RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
Parketnummer: 03/700671-06
Datum uitspraak: 23 november 2007
Dit vonnis is naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 17 juli 2007 en
9 november 2007 op tegenspraak gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats en datum verdachte],
wonende te [adres verdachte].
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 31 augustus 2004 tot en met 21 september 2005 in de gemeente Kerkrade, in elk geval in Nederland, (telkens) één of meermalen een hoeveelheid , in elk geval een gegevensdrager, te weten drie harde schij(f)(ven), bevattende één of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen, bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of
schijnbaar was betrokken, (onder meer) bestaande uit:
- een serie afbeeldingen lopend van filename isl-016-001 tot en met isl-016-104: Op de eerste afbeeldingen poseert in duidelijk geregisseerde houdingen een meisje van een jaar of zes gekleed in een bikini. De slip is een tanga. Zij heeft en soort gekleurd visnet om zich heen geslagen. Na enkele afbeeldingen doet zij het visnet weg en poseert alleen in bikini. Op de volgende afbeeldingen trekt zij de bikinislip uit en poseert met naakt onderlichaam in verschillende houdingen. Op enkele afbeeldingen heeft zij een plastic opblaaseend bij zich en op enkele afbeeldingen heeft zij een handdoek om zich heen geslagen. Op vrijwel alle afbeeldingen waar zij haar slip uit heeft, is haar vagina nadrukkelijk in beeld gebracht door haar houding (gespreide benen of voorover gebogen en van achteren gefotografeerd;
- een beeldfile, te weten [Bestandsnaam].jpg: Een meisje poseert naakt oor de camera. Zij staat rechtop met haar lichaam een beetje voorovergebogen en de handen in haar zij. Haar benen heeft zij enigszins gespreidt. Haar vagina is duidelijk zichtbar in beeld gebracht. Het meisje is circa zeven a tien jaar oud;
- een beeldfile, te weten [Bestandsnaam].jpg: Een meisje zit op de grond tegen de achtergrond van een professioneel decor. Zij is professioneel gekapt en opgemaakt. Het meisje is slechts gekleed in lange latex handchoenen, naaldhakken en een latex rok die op haar enkels hangt. Het meisje zit met de benen wijd gespreidt waardoor haar vagina duidelijk in beeld is. Het meisje is circa negen a elf jaar oud;
- een beeldfile, te weten [Bestandsnaam].jpg: In het decor van een oosters aandoend tafereel zit een meisje op een rood tapijt. Zij is geheel naakt. Zij heeft haar benen gespreidt en één been opgetrokken waardoor haar vagina heel duidelijk in beeld is. Het meisje is circa negen a elf jaar oud;
- een beeldfile, te weten [Bestandsnaam].jpg: Een meisje staat voor een geschilderd decor. In één hand houdt zij een strandbal. Met de andere hand trekt zij haar broek, gemaakt van kant, enigszins naar beneden waardoor haar kanten, doorzichtige slipje gedeeltelijk zichtbaar is. Haar bovenlichaam is naakt. Het meisje is circa elf a veertien jaar oud;
- een beeldfile, te weten [Bestandsnaam].jpg: Een meisje zit op haar linkerbil in een geschilderd decor. Zij zit met haar billen in de richting van de camera. Zij is gekleed in een soort glitterjurk. De jurk is tot aan haar heupen omhoog geschoven. Haar slipje heeft zij met één hand kennelijk tot haar knieen naar beneden geschoven. Het meisje draagt hoge hakken. Het meisje is circa veertien a zestien jaar oud;
- een filmfile, te weten [Bestandsnaam].jpg 01: Een meisje en jongen bevinden zich op een bed. Zij ontkleden zich en gedurende de gehele film hebben zij op diverse manieren seks met elkaar. Over en weer hebben zij met elkaar orale seks en vervolgens heeft de gongen gemeenschap met het meisje. Het meisje is circa zestien jaar oud;
- een filmfile, te weten [Bestandsnaam].jpg: Een meisje poseert voor een geïmproviseerde achtergrond van een blauwe doek met daarop een zonnebloem. Het meisje is gekleed in een string en een topje. Gedurende het filmpje poseert zij oa. op handen en knieën, met opgetrokken knieën, liggend met wijd gespreide benen etc. De nadruk in dit korte fragment ligt op het in beeld brengen van haar schaamstreek en billen. Het meisje is circa tien a veertien jaar oud;
(telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad; .
