ECLI:NL:RBLIM:2025:3686

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 april 2025
Publicatiedatum
18 april 2025
Zaaknummer
03.165233.21
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Grootschalige cybercriminaliteit door middel van computervredebreuk, diefstal van cryptovaluta en witwassen

Op 18 april 2025 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij grootschalige cybercriminaliteit. De verdachte werd beschuldigd van computervredebreuk, diefstal van cryptovaluta en witwassen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen computervredebreuk had gepleegd door onbevoegd toegang te verkrijgen tot de computers van T-Mobile en de T-Mobileshop in Heerlen. Dit gebeurde door het installeren van het programma Anydesk, waarmee de controle over de computers werd overgenomen. De verdachte en zijn medeverdachten hebben vervolgens simswaps uitgevoerd, waardoor zij toegang kregen tot de cryptowallets van verschillende slachtoffers en cryptovaluta hebben gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten in totaal ongeveer 100.000 euro aan cryptovaluta hebben gestolen van acht slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die in totaal 8 slachtoffers omvatten. De rechtbank heeft de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen, waarbij de materiële schade werd vergoed, maar de immateriële schade niet werd toegewezen vanwege gebrek aan onderbouwing.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.165233.21
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 18 april 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2000,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. P.W. Szymkowiak, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 17 maart 2025. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
De benadeelde partij [slachtoffer 1] is verschenen en op de zitting gehoord. Namens de benadeelde partij [slachtoffer 2] is dhr. [naam 1] van Slachtofferhulp Nederland verschenen en op de zitting gehoord. De benadeelde partijen [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] zijn niet op de zitting verschenen. De rechtbank heeft de vorderingen tot schadevergoeding behandeld.
Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaak tegen medeverdachten:
- [medeverdachte 1] met het parketnummer 03.164744.21;
- [medeverdachte 2] met het parketnummer 03.169582.21;
- [medeverdachte 3] met het parketnummer 03.242971.23;
- [medeverdachte 4] met het parketnummer 03.017338.24;
- [medeverdachte 5] met het parketnummer 03.017366.24.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:samen met anderen computervredebreuk heeft gepleegd, door het onbevoegd installeren en activeren van het programma Anydesk op computers van de T-Mobileshop te Heerlen zodat in servers met daarop het klantenservicesysteem Salesforce kon worden binnengedrongen, waarna uit dat klantenservicesysteem gegevens zijn overgenomen;
Feit 2:samen met anderen computervredebreuk heeft gepleegd, door onrechtmatig de inloggegevens van een sales partner van T-Mobile, [naam belwinkel 1] en [naam belwinkel 2] , te verkrijgen en daarmee binnen te dringen in servers met daarop het aanvraagsysteem (hierna: TAS) en de Klanten Management Tool (hierna: KMT) van T-Mobile;
Feit 3:samen met anderen computervredebreuk heeft gepleegd door simswaps te verrichten, daardoor authenticatieberichten te verkrijgen en vervolgens binnen te dringen in hardwarewallets en servers met daarop e-mailaccounts en cryptowallets van 8 slachtoffers;
Feit 4:samen met anderen cryptovaluta van 8 slachtoffers heeft gestolen;
Feit 5:samen met anderen cryptovaluta heeft witgewassen;
Feit 6:gegevens voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat zij bestemd zijn tot het plegen van een misdrijf betrekking hebbend op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten, met uitzondering van de onder feit 1 opgenomen toevoeging dat opgeslagen gegevens zijn
overgenomen. Daarvoor ziet hij geen bewijs in het procesdossier en dient partiële vrijspraak te volgen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de feiten 1 tot en met 5. Hij heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie dat voor feit 1 partiële vrijspraak dient te volgen.
De raadsman heeft voor feit 6 vrijspraak bepleit. Volgens hem bevat het procesdossier onvoldoende bewijs dat de verdachte de leadlijst voorhanden heeft gehad. De verdachte heeft verklaard dat hij het bestand niet kent. Verder kan op basis van de lijst en de brongegevens op pagina 947 niet worden vastgesteld dat de verdachte beschikkingsmacht had over en wetenschap had van het bestand. Het is immers onduidelijk op welke locatie in de telefoon het bestand zich bevond en op welke wijze het op de telefoon is terechtgekomen. Verder is het bestand ‘deleted’. Indien wel bewezen kan worden dat de verdachte het bestand voorhanden heeft gehad, zal alsnog vrijspraak dienen te volgen nu niet kan worden vastgesteld dat de verdachte wist dat het bestand bestemd was tot het plegen van een strafbaar feit.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Wat is er gebeurd?
