2.11.Naar aanleiding van deze reactie is de brief aangepast en zijn de verwijzingen naar het coachingstraject uit de brief verwijderd. Op 3 oktober 2024 heeft [verweerster, verzoekster in het (voorwaardelijk) tegenverzoek] de aangepaste versie van de brief van 24 september 2024 ontvangen, waarin voor zover relevant staat (bijlage 11 verzoekschrift):
“(…) Namens de leden van de afdeling orthopedie doen we jou dit schrijven toekomen (…)
We hebben je leren kennen als een gedreven opleider en onderwijsexpert die jarenlang heeft gewerkt aan verbeteringen op het vlak van onderwijs en opleiding binnen de orthopedie. Hiermee heb je je sporen verdiend in Maastricht, regionaal en nationaal. In die context hebben wij veel respect voor wat je doet en wat je voor de afdeling hebt betekend. Desalniettemin zijn er binnen de vakgroep de afgelopen tijd in toenemende mate zorgen ontstaan over jouw rol en functioneren binnen de groep. Het mislopen van de positie van afdelingshoofd lijkt daarbij een belangrijk markeringspunt te zijn.
Op verzoek van de gehele vakgroep hebben we een inventarisatie gedaan naar deze zorgen, waarvan de belangrijkste hieronder zijn samengevat:
1.
Kwaliteit van zorg en opleiding
Nadat in maart 2023 duidelijk werd dat je niet benoemd zou worden als afdelingshoofd orthopedie is er een duidelijke verandering ontstaan in je houding jegens de vakgroep en je collega-kinderorthopeed [naam afdelingshoofd] . Dit heeft consequenties voor de continuïteit en kwaliteit van patiëntenzorg. Daarnaast ben je opleider en is [naam afdelingshoofd] medisch afdelingshoofd. Deze houding heeft om die reden ook invloed op de opleiding. De exacte aard van jouw onvrede is ons niet bekend. Van belang is dat de kwaliteit van zorg en opleiding eronder te lijden hebben en dat de vakgroep vanuit jouw zijde weinig initiatief ziet om dit tij te keren, maar dikwijls verbittering observeert. Ondanks diverse pogingen om deze situatie op te lossen, waaronder mediation en groepscoaching, heeft dit niet geleid tot een duurzame verbetering. We hebben vernomen van arts-assistenten en andere zorgprofessionals dat zij hinder ondervinden van deze houding en de daaruit voortvloeiende gebrekkige communicatie tussen jullie beiden. De kinderorthopedie is één van de topreferente functies binnen onze vakgroep, maar door deze langslepende situatie dreigen we dit te verliezen. Dit schaadt niet alleen de kwaliteit van zorg in ons eigen verzorgingsgebied, maar ook in de hele regio gezien de samenwerking met andere ziekenhuizen in Zuid-Oost Nederland.
2.
Transparantie en communicatie
De vakgroep betreurt het dat je niet transparant bent (geweest) over je ambities als afdelingshoofd en nevenwerkzaamheden zoals een voorzitterschap van de NOV. Met name een voorzitterschap NOV vraagt een grote tijdsinvestering en heeft om die reden directe impact op de bedrijfsvoering van de vakgroep. Dit soort zaken kunnen niet achteraf (na verkozen te zijn) louter ter kennisgeving worden medegedeeld, maar dienen vooraf te worden overlegd in een stafvergadering. Op het vlak van communicatie wordt bovendien genoemd dat je geregeld klinische en onderwijs-/opleidingstaken delegeert aan andere teamleden (zowel arts-assistenten als stafleden) waarbij het eveneens aan transparantie en overleg ontbreekt.
3.
Teamgeest
Je inbreng bij vakgroepoverleggen wordt vaak als negatief ervaren. Deze sfeerbepalende opstelling belemmert het proces van eenwording van de vakgroep. (…) we hebben je expliciet uitgenodigd je weer actief aan te sluiten bij het team, desalniettemin lijk je je liever af te zonderen en je eigen pad te volgen. De vakgroep mist hierin bij jou een constructieve en proactieve houding die verdere ontwikkeling van onze afdeling orthopedie als team in de weg dreigt te staan.
4.
Reputatie van de vakgroep
Bovengenoemde situatie is inmiddels ook bekend in de regio en elders in het land. Diverse leden van de vakgroep worden hier ongevraagd op aangesproken. Met name in de regio maakt men zich zorgen over de continuïteit van de kinderorthopedie en de opleiding orthopedie. Het e.e.a. is slecht voor de goede reputatie van onze vakgroep en schaadt onze ambities.
Ondanks mediation en het coachingstraject zien we onvoldoende tekenen van verbetering of welwillendheid vanuit jouw zijde om bovengenoemde problemen op te lossen. Jouw vele positieve bijdragen in het verleden op het gebied van onderwijs en opleiding ten spijt, voelen we ons als vakgroep genoodzaakt om je op de hoogte te brengen van onze zienswijze en zorgen.
Inhoudelijk willen we ons als vakgroep niet mengen in de oorzaak van jouw houding naar aanleiding van het niet benoemd zijn als afdelingshoofd en jouw houding jegens [naam afdelingshoofd] , ons afdelingshoofd en centrumdirecteur. Wel hebben we als vakgroep unaniem steun toegezegd aan haar als collega en in de huidige functies die zij bekleedt. Ondanks dat wij als groep expliciet aan jou hebben gevraagd weer mee te doen in ons team, heb je daar helaas niet voor gekozen. Je zult daar waarschijnlijk redenen voor hebben en dat staat je vrij. Desalniettemin vinden wij als stafleden orthopedie deze situatie onacceptabel en schadelijk voor ons functioneren als groep nu en in de toekomst. (…)
Vanzelfsprekend zijn wij bereid om met je in gesprek te blijven in de hoop op een constructieve oplossing. (…)”