Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 23 oktober 2024, met bijlagen 1 tot en met 23
1 april 2025, met producties 1 tot en met 9
- de brief van de rechtbank van 15 januari 2025 waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald
2.De feiten
1 december 2022, en zou gemiddeld twee dagen per week omvatten op locatie van de Gemeente. De Gemeente heeft deze offerte op 3 augustus 2022 voor akkoord getekend. [2]
3.Het geschil
4.De beoordeling
Omnitel Comunicaciones e.a.) uitgelaten over het begrip ‘uitzendbureau’ als bedoeld in de Uitzendrichtlijn. [16] Daarover oordeelde het HvJEU als volgt.
tijdensde periode dat hij de ondersteunende werkzaamheden voor de Gemeente uitvoerde de nieuwe dienstbetrekking aanvaard, terwijl artikel 9a Waadi ziet op belemmeringen die
na afloopvan de terbeschikkingstelling de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst in de weg staan. Daarbij heeft tevens te gelden dat de Waadi toepassing mist, aangezien de afdeling waarbij [naam 1] per februari 2024 in dienst is getreden moet worden gezien als een andere werkgever dan de afdeling van de Gemeente waarvoor [naam 1] vanuit [eiseres] werkzaamheden verrichtte, aldus [eiseres] .
daarna, per 1 februari 2024, in dienst is getreden bij de Gemeente. [34] Het boetebeding van artikel 13 Algemene Voorwaarden valt dan ook onder het beschermingsbereik van artikel 9a, eerste lid, Waadi als zijnde een belemmering in de zin van dat artikel. De stelling van [eiseres] dat sprake zou zijn van een andere werkgever is naar het oordeel van de rechtbank niet juist. [naam 1] is in dienst getreden bij de publieke rechtspersoon aan wie hij eerder was uitgeleend door [eiseres] .
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)