Aan dit vonnis liggen de opsporingsonderzoeken bekend onder de namen Gorgo en Indra ten grondslag. Naar aanleiding van deze onderzoeken zijn 6 verdachten gedagvaard, te weten: [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] . Uit het onderzoek ter terechtzitting van 17 maart 2025 en het procesdossier is naar het oordeel van de rechtbank het volgende komen vast te staan.
In 2020 heeft een hacker klantgegevens van het cryptowalletbedrijf Ledger gestolen en gepubliceerd. In deze database stonden e-mailadressen, woonadressen en telefoonnummers van duizenden Nederlanders. Eind 2020 en begin 2021 heeft [medeverdachte 2] met enerzijds [medeverdachte 1] en anderzijds [verdachte] contact gehad over een plan om met deze gegevens de cryptovaluta van deze klanten te stelen. Zij wilden 06-nummers ‘simswappen’, authenticatieberichten onderscheppen, wachtwoorden wijzigen, accounts overnemen en zo cryptovaluta stelen en witwassen. Daarvoor moesten zij kunnen beschikken over drie onderdelen uit de bedrijfsvoering van een telecomprovider, in dit geval T-Mobile: het programma Salesforce (om extra klantgegevens zoals de geboortedatum te vinden), de programma’s TAS en KMT (om de 06-nummers over te zetten) en lege simkaarten (om de 06-nummers op te zetten).
In deze periode heeft [medeverdachte 3] , verkoopmedewerker bij de T-Mobileshop in Heerlen, via de chatapplicatie Wickr contact onderhouden met de gebruiker ‘ [naam 2] ’ (geïdentificeerd als [verdachte] ) en gebruiker ‘ [naam 3] ’ (geïdentificeerd als [medeverdachte 2] ). Tegen betaling van cryptovaluta heeft hij vervolgens voor hen Anydesk geïnstalleerd en meerdere keren aangezet op twee bedrijfscomputers van de T-Mobileshop in Heerlen. Anydesk is een remote acces tool, waarmee het mogelijk is om op afstand de controle te nemen over deze computers. Daarnaast heeft [medeverdachte 3] naked sims van de T-Mobileshop voor hen geregeld en deze aan [verdachte] gegeven. [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] hadden zodoende via Anydesk toegang tot de computers, en daarmee ook toegang tot het bedrijfssysteem Salesforce, van T-Mobile. In Salesforce hebben zij een groot aantal telefoonnummers, e-mailadressen en persoonsgegevens van klanten van T-Mobile opgezocht.
Met de overgenomen gegevens van Salesforce en de naked sims hebben [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] simswaps laten uitvoeren. In januari en begin februari 2021 hebben ze dit gedaan door ‘social engineering’ via de T-Mobile klantenservice (bellen en chat), met behulp van de gelekte klantgegevens en de overgenomen persoonsgegevens.
Gaandeweg deze periode is het plan ontstaan om deze simswaps zelf te doen. Daarom hebben [verdachte] en [medeverdachte 2] contact gehad met [medeverdachte 5] . Hij is een van de eigenaren van een belwinkel in Vaals, genaamd [naam belwinkel 1] en [naam belwinkel 2] . Deze belwinkel is een externe dealer van T-Mobile. [medeverdachte 5] heeft, tegen betaling van cryptovaluta, aan hen toegang gegeven tot het TAS en KMT van T-Mobile. Om dit te verhullen is door [medeverdachte 1] een phishingwebsite gemaakt waarop de mede-eigenaar van de belwinkel [medeverdachte 4] heeft ingelogd en zodoende op 18 februari 2021 onbedoeld de inloggegevens heeft doorgespeeld.
