ECLI:NL:RBMID:2007:BB2741

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
1 augustus 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
54875 HA ZA 06-519
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid Rabobank voor schade door ontbrekende dekking ziekteverzuimpolis

In deze zaak vordert Aannemingsbedrijf Verweij B.V. (hierna: Verweij) dat de coöperatie Rabobank West-Zeeuws Vlaanderen U.A. (hierna: Rabobank) aansprakelijk wordt gesteld voor schade die Verweij heeft geleden door het ontbreken van dekking op een ziekteverzuimpolis. De zaak betreft een geschil over de dekking van de polis die Verweij had afgesloten bij Delta Lloyd, waarbij twee werknemers op 24 maart 2004 ziek waren. Verweij stelt dat Rabobank haar zorgplicht heeft geschonden door onjuiste informatie te verstrekken over de dekking van de polis. Rabobank betwist de aansprakelijkheid en stelt dat Verweij geen schade heeft geleden, omdat er geen verzekering was afgesloten op het moment dat de werknemers ziek werden.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat Verweij niet kan aantonen dat Rabobank aansprakelijk is voor de schade die zij heeft geleden. De rechtbank oordeelt dat er geen causaal verband bestaat tussen het handelen van Rabobank en de schade van Verweij. De vordering van Verweij wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.

In reconventie vordert Rabobank betaling van achterstallige premies door Verweij. De rechtbank oordeelt dat Verweij gehouden is om de premies te betalen, aangezien de verzekeringsovereenkomst met Delta Lloyd rechtsgeldig is en in stand is gebleven. Verweij wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en ook in de proceskosten van de reconventie. Het vonnis is uitgesproken op 1 augustus 2007.

