In deze zaak vordert [eiser in de hoofdzaak, verweerder in de tussenkomst] een verklaring voor recht dat Isko International onder de reikwijdte van de verplichtstelling van het bedrijfstakpensioenfonds Bpf MITT valt voor de periode van 1 augustus 2017 tot 1 oktober 2021. De eiser stelt dat hij recht heeft op pensioenopbouw via Bpf MITT, terwijl Bpf MITT en Isko International verweer voeren en stellen dat de eiser geen recht heeft op pensioenopbouw. De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld, waarbij onder andere de arbeidsovereenkomst van de eiser en de rol van Isko International als intermediair in de productie van denim aan de orde kwamen. De kantonrechter concludeert dat Isko International niet als werkgever in de zin van het Verplichtstellingsbesluit kan worden aangemerkt, omdat de daadwerkelijke opdrachtgever voor de productie van denim de klant van Sanko Tekstil is. De vorderingen van de eiser worden afgewezen, terwijl de vordering van Isko International tot verklaring dat de eiser niet verplicht was deel te nemen aan Bpf MITT wordt toegewezen. De proceskosten worden aan de eiser opgelegd.