Vervolgens zijn [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 1] zelfstandig simswaps gaan uitvoeren via het KMT van deze externe dealer. Dit deden ze onder andere in het weekend van 20 tot en met 22 februari 2021, toen zij gezamenlijk verbleven in een gehuurd vakantiehuis. Door de simswaps namen zij tijdens dit weekend 160 telefoonnummers over en konden zij ook de e-mailaccounts van de eigenaren van die telefoonnummers overnemen en vervolgens verhinderen dat deze eigenaren nog toegang hadden tot hun eigen e-mailadres. Onder andere door het laten verzenden van verificatiecodes van e-mailadressen en cryptoaccounts naar de overgenomen telefoonnummers konden inloggegevens van cryptoaccounts worden aangevraagd en/of gereset dan wel herstelzinnen voor cryptowallets worden gevonden in diverse applicaties. Vervolgens veranderden ze de wachtwoorden van de cryptowallets en verstuurden ze de cryptovaluta naar een eigen cryptoadres. De cryptovaluta zijn omgezet/gewisseld naar Bitcoins en [medeverdachte 1] heeft deze Bitcoins vervolgens verstuurd naar een chipmixer om de herkomst van de cryptovaluta te verhullen. Vanuit de chipmixer zijn de Bitcoins naar de cryptowallets van [medeverdachte 2] en [verdachte] en het Binance depositadres van [medeverdachte 1] gestuurd.
De slachtoffers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] zijn het slachtoffer geworden van deze fraude. In totaal werd van deze slachtoffers ongeveer 100.000 euro weggenomen.
De rechtbank stelt vast dat [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] samen via Salesforce, TAS en KMT de simswaps hebben uitgevoerd en de cryptovaluta hebben weggenomen uit de cryptowallets. [medeverdachte 1] was de expert in digitale zaken. Hij schreef scripts om in grote datasets met persoonsgegevens het opzoeken van potentiële slachtoffers eenvoudiger en gerichter te maken en verstuurde de Bitcoins naar de chipmixer en verdeelde de cryptovaluta over hemzelf, [verdachte] en [medeverdachte 2] . [verdachte] onderhield het contact met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] , betaalde [medeverdachte 3] uit met cryptovaluta, bewaarde de naked sims en een deel van de gebruikte telefoons bij het simswappen kwamen van hem. [medeverdachte 2] was de verbindende factor tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] . Hij onderhield ook het contact met [medeverdachte 3] en heeft cryptovaluta uitbetaald aan [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] .
Bewijs en bewijsoverwegingen
De rechtbank zal ten aanzien van alle tenlastegelegde feiten volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu de verdachte de tenlastegelegde feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en er slechts op onderdelen van de tenlastelegging door de verdediging vrijspraak is bepleit. De rechtbank zal aan die onderdelen overwegingen wijden.
T.a.v. feit 1:
  • De verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 17 maart 2025;
  • Het proces-verbaal van aangifte door [naam 4] namens T-Mobile Netherlands B.V. d.d. 22 februari 2021, p. 139, 140, 142 t/m 150;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (iPhone XS) d.d. 18 maart 2021, p. 160 t/m 164, 167, 168, 170 t/m 181, 184, 185 en 187;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (computer T-Mobile shop AALU8336NL) d.d. 21 april 2021, p. 188 t/m 194;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (computer T-Mobile shop AALN1486NL) d.d. 16 maart 2021, p. 195 t/m 197;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (totale Sales Force Logging) d.d. 17 mei 2021, p. 236 en 237;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (herstellen en inbeslagname BTC-wallet) d.d. 26 februari 2021, p. 283 t/m 285;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (bitcoinsporen [naam 2] ) d.d. 18 mei 2021, p. 291, 293, 294, 297;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (bitcoinsporen [naam 3] ) d.d. 14 mei 2021, p. 303 t/m 306;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek telefoon XR AAJJ9164NL) d.d. 11 augustus 2021, p. 817 en 818;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek computer AALN1997NL) d.d. 8 september 2021, p. 827;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (iPhone 12 Pro Max [verdachte] AAJJ9161NL) d.d. 21 juli 2021, p. 942, 943 en 947 t/m 953;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (analyse exodus wallet [verdachte] / [naam 2] ) d.d. 12 oktober 2021, p. 1092;
  • Het proces-verbaal verhoor van de verdachte [medeverdachte 1] d.d. 21 juli 2021, p.1343 t/m 1345;
  • Het proces-verbaal verhoor van de verdachte [medeverdachte 1] d.d. 22 juli 2021, p. 1347 t/m 1349.
