ECLI:NL:RBLIM:2025:9289

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 september 2025
Publicatiedatum
26 september 2025
Zaaknummer
11571120 \ CV EXPL 25-1176
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot het doorgeven van meterstanden en opleggen van boete in consumentenkoop van drinkwater

In deze zaak vordert N.V. Waterleidingmaatschappij Limburg (WML) dat de gedaagde partij, die in persoon procedeert, wordt veroordeeld om de werkelijke meterstand van zijn watermeter door te geven. WML stelt dat er een overeenkomst bestaat voor de levering van drinkwater, waarbij de gedaagde al sinds 2017 niet voldoet aan de verzoeken om de meterstanden door te geven. WML heeft geprobeerd toegang te krijgen tot het perceel van de gedaagde om de meterstanden op te nemen, maar dit is niet gelukt. WML vordert ook een boete van € 350,00 voor het niet doorgeven van de meterstanden, maar de kantonrechter wijst deze vordering af omdat WML niet heeft aangetoond dat zij de gedaagde een nota heeft gestuurd voor het boetebedrag. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde de kans moet krijgen om vrijwillig de meterstand door te geven, en dat WML, indien de gedaagde hier niet aan voldoet, gemachtigd wordt om de meterstand zelf op te nemen. De gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten van WML, die in totaal € 765,21 bedragen. Het vonnis is uitgesproken op 24 september 2025.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11571120 \ CV EXPL 25-1176
Vonnis van 24 september 2025
in de zaak van
N.V. WATERLEIDING MAATSCHAPPIJ LIMBURG, H.O.D.N. WML,
te Maastricht,
eisende partij,
hierna te noemen: WML,
gemachtigde: Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders Eindhoven,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen WML en [gedaagde] bestaat een overeenkomst tot levering van drinkwater ten behoeve van het perceel [adres] , [woonplaats] . Op deze overeenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing.
2.2.
In deze algemene voorwaarden is – samengevat en voor zover van belang – onder meer het volgende bepaald:
In artikel 10.2: dat één keer per jaar door de verbruiker meterstanden worden opgenomen en doorgegeven, maar dat ook WML het recht heeft de meterstanden op te nemen,
In artikel 11 lid 2: dat de verbruiker ervoor moet zorgen dat de meter steeds goed bereikbaar is en kan worden afgelezen,
In artikel 18 lid 2 onder b: dat de verbruiker verplicht is zijn medewerking te verlenen aan WML bij de uitvoering van de bepalingen in de algemene voorwaarden, en wel in het bijzonder door toegang te verschaffen tot het perceel aan medewerkers van WML (voorzien van een legitimatie en machtiging) tussen 8:00 en 20:00 uur,
In artikel 20 lid 1: dat een boete verschuldigd is van maximaal € 350,00 per overtreding van (onder andere) artikel 18 lid 2 onder b,
In artikel 20 lid 2: dat op de opgelegde boetes artikel 15 van de algemene voorwaarden van toepassing is,
In artikel 15 lid 1: dat WML alle bedragen die ingevolge de algemene voorwaarden in rekening worden gebracht, door middel van een nota in rekening brengt, behalve als het gaat om voorschotten die via een automatische afschrijving worden betaald,
In artikel 15 lid 3 en 4: dat een nota binnen veertien dagen moet worden betaald, maar als binnen die veertien dagen een bezwaarschrift tegen de nota wordt ingediend, de betalingsverplichting wordt opgeschort totdat op dit bezwaar is beslist.
2.3.
[gedaagde] voldoet al vanaf 2017 niet aan de jaarlijkse verzoeken van WML om de meterstanden van zijn watermeter door te geven. Het verbruik van [gedaagde] wordt door WML steeds geschat en [gedaagde] betaalt wel via automatische incasso maandelijks het in rekening gebrachte voorschot. WML heeft ook getracht om medewerkers de meterstanden te laten opnemen, maar die hebben geen toegang verkregen tot het perceel.

