ECLI:NL:RBMAA:2012:BW5798
Rechtbank Maastricht
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van een rechter in een civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 22 maart 2012 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van een rechter, ingediend door een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.L. Cohen. Het verzoek tot wraking was gelijkluidend aan een eerder verzoek dat op 13 februari 2012 was ingediend, en de wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet tijdig was ingediend. De wrakingskamer stelde vast dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die na het eerdere verzoek aan verzoekster bekend waren geworden, wat leidde tot de conclusie dat verzoekster niet ontvankelijk was in haar verzoek.
De wrakingskamer overwoog dat het eerdere verzoek niet was ondertekend door een advocaat, wat in strijd was met de wettelijke vereisten. Verzoekster had de gelegenheid gekregen om dit verzuim te herstellen, maar had ervoor gekozen om dit niet te doen. De wrakingskamer benadrukte dat verzoekster niet gerechtvaardigd kon vertrouwen op eerdere beslissingen van de wrakingskamer, aangezien zij expliciet was gewezen op de gevolgen van het niet herstellen van haar verzuim.
Uiteindelijk verklaarde de wrakingskamer verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot wraking van de rechter, op basis van de relevante artikelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.