4.1.Er is pas sprake van (voldoende) procesbelang als het resultaat dat de indiener van een beroepschrift met het indienen van dat beroep nastreeft, daadwerkelijk kan worden bereikt en het realiseren van dat resultaat voor deze indiener feitelijk betekenis kan hebben. Het hebben van een louter formeel of principieel belang is onvoldoende voor het aannemen van (voldoende) procesbelang.
5. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiseres geen procesbelang meer heeft, omdat zij met deze beroepsprocedure niet kan bereiken wat zij zou willen bereiken. Verweerder wijst er allereerst op dat eiseres geen aanstelling meer heeft bij een politie-eenheid. Zonder aanstelling is het niet mogelijk om toegelaten te worden tot de Politieacademie. Het is daarom volgens verweerder voor eiseres niet meer mogelijk om een opleiding aan de Politieacademie te volgen dan wel af te ronden. Op de tweede zitting heeft verweerder daar nog aan toegevoegd dat een herbeoordeling van het portfolio niet mogelijk is en niet kan leiden tot een diploma. In dat kader is van belang dat de Politieacademie niet langer over het portfolio van eiseres beschikt nu de bewaartermijn daarvoor is verstreken. Bovendien zou eiseres voor een volledig portfolio een goedkeurende verklaring nodig hebben van de (praktijkbegeleider van de) politie-eenheid Limburg. Uit navraag is gebleken dat de politie-eenheid Limburg die verklaring niet wil afgeven, omdat er volgens de eenheid inmiddels sprake is van een verstoorde (arbeids)relatie. Daar heeft de Politieacademie verder geen invloed op. Tot slot heeft verweerder tijdens de tweede zitting naar voren gebracht dat de Politieacademie – als dat al aan de orde zou zijn – ook niet meer bevoegd is om eiseres alsnog een diploma voor de opleiding uit te reiken, omdat de opleiding per
1 januari 2023 niet meer bestaat en er geen sprake is van overgangsrecht.
6. Eiseres heeft zich hierover op het standpunt gesteld dat zij wel degelijk nog procesbelang heeft. Haar beroep gaat over de periode dat zij in opleiding was bij de Politieacademie (van februari 2019 tot oktober 2020). In die periode had zij een aanstelling bij de politie-eenheid Limburg. Wat haar betreft heeft zij alle opdrachten van de opleiding juist en volledig uitgevoerd. Het enige dat er nog moest gebeuren is een beoordeling van deze stukken. Met een diploma op zak heeft zij de keuze om in de toekomst bij een andere politie-eenheid te solliciteren en haar werkzaamheden als politievrijwilliger weer op te pakken. Op de tweede zitting heeft eiseres nog naar voren gebracht dat zij niet inziet waarom zij niet met terugwerkende kracht alsnog een diploma zou kunnen krijgen. In het dossier zijn alle documenten aanwezig om haar portfolio te beoordelen. Dat is ook wat zij met haar beroep wenst te bereiken: een positieve beoordeling en een diploma voor de opleiding. Volgens haar is dat nog steeds mogelijk.
7. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres voldoende procesbelang bij de beoordeling van haar beroep. De rechtbank begrijpt dat het voor het (ver)volgen van een opleiding aan de Politieacademie noodzakelijk is om een aanstelling bij een politie-eenheid te hebben. Nu eiseres een dergelijke aanstelling niet heeft en daar ook geen zicht op is, acht de rechtbank het volgen van onderwijs aan de Politieacademie geen haalbaar resultaat van de beroepsprocedure. Dat is ook niet wat eiseres met de beroepsprocedure wenst te bereiken. Zij wil bereiken dat zij alsnog een diploma krijgt. Dat is naar het oordeel van de rechtbank niet een onmogelijk resultaat van deze beroepsprocedure. Volgens eiseres hoeven geen aanvullende opdrachten in de praktijk bij een politie-eenheid meer te worden uitgevoerd, en dient de Politieacademie slechts haar portfolio inhoudelijk te beoordelen. Daarvoor is geen aanstelling bij een politie-eenheid nodig. Verweerder heeft dit niet betwist. De rechtbank ziet verder niet in waarom het voor de Politieacademie onmogelijk zou zijn om die beoordeling uit te voeren. Dat de Politieacademie het portfolio niet heeft bewaard staat daaraan niet in de weg. Naast de registratie van de behaalde positieve (deel)resultaten van eiseres, maakt het resterende deel van het portfolio (de uitgewerkte stageopdrachten voor de drie ontbrekende stages, de feedbackformulieren en de reflectieverslagen) onderdeel uit van het procesdossier van de rechtbank en is daarmee dus ook voor de Politieacademie beschikbaar. Als deze beoordeling positief uitvalt, kan eiseres in theorie alsnog een diploma voor de opleiding krijgen. Het is de rechtbank niet gebleken dat de (directeur van de) Politieacademie niet meer bevoegd is om alsnog met terugwerkende kracht een diploma voor de opleiding uit te reiken.Dat is immers afhankelijk van het antwoord op de vraag of eiseres ten tijde van het eindgesprek op 6 oktober 2020, althans ten tijde van het primaire besluit, voldeed aan de voorwaarden om het diploma voor de opleiding te krijgen. Eiseres had toen nog een aanstelling bij de politie-eenheid Limburg. Dat de opleiding per 1 januari 2023 niet meer bestaat, betekent niet zonder meer dat aan eiseres niet per de datum van het primaire besluit (toen de opleiding dus nog wel bestond) een diploma zou kunnen worden verstrekt. Bovendien zou de rechtbank het onredelijk achten om het stopzetten dan wel schrappen van de gehele opleiding (nota bene tijdens een nog lopende beroepsprocedure) aan verkrijging van een diploma in de weg te stellen. Met het diploma op zak kan eiseres tot slot desgewenst bij iedere politie-eenheid in het land solliciteren. Het te behalen resultaat kan daarmee voor eiseres ook feitelijk betekenis hebben. De rechtbank neemt daarom aan dat eiseres procesbelang heeft en toetst hierna inhoudelijk het bestreden besluit.
Heeft eiseres te weinig tijd gekregen?
8. Eiseres stelt zich op het standpunt dat zij te weinig tijd heeft gekregen om de opleiding af te ronden. Zij wijst er onder meer op dat zij geen schriftelijke reactie heeft gekregen op haar verlengingsverzoek en dat zij last-minute een nieuwe praktijkopleider heeft gekregen die haar – gelet op zijn beperkte aanwezigheid – nog maar een paar dagen kon begeleiden voor het eindgesprek. Verder begrijpt eiseres niet dat haar lichtingsgenoten wegens corona allemaal een verlenging hebben gekregen tot 1 januari 2021, en zij als enige niet.
9. De opleiding van eiseres is beëindigd op grond van artikel 35.2, aanhef en onder d, van de OER 2020.Daarin is bepaald dat de inschrijving van de student door het sectorhoofd wordt beëindigd als de maximaal toegestane doorlooptijd inclusief eventuele verlenging als bedoeld in artikel 34 van de OER 2020 is verstreken.
Het sectorhoofd mag de opleiding alleen beëindigen als de opleiding voor zodanige voorzieningen heeft gezorgd dat de mogelijkheden voor een goede studievoortgang zijn gewaarborgd.