3.Het geschil

3.1.
WML vordert om, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. a) [gedaagde] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan WML te voldoen een bedrag van € 350,00 aan boete, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf heden tot aan de dag der voldoening, en
b)
primair
(1) [gedaagde] te veroordelen om binnen drie werkdagen na de betekening van dit vonnis een afspraak te maken met WML teneinde WML, dan wel een door haar
aangewezen vertegenwoordiger, op werkdagen tussen 08.00 en 20.00 uur toegang te verlenen tot het perceel staande en gelegen te [adres] , [woonplaats] , en in de gelegenheid te stellen om aldaar de werkelijke meterstand op te nemen en — voor het geval dit niet mogelijk blijkt – de waterlevering te onderbreken door de aldaar aanwezige watermeter geheel of gedeeltelijk te verwijderen dan wel af te koppelen en zodanig te verzegelen dat verdere afname van water wordt verhinderd,
(2) voor het geval aan de veroordeling onder (1) niet binnen drie werkdagen na de betekening van het vonnis wordt voldaan, of voor het geval de vordering onder (1) niet toewijsbaar zou worden geacht, WML toe te staan de opname van de werkelijke meterstand te bewerkstelligen en [gedaagde] te veroordelen het perceel staande en gelegen te [adres] , [woonplaats] , ex art. 558 aanhef en onder b Rv (gedeeltelijk en/of tijdelijk) te ontruimen aldus dat tot vorenbedoelde opname van de werkelijke meterstand dan wel onderbreking van de levering kan worden gekomen, alsmede het handelen van WML te gedogen;
of, subsidiair:
(1) [gedaagde] te veroordelen om binnen drie werkdagen na de betekening van het in deze te
wijzen vonnis aan WML opgave te doen van de werkelijke meterstand met verstrekking van een foto van de watermeter
(2) voor het geval aan de veroordeling onder (1) niet binnen drie werkdagen na de betekening van het vonnis wordt voldaan, WML ex art. 3:299 B.W. te machtigen om de opname van de werkelijke meterstand te bewerkstelligen en [gedaagde] te veroordelen het perceel staande en gelegen te [adres] , [woonplaats] , ex art. 558 aanhef en onder a Rv (gedeeltelijk en/of tijdelijk) te ontruimen aldus dat tot vorenbedoelde opname van de werkelijke meterstand kan worden gekomen alsmede het handelen van WML te gedogen;
c. te bepalen dat alle kosten gemoeid met vorenbedoelde opname en controle van de
watermeter, dan wel verwijdering, afkoppeling en/ of verzegeling van de watermeter, alsmede die van de ontruiming voor rekening van [gedaagde] komen;
d. met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure
3.2.
[gedaagde] voert verweer. Hij heeft aangevoerd dat hij geen meterstandopnemer is en van twee huisartsen het advies heeft gekregen om geen werkzaamheden als deze te verrichten. Volgens hem gaat het WML niets aan hoeveel water hij gebruikt. Ook heeft hij al zeven jaar geen warm water en geen verwarming meer, halen “ze” het vuilnis niet op en is zijn telefoon twee keer afgesneden. Bij dupliek heeft [gedaagde] nog aangevoerd dat hij elke maand via automatische incasso aan WML betaalt.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Ambtshalve toetsing
4.1.
Dat er een overeenkomst bestaat tussen WML en [gedaagde] wordt niet betwist. Blijkens de uitspraak van de Hoge Raad van 17 december 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1889) hoeft een (online) aangegane overeenkomst tot het krachtens de Drinkwaterwet leveren van drinkwater niet ambtshalve getoetst te worden aan de precontractuele informatieverplichtingen.
4.2.
Omdat [gedaagde] een consument is moet de kantonrechter wel ambtshalve onderzoeken of de bedingen in de algemene voorwaarden waarop WML zich beroept of zich zou kunnen beroepen, niet oneerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/12/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn).
4.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de bedingen in de algemene voorwaarden waar WML zich op beroept niet oneerlijk zijn.
Boete (nog) niet verschuldigd
4.4.
Dat neemt niet weg dat de gevorderde boete wordt afgewezen. Volgens artikel 20 lid 2 van de algemene voorwaarden zijn op de boetes de bepalingen in artikel 15 van toepassing. Dat betekent dat WML aan [gedaagde] een nota had moeten sturen voor het boetebedrag, hem een termijn had moeten gunnen van veertien dagen voor de betaling daarvan, en [gedaagde] had moeten wijzen op de mogelijkheid daartegen bezwaar te maken. Niet gesteld of gebleken is dat WML een nota heeft gestuurd. De boete is dan ook niet opeisbaar en wordt afgewezen.
WML mag de meterstanden opnemen, als [gedaagde] die niet alsnog vrijwillig doorgeeft
4.5.
[gedaagde] heeft niet ontkend dat hij de meterstanden al jaren niet doorgeeft en ook WML niet in de gelegenheid stelt dat te doen. [gedaagde] is wel verplicht zijn meterstanden door te geven, of in ieder geval medewerkers van WML toe te laten om die meterstanden op te nemen. Het verweer van [gedaagde] dat het WML niet aangaat hoeveel water hij gebruikt, gaat niet op. [gedaagde] moet immers betalen voor het water dat hij daadwerkelijk gebruikt. Dat gebruik kan alleen vastgesteld worden als de meterstanden bekend zijn.
Alle overige verweren van [gedaagde] zijn niet relevant door de beoordeling van de vordering en hoeven geen bespreking.
4.6.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] de kans moet krijgen nog eenmaal vrijwillig de meterstand van zijn watermeter door te geven, zoals subsidiair is gevorderd.
Wel zal hij, zoals is gevorderd, die meterstand moeten bewijzen met een (duidelijke) foto van zijn watermeter. Als [gedaagde] dat niet doet, zal de kantonrechter WML machtigen de meterstand zelf op te nemen in de woning van [gedaagde] en WML de mogelijkheid geven de medewerking van [gedaagde] af te dwingen middels een (gedeeltelijke en tijdelijke) ontruiming. In het dictum zal deze veroordeling in andere bewoordingen dan gevorderd worden toegewezen, maar op hetzelfde neerkomen.
4.7.
WML vordert ook nog dat haar wordt toegestaan om de waterlevering te onderbreken en/of de watermeter te verwijderen. Nu zij dit onderdeel van haar vordering niet heeft onderbouwd, wordt dit afgewezen.
4.8.
[gedaagde] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van WML worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
120,21
- griffierecht
135,00
- salaris gemachtigde
408,00
(2 punten × € 204,00)
- nakosten
102,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
765,21

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen drie werkdagen na de betekening van dit vonnis aan WML opgave te doen van de werkelijke meterstand van zijn watermeter, met verstrekking van een duidelijke foto van de watermeter,
5.2.
machtigt WML, voor het geval [gedaagde] aan de veroordeling onder 5.1. niet binnen drie werkdagen na de betekening van dit vonnis voldoet, om die handelingen te verrichten die noodzakelijk zijn om de werkelijke meterstanden van de watermeter van het perceel staande en gelegen te [adres] , [woonplaats] , op te nemen en veroordeelt [gedaagde] om deze handelingen te gedogen en dit perceel, tijdelijk, voor de duur van de deze handelingen werkzaamheden, voor wat betreft het voor deze handelingen vereiste gedeelte van het perceel te ontruimen, te bewerkstelligen door de gerechtsdeurwaarder, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 jo. 556 lid 1 jo. 557 Rv,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 765,21, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 24 september 2025.