De rechtbank stelt vast dat op de aangetroffen lijst in de telefoon van [verdachte] (p. 947 e.v.) en het bestand op de laptop van [medeverdachte 1] (p. 827) een aanzienlijke hoeveelheid persoonsgegevens staan vermeld van T-Mobile en (voorheen) Tele2 klanten, waaronder die van de slachtoffers genoemd in feit 3 en feit 4. Uit de logregels van Salesforce blijkt dat vooral op 10 februari 2021 duizenden zoekopdrachten naar persoonsgegevens zijn gedaan en ter terechtzitting heeft [medeverdachte 2] verklaard dat hij dit heeft gedaan. Daarnaast heeft [medeverdachte 1] verklaard (p. 1349) dat hij tijdens het weekend weg op 20 februari 2021 door middel van een door hem geschreven script Tele2-telefoonnummers heeft gefilterd van T-Mobile-telefoonnummers, omdat het niet lukte om de Tele2-telefoonnummers te simswappen via het dealersportaal. Uiteindelijk hebben [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] tijdens dit weekend met behulp van onder meer de gegevens uit Salesforce de simswaps uitgevoerd. De rechtbank is gelet op het voorgaande - anders dan de officier van justitie - dan ook van oordeel dat de verdachte en zijn medeverdachten niet alleen klantgegevens van T-Mobile hebben ingezien, maar ook hebben overgenomen.
T.a.v. feit 2:
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het
medeplegen van computervredebreuk, op basis van de inhoud van de volgende bewijsmiddelen:
  • De verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 17 maart 2025;
  • Het proces-verbaal van aangifte door [naam 4] namens T-Mobile Netherlands B.V. d.d. 22 februari 2021, p. 139 en 140;
  • Het proces-verbaal van verdenking ( [naam belwinkel 1] en [naam belwinkel 2] ) d.d. 29 maart 2021, p. 499;
  • Het proces-verbaal van aangifte [medeverdachte 4] d.d. 31 maart 2021, p. 501 en 502;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek aan Mnemonic Phrase in iPhone SE [medeverdachte 5] ) d.d. 16 april 2021, p. 732 t/m 734;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek iPhone SE [medeverdachte 5] ) d.d. 5 augustus 2021, p. 735 en 736;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (IMEI’s Cluster 1) d.d. 19 juli 2021, p. 588 t/m 595;
  • Het proces-verbaal verhoor van de verdachte [medeverdachte 1] d.d. 22 juli 2021, p. 1347, 1348 en 1350.
T.a.v. feit 3, feit 4 en feit 5:
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het
medeplegen van computervredebreuk(feit 3),
diefstal door twee of meer personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels(feit 4),
medeplegen van witwassen(feit 5), op basis van de inhoud van de volgende bewijsmiddelen:
  • De verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 17 maart 2025;
  • Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5] d.d. 30 januari 2021, p. 383 t/m 386;
  • Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] d.d. 31 januari 2021, p. 387 t/m 389 en 393;
  • Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] d.d. 5 februari 2021 p. 396;
  • Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4] d.d. 9 februari 2021, p. 398 t/m 420;
  • Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] d.d. 25 februari 2021, p. 421, 422 en 424 t/m 440;
  • Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6] d.d. 9 maart 2021, p. 450 t/m 451;
  • Het proces-verbaal aanvullend verhoor aangever [slachtoffer 6] d.d. 14 maart 2021, p. 454;
  • Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 8] d.d. 30 juli 2021, p. 456, 457 en 459;
  • Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 7] d.d. 16 februari 2021, p. 461 t/m 462;
  • Het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 7] d.d. 11 augustus 2021, p. 463 en 466;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (aanvullende verklaring [slachtoffer 7] ) d.d. 7 september 2021, p. 469 en 270;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (aanvullende verklaring aangevers) d.d. 19 juli 2021, p. 471, 472, 476 t/m 493, 495 en 496;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (IMEI’s Cluster 1) d.d. 19 juli 2021, p. 583, 585 t/m 591 593, 594 en 595;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (herkomst bitcoins Chipmixer) d.d. 1 juli 2021, p. 628, 631 t/m 645
  • Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek iPhone XR) d.d. 22 juli 2021, p. 739 en 740;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek computer AALN1997NL) d.d. 8 september 2021, p. 824 en 827;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (analyse transacties Trezor Wallet ( [medeverdachte 1] )) d.d. 16 november 2021, p. 832 t/m 836;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek Acer Laptop) d.d. 13 september 2021, p. 936 t/m 938;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek iPhone 12 Pro Max AAJJ9161 ( [verdachte] )) d.d. 21 juli 2021, p. 943 en 944;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (03ULTRIX toestel (iPhone 6 AALU8351NL) winkel [adres 1] ) d.d. 28 juli 2021, p. 1007;
  • Het proces-verbaal verhoor van de verdachte [medeverdachte 1] d.d. 21 juli 2021, p. 1344;
  • Het proces-verbaal verhoor van de verdachte [medeverdachte 1] d.d. 22 juli 2021, p. 1348 t/m 1350.
Ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, wordt telkens slechts gebezigd voor bewijs van het feit waarop het in het bijzonder betrekking heeft.
T.a.v. feit 6:
Bewijsmiddelen:
1. Het proces-verbaal van bevindingen (iPhone 12 Pro Max [verdachte] AAJJ9161NL) d.d. 21 juli 2021, p. 943 en p. 947 t/m 953:
Op 21 juli 2021 heb ik, verbalisant [verbalisant] , een onderzoek ingesteld naar de inhoud van een telefoon, merk/type Apple iPhone 12 Pro Max. Deze telefoon werd in beslag genomen bij de verdachte [verdachte] .
In de telefoon zag ik verschillende notities.
Er is een notitie aangemaakt op 2 februari 2021 om 19:54 (UTC +1)
(De rechtbank begrijpt op grond van de gegevens op p. 947 dat de notitie is aangemaakt op3februari 2021)en voor het laatst gewijzigd op 4 februari 2021 om 02:29 (UTC +1) waarin 138 voor- en achternamen staan inclusief telefoonnummer, emailadres en woonadres. Bij een aantal personen is ook een link toegevoegd beginnende met https: [internetsite] . Op deze website kan een gebruiker schermafbeeldingen uploaden.
Een aantal namen en telefoonnummers in deze notitie zijn van sim swap slachtoffers waarvan de swap is uitgevoerd door een toestel benoemd in het proces-verbaal van bevindingen IMEI's Cluster 1 (LBRDD21006-42). Ik zag dat het telefoonnummer, emailadres en adres van 10 slachtoffers in deze notitie stond. Een van deze slachtoffers heeft aangifte gedaan (PL0900_BVH_2021057253) en van twee slachtoffers is een LSM-melding terug te vinden.
Bijlage 2: de lijst:
p. 947
Created:
3- 2-2021
19:54:14(UTC+1)
Modified:
4- 2-2021
02:29:20(UTC+1)
Source: Notes
p. 951
[e-mailadres] , [slachtoffer 4] ,
[adres 2] [woonplaats] .
Netherlands. [telefoonnummer]

2.De verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 17 maart 2025:

De Apple iPhone 12 Pro Max is van mij.

