ECLI:NL:RBMAA:2003:AH8736
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Douffet-Evertz
- Rechtspraak.nl
Ontslag van een statutair directeur en de rechtsgeldigheid van het ontslagbesluit
In deze zaak heeft de rechtbank Maastricht op 25 juni 2003 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, de heer D., en de besloten vennootschap [S.] NAALDENFABRIEK BV. Eiser was statutair directeur van gedaagde en betwistte de rechtsgeldigheid van zijn ontslag, dat op 8 mei 2001 was gegeven. Eiser stelde dat het ontslagbesluit nietig was wegens strijd met de wet, met name artikel 2:14 BW en artikel 7:670 lid 1 BW, en dat het besluit in strijd was met de redelijkheid en billijkheid. De rechtbank oordeelde dat er een onderscheid gemaakt moest worden tussen de vennootschapsrechtelijke en arbeidsrechtelijke positie van de bestuurder. Eerst diende de vennootschapsrechtelijke toetsing plaats te vinden voordat de arbeidsrechtelijke gevolgen van het ontslag aan de orde konden komen. De rechtbank concludeerde dat de vordering van eiser tot verklaring voor recht dat het ontslagbesluit nietig was, niet toewijsbaar was. De rechtbank wees de vordering van eiser af en veroordeelde hem in de kosten van de procedure. Dit vonnis benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen bij het ontslag van een statutair directeur en de noodzaak om zowel vennootschapsrechtelijke als arbeidsrechtelijke aspecten in overweging te nemen.