweerder in reconventie],
wonende te Boskoop,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
procureur mr. C.J. IJdema,
tegen
1. de vennootschap onder firma
[E.D.] BOOMKWEKERIJEN VOF,
gevestigd te Kapelle,
2. [gedaag[E.D.],
wonende te Kapelle,
3. [gedaag[E.D.],
wonende te Kapelle,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
procureur mr. H. van Es.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] en [gedaagden in conventie] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 16 mei 2007
- het proces-verbaal van comparitie van 17 september 2007.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft in 2005 en 2006 vijf partijen bomen en planten aan [gedaagden in conventie] geleverd. De laatst geleverde partij betrof bramenstruiken en is op 24 april 2006 geleverd. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft voor de leveringen vier facturen aan [gedaagden in conventie] verzonden. Twee facturen – die van 18 april 2006 ad € 11.077,00 en van 26 april 2006 ad € 22.429,60 - zijn ondanks sommaties onbetaald gebleven.
2.2. Bij e-mail van 4 mei 2006 heeft [gedaagden in conventie] aan [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] hetvolgende geschreven: “Hier volgen enkele foto’s van de bramen. Dit is geen fijn wortelgestel als we dit snoeien voor de pot blijft er niets over en de tak lijkt eerder een stam. Na de late levering dan nog zulke slecht bramen te ontvangen is zeer triest”. [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft hierop bij e-mail van 21 mei 2006 gereageerd met de mededeling dat de bramenstruiken van goede kwaliteit waren en dat er te laat zou zijn gereclameerd.
3. Het geschil
in conventie
3.1. [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] vordert samengevat - veroordeling van [gedaagden in conventie] tot betaling van de openstaande facturen, inclusief reeds vervallen rente in totaal € 35.102,74, vermeerderd met rente en kosten. Hij stelt daartoe dat [gedaagden in conventie] alleen ten aanzien van de levering van 25 april 2006 (de rechtbank neemt aan dat bedoeld is: 24 april 2006) een opmerking heeft gemaakt over het wortelgestel van de leverde struiken, maar dat dit niet een ingebrekestelling is. [gedaagden in conventie] heeft nimmer gesteld dat de geleverde planten van slechte kwaliteit waren. Bovendien heeft hij tijdens een bespreking op 13 juli 2006 toegezegd om binnen 18 dagen tot betaling van (onder meer) de factuur van € 11.077,00 over te gaan en een afspraak te maken voor het treffen van een betalingsregeling voor de factuur van € 22.429,60. Deze toezegging is vastgelegd in een brief die door [gedaagden in conventie] is teruggefaxt, maar niet nagekomen.
3.2. 3.1. [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] vordert samengevat - veroordeling van [gedaagden in conventie] tot betaling van de openstaande facturen, inclusief reeds vervallen rente in totaal € 35.102,74, vermeerderd met rente en kosten. Hij legt een aantal foto’s over waar dit volgens hem uit blijkt. [gedaagden in conventie] heeft tevergeefs geprobeerd de bramen te redden door ze op te potten. Dit heeft aanzienlijke kosten met zich gebracht. Uiteindelijk moesten de meeste bramenstruiken worden vernietigd. Omdat de geleverde bramenstruiken ondeugdelijk waren, dient de vordering van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] te worden afgewezen. Er is na de levering op 24 april 2006 meermalen telefonisch aangegeven dat er te laat geleverd was en dat de kwaliteit slecht was. De e-mail van 4 mei 2006 diende ter toelichting op de meegestuurde foto’s. Tussen 4 en 21 mei 2006 kon [gedaagden in conventie] [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] niet bereiken. Daarom heeft zij [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] niet in de gelegenheid gesteld om nieuwe planten te leveren. Er is mondeling een beroep op opschorting gedaan. [gedaagden in conventie] heeft nooit toegezegd de factuur van € 11.077,00 binnen 18 dagen te betalen. Hij betwijfelt of de handtekening op de door [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] overgelegde bevestigingsbrief van 13 juli 2006 van hem is. Als dat zo is, dan is de overeenkomst onder dwang gesloten. [gedaagden in conventie] beroept zich om die reden op vernietiging van die overeenkomst.
