ECLI:NL:RBMAA:2008:BC4450
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.R. Sijmonsma
- J.J. Verhoeven
- M.E.W.M. Nuijts
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake aanneming van werk en toepasselijkheid van overgangsrecht
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Maastricht, betreft het een geschil over de aanneming van werk en de toepasselijkheid van het overgangsrecht. De rechtbank heeft op 13 februari 2008 een vonnis gewezen in de zaak met zaaknummer 113256 - HA ZA 06-825. Eiser in conventie, vertegenwoordigd door procureur mr. W.C.M. Coenen, heeft vorderingen ingesteld tegen gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door procureur mr. M. Moszkowicz jr. De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de toepasselijkheid van titel 7:12 van het Burgerlijk Wetboek (BW) of het oude recht, zoals vastgelegd in artikel 217 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek.
Gedaagde in reconventie heeft zich beroepen op artikel 7:761 lid 1 BW, waarop de rechtbank oordeelt dat dit beroep doel treft. De rechtbank legt uit dat artikel 217 lid 1 van de Overgangswet bepaalt dat op overeenkomsten van aanneming van werk die vóór de inwerkingtreding van titel 12 van Boek 7 zijn gesloten, deze titel pas drie jaren na dat tijdstip van toepassing wordt. De rechtbank concludeert dat in dit geval artikel 7:761 BW op 1 september 2006 van toepassing is geworden, aangezien de overeenkomst vóór deze datum is gesloten.
Eiser in reconventie heeft zich beroepen op artikel 217 lid 3 van de Overgangswet, maar de rechtbank verwerpt dit verweer. De rechtbank stelt vast dat de vordering van eiser in reconventie, die gebaseerd is op gebreken in het opgeleverde werk, is verjaard. De rechtbank wijst op de verjaringstermijn van artikel 7:761 lid 1 BW, die is gaan lopen op het moment dat gedaagde in reconventie de brief van eiser in reconventie ontving waarin hij protesteerde tegen de gebreken. De rechtbank concludeert dat de vordering van eiser in reconventie moet worden afgewezen, en dat hij als de in het ongelijk gestelde partij de kosten van de procedure moet dragen.