Uitspraak

zaaknummer / rolnummer: 54875 / HA ZA 06-519
Vonnis van 1 augustus 2007
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AANNEMINGSBEDRIJF VERWEIJ B.V.,
gevestigd te Oostburg,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. A.A.J. Maat,
tegen
de coöperatie
COÖPERATIEVE RABOBANK WEST-ZEEUWS VLAANDEREN U.A.,
gevestigd te Oostburg,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procureur mr. C.J. IJdema.
Partijen zullen hierna Verweij en Rabobank genoemd worden.
De procedure
Bij tussenvonnis van 24 januari 2007 heeft de rechtbank een comparitie van partijen gelast. Deze heeft plaatsgevonden op 27 maart 2007. Verweij heeft een conclusie van antwoord in reconventie genomen. Van de zitting is proces-verbaal opgemaakt.
De feiten
Via Assurantiën Versluijs B.V. als tussenpersoon, heeft Verweij een offerte voor een ziekteverzuimpolis van Delta Lloyd Schadeverzekerings Maatschappij (hierna: Delta Lloyd) ontvangen, voor akkoord ondertekend en op 30 december 2003 (met enkele bijlagen) retour gezonden, met het verzoek de verzekering per 1 januari 2004 in te laten gaan. Vooruitlopend daarop heeft Verweij in rekening courant premies betaald aan Assurantiën Versluijs.
2.2. Assurantiën Versluijs B.V. heeft haar assurantiebemiddelingsbedrijf per 1 januari 2004 verkocht aan Rabobank, die de assurantiebemiddeling met betrekking tot de klanten van Assurantiën Versluijs B.V. vanaf 1 januari 2004 tot 1 januari 2006 heeft uitgeoefend onder de naam Assurantiën Versluijs.
2.3. Bij brief van 21 januari 2004 heeft Delta Lloyd aan Assurantiën Versluijs medegedeeld dat de aanvraag voor de verzekering pas in behandeling kan worden genomen na ontvangst van een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier. Het door Verweij met een Arbodienst afgesloten contract voldeed bovendien niet aan de voorwaarden. Delta Lloyd deelt in de brief voorts mede: “De verzekering gaat in op de dag dat wij het Arbocontract inhoudelijk op bovenstaande hebben getoetst en akkoord bevonden”.
2.4. Per 19 februari 2004 zijn twee werknemers van Verweij ziek gemeld.
2.5. Bij brief van 22 april 2004 heeft Delta Lloyd aan Assurantiën Versluijs medegedeeld dat zij de gegevens die nodig waren voor het afhandelen van de aanvraag tot dan toe niet had ontvangen en dat zij het dossier dan ook had afgelegd. Tevens deelt zij mede: “Voor de goede orde melden wij u dat er nimmer dekking heeft bestaan voor deze aangevraagde verzekering”. Delta Lloyd wilde desgevraagd wel een nieuwe aanbieding doen.
2.6. Tussen Verweij en Delta Lloyd is een discussie ontstaan over de vereisten voor de aanvraag en de ingangsdatum van de verzekering. Delta Lloyd heeft het voorstel gedaan om de verzekering alsnog per 24 maart 2004 in te laten gaan. Assurantiën Versluis heeft op dit voorstel bij faxbericht van 24 juni 2004 als volgt gereageerd:
“Hierbij berichten wij u het compromisvoorstel, zoals wij dat telefonisch hebben besproken op 15 juni jl. te hebben voorgelegd aan verzekerde. Verzekerde blijft van mening dat er begin januari 2004 sprake was van een overeenkomst en door Delta Lloyd als voorwaarde gesteld was dat er een contract met een gecertificeerde Arbodienst moest zijn. Dit was het geval. Om een eindeloze correspondentie te vermijden gaat verzekerde akkoord met het compromisvoorstel om de polis per 24-03-2004 te laten ingaan. Voorwaarde van de zijde van verzekerde is dat eventueel door Arbodienst geregistreerde zieke werknemers vanaf die datum gewoon onder polisdekking vallen. (…)”
2.7. Delta Lloyd heeft de verzekeringspolis met als ingangsdatum 24 maart 2004 opgemaakt en aan Assurantiën Versluijs gezonden, die de polis op haar beurt zonder toelichting aan Verweij heeft doorgezonden. Na ontvangst van de polis heeft Verweij via Assurantiën Versluijs aan Delta Lloyd medegedeeld dat twee van haar werknemers ziek waren en aanspraak gemaakt op vergoeding van de loonkosten. Delta Lloyd heeft geweigerd dekking te verlenen voor deze ziektegevallen, nu de betreffende werknemers reeds ziek waren voor de ingangsdatum van de verzekering.
Het geschil
in conventie
Verweij vordert om bij vonnis – uitvoerbaar bij voorraad – te verklaren voor recht dat Rabobank aansprakelijk is voor alle schade, inclusief rente en kosten welke zij lijdt c.q. heeft geleden ter zake van het ontbreken van de dekking op de ziekteverzuimpolis onder nr. 4509634 bij Delta Lloyd afgesloten en betrekking hebbende op twee bij haar in dienst zijnde werknemers welke op 24 maart 2004 ziek waren. Daarnaast vordert Verweij Rabobank te veroordelen in de proceskosten.
Zij stelt daartoe dat de heer Tazelaar van Rabobank aan haar heeft medegedeeld dat ook de op 24 maart 2004 eventueel door de Arbodienst geregistreerde werknemers onder de dekking van de polis vielen. Rabobank heeft haar zorgplicht geschonden door deze toezegging niet na te komen. Verweij mocht er daarom vanuit gaan dat het op 24 juni 2004 met Delta Lloyd gesloten compromis onverkort van kracht was gebleven. Indien het compromis niet tot stand was gekomen zou Verweij de verzekeringsovereenkomst niet zijn aangegaan. Verweij stelt dat haar schade gelijk is aan het bedrag dat zij zou hebben gekregen indien Delta Lloyd wel tot vergoeding op basis van de ziekteverzuimpolis was overgegaan.