in reconventie
3.3. [gedaagden in conventie] vordert samengevat - veroordeling van [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] tot betaling van € 95.479,21, vermeerderd met rente en kosten. Zij stelt – onder verwijzing naar haar verweer in conventie - dat zij vervangende planten heeft moeten kopen om aan haar leveringsplicht te kunnen voldoen. Daarnaast heeft zij uitzendbureaus moeten inschakelen en kosten gemaakt voor het vernietigen van de door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] geleverde planten. Voorts heeft [gedaagden in conventie] kosten moeten maken in verband met extra werkzaamheden.
3.4. [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] betwist de vordering in reconventie. [gedaagden in conventie] verkeert in schuldeisersverzuim. Zij heeft geen beroep gedaan op opschorting en geen deugdelijke ingebrekestelling verzonden, zodat de facturen gewoon betaald dienen te worden.
Subsidiair betwist [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] dat sprake is geweest van enige tekortkoming en dat de goederen te laat geleverd zouden zijn. Op de inkoopbevestiging van 5 januari 2006 is vermeld dat de leverdatum in april 2006 zou zijn. Voorts is vermeld dat geleverd kon worden zodra de vorstperiode over was. Uit de door [gedaagden in conventie] overgelegde foto’s kan niet worden afgeleid dat de geleverde partij bramen ondeugdelijk was. De foto’s zijn niet genomen van de geleverde planten en pas na anderhalf jaar ter tafel gekomen. Bovendien blijkt uit de overgelegde producties dat [gedaagden in conventie] opdracht heeft gegeven om de planten extra licht en stikstof te geven. Indien de planten zijn doodgegaan, is dat te wijten aan dit ondeskundige behandelingsadvies. Het toedienen van extra voeding zal bij deze planten leiden tot verbranding en extra warmte tot uitdroging.
Verder heeft [gedaagden in conventie] [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] niet, althans niet tijdig, in gebreke gesteld en niet aan zijn klachtplicht voldaan. [gedaagden in conventie] heeft bovendien de verschuldigdheid van de facturen erkend. Ten slotte betwist [eiser in conventie/verweerder in reconventie] de gestelde schadeposten. De schade en het causaal verband zijn volgens hem ook onvoldoende onderbouwd.
4. De beoordeling
in conventie
4.1. Nu [gedaagden in conventie] wel stelt dat de levering van 24 april 2006 te laat heeft plaatsgevonden, maar dit niet aan haar verweer ten grondslag legt, gaat de rechtbank aan die stelling voorbij.
4.2. Het standpunt van [gedaagden in conventie] komt erop neer dat hij van mening is dat hij de in het geding zijnde facturen niet hoeft te betalen omdat de op 24 april 2006 geleverde bramenstruiken niet aan de koopovereenkomst beantwoordden. Gesteld dat dit laatste juist zou zijn, dan betekent dat nog niet dat [gedaagden in conventie] van zijn verplichting tot betaling van de koopsom is bevrijd. Dit is pas het geval indien de koopovereenkomst in of buiten rechte zou zijn ontbonden, maar daar heeft [gedaagden in conventie] geen beroep op gedaan. [gedaagden in conventie] is dus gehouden tot betaling van de facturen tenzij hij een geslaagd beroep op verrekening of opschorting kan doen.
[gedaagden in conventie] heeft echter geen beroep op verrekening gedaan en ook geen verklaring als bedoeld in artikel 6:127 lid 1 BW uitgebracht. Evenmin is gesteld of gebleken dat [gedaagden in conventie] [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] voorafgaand aan deze procedure aansprakelijk heeft gesteld voor de door haar gestelde schade. Voor zover [gedaagde in conventie] dus heeft beoogd een beroep op verrekening te doen, gaat dat beroep niet op.
