ECLI:NL:RBMAA:2011:BR2789
Rechtbank Maastricht
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Huisverbod en schorsingsvoorwaarden in het kader van huiselijk geweld
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht op 13 juli 2011, staat de vraag centraal of de strafrechtelijke schorsingsvoorwaarden van de rechter-commissaris (RC) het opleggen of voortzetten van een huisverbod door de burgemeester in de weg staan. Eiseres, wonende te Nuth, heeft een huisverbod opgelegd gekregen dat op 27 februari 2011 is ingegaan en op 4 maart 2011 is verlengd. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen deze besluiten, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S.F.J. Bergmans. De burgemeester, verweerder in deze zaak, heeft het huisverbod opgelegd op basis van de Wet tijdelijk huisverbod, die in werking is getreden op 1 januari 2009. Deze wet stelt dat een huisverbod kan worden opgelegd indien er een ernstige dreiging van huiselijk geweld bestaat.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de aan eiseres opgelegde schorsingsvoorwaarden door de RC van 1 maart 2011, die onder andere een contactverbod met de belanghebbende inhouden, in wezen de beperkingen van een huisverbod al omvatten. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester geen argumenten heeft kunnen aanvoeren om het huisverbod te handhaven, aangezien de doelen van het huisverbod ook met de schorsingsvoorwaarden gewaarborgd zijn. De rechtbank concludeert dat het verlengen van het huisverbod onevenredig zwaar was in verhouding tot de reeds door de RC opgelegde voorwaarden.
De rechtbank verklaart het beroep tegen het besluit van 27 februari 2011 ongegrond, maar verklaart het beroep tegen het verlengingsbesluit van 4 maart 2011 gegrond en vernietigt dit besluit. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 874,-. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. R.E. Bakker, rechter, in aanwezigheid van mr. J.P.H. Welie als griffier.