3.2. Rabobank stelt dat ook indien een verkeerde uitleg is gegeven of verkeerde verwachtingen zijn gewekt, dit er niet toe leidt dat zij haar zorgplicht heeft geschonden. Bovendien is er geen schade geleden. Verweij wist dat er geen verzekering was afgesloten op het moment dat de twee werknemers ziek waren. Het was niet mogelijk voor die gevallen alsnog een verzekering af te sluiten, ook niet bij andere maatschappijen, want van een onzeker voorval was geen sprake meer. Verweij heeft daarom geen belang bij de door haar gevorderde verklaring voor recht.
in reconventie
3.3. Rabobank vordert in reconventie om Verweij bij vonnis - uitvoerbaar bij voorraad - te veroordelen om aan Rabobank te betalen een bedrag van € 21.029,35, met wettelijke rente vanaf de dagvaarding en veroordeling van Verweij in de proceskosten. Zij stelt daartoe - onder verwijzing naar hetgeen zij in conventie heeft gesteld - dat Verweij tot dat bedrag achterstallig is met betaling van de verzekeringspremies voor de ziekteverzuimpolis. Ten onrechte stelt Verweij zich op het standpunt dat zij kan verrekenen. Dit is niet toegezegd en Delta Lloyd zal ook geen uitkering doen. Het beroep van Verweij op dwaling regardeert Rabobank niet, nu dit betrekking heeft op de overeenkomst met Delta Lloyd en Rabobank daarbij geen partij is.
3.4. Verweij betwist de bevoegdheid van Rabobank om de premies te innen. Voorts stelt zij dat Rabobank wel degelijk heeft toegezegd dat de eventueel te betalen premies kunnen worden verrekend met te ontvangen uitkeringen. Daarnaast beroept zij zich op de ontbinding c.q. nietigheid van de verzekeringsovereenkomst wegens dwaling c.q. misleiding. Subsidiair beroept zij zich op verrekening van het gevorderde bedrag met de door Rabobank aan haar te betalen schadevergoeding.
De beoordeling
in conventie
De rechtbank laat in het midden of Rabobank bij het afsluiten van onderhavige verzekering haar zorgplicht heeft geschonden. De gevorderde verklaring voor recht kan reeds niet worden toegewezen, nu uit de stellingen van Verweij niet volgt dat Rabobank aansprakelijk is voor de schade die Verweij heeft geleden door het ontbreken van dekking van de verzekering voor de twee werknemers die in februari 2004 ziek zijn geworden. Verweij verwijt Rabobank dat er onjuiste informatie is verstrekt. Zij stelt dat zij de verzekering nooit had afgesloten indien zij had geweten dat deze schade niet onder de dekking viel. Indien Rabobank Verweij wel juist had geïnformeerd, was er dus geen verzekering afgesloten en had Verweij ook geen vergoeding van de loonkosten ontvangen. Daaruit volgt dat enig causaal verband tussen het handelen c.q. nalaten van Rabobank en voornoemde schade ontbreekt. De vordering zal daarom worden afgewezen. Verweij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten in conventie.
in reconventie
Ter comparitie heeft Rabobank toegelicht dat zij op grond van een overeenkomst met Delta Lloyd bevoegd is om zelf verzekeringspremies als die waarvan zij thans betaling vordert bij verzekerden te incasseren. Verweij heeft aangegeven geen reden te hebben om aan de juistheid daarvan te twijfelen, zodat de rechtbank voorbij gaat aan het verweer dat Rabobank die bevoegdheid zou missen.
4.3. Het beroep van Verweij op ontbinding c.q. nietigheid van de verzekeringsovereenkomst met Delta Lloyd heeft niet tot gevolg dat Verweij geen premies aan Rabobank is verschuldigd. Terecht heeft Rabobank opgemerkt dat zij bij die overeenkomst geen partij is. Nu gesteld noch gebleken is dat de verzekeringsovereenkomst door overeenstemming met Delta Lloyd of een rechterlijke uitspraak is ontbonden of vernietigd, dient er in deze procedure vanuit te worden gegaan dat die overeenkomst rechtsgeldig tot stand is gekomen en in stand is gebleven. Daaruit volgt dat Verweij gehouden is de vervallen premies te betalen.
4.4. Uit hetgeen in conventie is overwogen volgt voorts dat Rabobank niet aansprakelijk is voor de schade die Verweij in conventie stelt te hebben geleden. Voor verrekening met een daarop gebaseerde schadevergoeding is derhalve geen plaats.
4.5. Tegen de hoogte van het gevorderde bedrag en de verschuldigdheid van de wettelijke rente heeft Verweij geen verweer gevoerd. Gelet hierop en op het voorgaande zal Verweij worden veroordeeld tot betaling van het bedrag van € 21.029,35. De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf 10 januari 2007, zijnde de datum waarop Rabobank de vordering in reconventie heeft ingesteld. Tevens zal Verweij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten in reconventie, aangezien zij in het ongelijk is gesteld.
De beslissing
De rechtbank:
in conventie
wijst de vordering af;
veroordeelt Verweij in de kosten van het geding in conventie welke aan de zijde van Rabobank tot aan dit moment worden begroot op € 248,-- wegens griffierecht en € 904,-- wegens procureurssalaris;
in reconventie
veroordeelt Verweij om aan Rabobank tegen kwijting te betalen de som van € 21.029,35, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag met ingang van 10 januari 2007 tot die der algehele voldoening;
veroordeelt Verweij in de kosten van het geding in reconventie welke aan de zijde van Rabobank tot aan dit moment worden begroot op € 579,-- wegens procureurssalaris;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. de Graaf en in het openbaar uitgesproken op 1 augustus 2007.