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de verdachte ter zake van de feiten zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een jaar, met aftrek conform het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
De raadsman heeft tot vrijspraak geconcludeerd.
Op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting komt de rechtbank tot de vaststelling van de navolgende feitelijke gang van zaken.
In een Italiaans onderzoek, genaamd “Icebreaker”, stuit de politie op een Italiaanse verdachte die in het bezit is van een server met daarop kinderpornografisch beeldmateriaal.
Vanaf ongeveer 2000 IP adressen in 24 landen is een bestand, genaamd “016.zip”, gedownload van deze server. Dit bestand bestaat uit 104 seksueel getinte afbeeldingen van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.
Een van deze IP adressen staat op naam van [naam en adres]. Op dit adres stelt de politie een onderzoek in en neemt onder andere een computer, merkloos, kleur rood, in beslag. De harde schijf, Maxtor D740X-GL, uit deze computer wordt onderzocht op de aanwezigheid van kinderpornografisch beeldmateriaal. Daarbij wordt de aanwezigheid vastgesteld van het beeldmateriaal, zoals dat in de dagvaarding is omschreven. Dit beeldmateriaal is, aldus de verbalisant, kinderpornografisch van aard.
In een aanvullend proces-verbaal wordt verder verklaard dat het bestand “016.zip” niet op de harde schijf is aangetroffen. Het wél aangetroffen beeldmateriaal van kinderpornografische aard was niet opgeslagen in mappen en werd door de specialistische software die de onderzoekers hebben gebruikt aangemerkt als “lost files”. Dit wil zeggen dat het bestanden betreft die de gebruiker van de computer had gewist, maar die nog niet door andere bestanden waren overgeschreven. Deze bestanden konden daarom met deze specialistische software worden “teruggehaald”.
Uit het dossier blijkt niet dat verdachte de beschikking had over software, waarmee hij gewiste bestanden kon “terughalen”.
Voor een bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit moet de rechtbank onder andere kunnen vaststellen dat de in de dagvaarding genoemde kinderpornografische bestanden in de ten laste gelegde periode van 31 augustus 2004 tot 21 september 2005 opgeslagen zijn geweest op de betreffende computer. Tevens moet komen vast te staan dat er ook opzet bestond op het aanwezig hebben ervan, want zonder opzet is er van een overtreding van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht geen sprake (HR 28 februari 2006, LJN AU9104). Daarbij is van belang dat degene die de bestanden heeft gewist geen opzet meer heeft op het voorhanden hebben van de bestanden, ook niet als die daarna als “lost file” op de harde schijf aanwezig blijven. De daarop bestaande uitzondering, namelijk dat deze persoon op redelijk eenvoudige wijze de betreffende bestanden weer kan “terughalen”, doet zich hier niet voor, althans daarvan is niets gebleken.
Op grond van de bewijsmiddelen kan de rechtbank enkel vaststellen dat het kinderpornografische beeldmateriaal in de ten laste gelegde periode als “lost file” op de computer aanwezig was. Of het in de ten laste gelegde periode ook is opgeslagen geweest op de harde schijf, zoals bedoeld in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht, is echter op grond van de bewijsmiddelen niet vast te stellen.
Reeds daarom kan de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde komen. De overige verweren die de raadsman heeft aangevoerd behoeven daarmee geen bespreking meer.
- verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. R.A.J. van Leeuwen, voorzitter, mr. C.M.J. van den Acker en mr. E.W.A. van den Berg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Wijckerheld Bisdom, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank op 23 november 2007.