Nu [gedaagden in conventie] geen beroep op ontbinding heeft gedaan en kennelijk ook geen nakoming verlangt kan een eventueel beroep op opschorting slechts betrekking hebben op de voldoening van de in reconventie gevorderde schadevergoeding. [gedaagden in conventie] stelt echter niet dat zij nakoming harerzijds opschort in verband met haar vordering tot schadevergoeding, maar slechts dat zij niet wenst te betalen in verband met de gestelde niet behoorlijke nakoming. Dit kan niet als een beroep op opschorting worden aangemerkt.
4.3. Uit het voorgaande volgt dat [gedaagden in conventie] de nog openstaande facturen dient te betalen. Tegen de tevens gevorderde wettelijke (handels)rente is geen afzonderlijk verweer gevoerd. Deze rente kan daarom eveneens worden toegewezen. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen, nu [gedaagden in conventie] de omvang daarvan heeft betwist en niet gebleken is dat de raadsman van [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] meer buitengerechtelijke incassowerkzaamheden heeft verricht dan het sturen van een enkele sommatiebrief.
[gedaagden in conventie] wordt grotendeels in het ongelijk gesteld en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten in conventie.
in reconventie
4.4. [gedaagden in conventie] vordert schadevergoeding wegens een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst van de zijde van [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie]. Er is geen reden om aan te nemen dat – indien de kwaliteit van de geleverde bramenstruiken inderdaad onvoldoende zou zijn geweest – [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] niet in staat was geweest om alsnog struiken van goede kwaliteit te leveren. [gedaagden in conventie] heeft weliswaar – ter comparitie - gesteld dat een vervangende partij niet voorhanden was, maar heeft niet onderbouwd waar dit uit bleek. De rechtbank gaat daarom aan deze stelling voorbij. Ook anderszins is niet gebleken dat het voor [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] blijvend onmogelijk zou zijn geweest om deugdelijk na te komen. Dit betekent dat de vordering tot schadevergoeding alleen toewijsbaar is, indien [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] in verzuim verkeerde. Hiervoor was in dit geval nodig dat [gedaagden in conventie] [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] – bij voorkeur schriftelijk – aanmaande om alsnog binnen een redelijke termijn (deugdelijk) na te komen. Een dergelijke aanmaning heeft niet plaatsgevonden. Het e-mailbericht van 4 mei 2006 kan ook niet als zodanig worden aangemerkt, omdat daarin alleen wordt geklaagd over de late levering en de slechte kwaliteit van de planten. Indien al juist is dat [gedaagden in conventie] – zoals zij stelt – [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] tussen 4 en 21 mei niet kon bereiken, neemt dat niet weg dat [gedaagden in conventie] tussen 24 april en 4 mei of na 21 mei 2006 in gebreke had kunnen stellen. Bovendien valt niet in te zien waarom wel per e-mail van 4 mei 2006 over de late levering en de kwaliteit van de planten geklaagd kon worden, maar [gedaagden in conventie] [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] niet tegelijkertijd in de gelegenheid kon stellen om alsnog deugdelijk na te komen.
4.5. Het voorgaande betekent dat de rechtbank niet toekomt aan de vraag of de geleverde bramenstruiken aan de koopovereenkomst beantwoordden. Reeds op grond van het ontbreken van een ingebrekestelling dient de vordering te worden afgewezen. [gedaagden in conventie] zal, nu hij in het ongelijk is gesteld, worden veroordeeld in de proceskosten in reconventie.
5. De beslissing
De rechtbank:
in conventie:
veroordeelt [gedaagden in conventie] om aan [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] tegen kwijting te betalen het bedrag van € 35.102,74 vermeerderd met de wettelijke (handels)rente over dat bedrag met ingang van 19 februari 2007 tot de dag der voldoening;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd;
veroordeelt [gedaagden in conventie] in de kosten van het geding welke aan de zijde van [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] tot aan dit moment worden begroot op € 790,-- wegens griffierecht, € 70,85 wegens overige verschotten en € 1.158,-- wegens procureurssalaris;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie:
wijst de vordering af;
veroordeelt [gedaagden in conventie] in de kosten van het geding in reconventie welke aan de zijde van [eiser in conventie/verweerder in r[eiser in conventie/verweerder in reconventie] tot aan dit moment worden begroot op € 579,-- wegens procureurssalaris.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. de Graaf en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2007.?