Bewijsoverweging:
Op de onder de verdachte in beslag genomen Apple iPhone 12 Pro Max is een zogenoemde leadslijst aangetroffen. De verdachte heeft verklaard dat deze telefoon van hem was, maar dat hij niet wist dat de lijst op zijn telefoon stond en waarvoor hij bestemd was. De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig. Het bestand is gevonden in de applicatie Apple Notes. De ‘file created date’ van het bestand is 3 februari 2021, de ‘last modified date’ van het bestand is 4 februari 2021 en het daarin vermelde slachtoffer [slachtoffer 4] is op 6 februari 2024 bestolen door de verdachten. Hieruit concludeert de rechtbank dat het niet anders kan dan dat de verdachte wetenschap had van het bestand en de bestemming en ook beschikkingsmacht had over het bestand.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
T.a.v. feit 1
in of omstreeks de periode van 20 februari 2021 tot en met 24 februari 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen in geautomatiseerd werken, te weten computers en servers van T-Mobile en/of de T-Mobileshop te Heerlen en/of Salesforce
b. door een technische ingreep,
c. met behulp van een valse sleutel,
te weten: het installeren en activeren van het programma Anydesk op twee bedrijfscomputers zonder daartoe gerechtigd te zijn
en verdachte en/of zijn mededaders vervolgens de gegevens die zijn opgeslagen, door middel van voornoemd geautomatiseerd werk waarin verdachte en/of zijn mededaders zich wederrechtelijk bevond(en) voor zichzelf en/of een ander heeft overgenomen;
T.a.v. feit 2
in of omstreeks de periode van 19 februari 2021 tot en met 22 februari 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen in een geautomatiseerd werk, te weten servers met daarop het account van [naam belwinkel 1] & [naam belwinkel 2] voor het TAS (aanvraagsysteem T-Mobile) en het Klanten Management Tool van T-Mobile
c. met behulp van een valse sleutel
te weten door de inloggegevens van [naam belwinkel 1] & [naam belwinkel 2] voor het TAS (aanvraagsysteem van T-Mobile) en het Klanten Management Tool van T-Mobile onrechtmatig te verkrijgen en hiermee in te loggen op het account van voornoemde Sales Partner voor voornoemde systemen, voor het gebruik waarvan hem geen toestemming was verleend door de rechthebbende;
T.a.v. feit 3
in of omstreeks de periode van 18 januari 2021 tot en met 22 februari 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen in geautomatiseerd werken, te weten hardware wallets en servers met daarop de cryptowallets en mailaccounts van [slachtoffer 5] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 8] , en/of [slachtoffer 7]
a. door het doorbreken van een beveiliging, en
c. met behulp van een valse sleutel
te weten:
- middels simswapping onrechtmatig de controle te verkrijgen over het binnenkomende telefoonverkeer van bovengenoemde aangevers en zodoende de beschikking te krijgen over authenticatie sms-jes en toegang te krijgen tot emailaccounts en
- vervolgens in te loggen met onrechtmatig verkregen inloggegevens van voornoemde aangevers, op hun cryptowallets en/of accounts voor Ledger, Bitcoinmeester, Lightbit, Coinbase, Binance, Blockchain, Bittrex globla, Gateio, BitMax, Poloniex en/of CoinFalcon voor het gebruik waarvan hem geen toestemming was verleend door de rechthebbende;
T.a.v. feit 4
in of omstreeks de periode van 18 januari 2021 tot en met 22 februari 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, een hoeveelheid cryptovaluta die aan anderen toebehoorde, te weten:
- [slachtoffer 5]
- [slachtoffer 2]
- [slachtoffer 1]
- [slachtoffer 4]
- [slachtoffer 3]
- [slachtoffer 6]
- [slachtoffer 8]
- [slachtoffer 7]
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededaders die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten: de met simswapping verkregen inloggegevens en autorisatiecodes (zoals een autorisatie-sms-code) voor het inloggen op de cryptowallets van voornoemde aangevers;
T.a.v. feit 5
in of omstreeks de periode van 18 januari 2021 tot en met 22 februari 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen van een hoeveelheid cryptovaluta de herkomst heeft verhuld, terwijl hij wist dat die geheel afkomstig waren uit enig misdrijf;
T.a.v. feit 6
in of omstreeks de periode van 3 februari 2021 tot en met 20 juli 2021 in Nederland, gegevens, te weten:
een bestand bevattende een notitie (p.947 dossier), met een lijst met leads, bevattende een groot aantal identificerende persoonsgegevens van een groot aantal personen, aangetroffen op de Iphone 12 Pro Max (serienummer [serienummer] , aangeduid als AAJJ9161 NL in het dossier) van verdachte
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat deze bestemd was tot het plegen van enig in artikel(en) 310, 311, 321 en/of 326 van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrij(f)(ven), voor zover deze feiten betrekking hebben op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
T.a.v. feit 1
medeplegen van computervredebreuk
T.a.v. feit 2
medeplegen van computervredebreuk
T.a.v. feit 3 en feit 4
voortgezette handeling van
medeplegen van computervredebreuk
en
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels
T.a.v. feit 5
medeplegen van witwassen
T.a.v. feit 6
het voorhanden hebben van gegevens waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een misdrijf omschreven in artikel 310/artikel 311/artikel 312/artikel 321/artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht voor zover het feit betrekking heeft op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft gezeten. Bij het bepalen van deze strafeis heeft hij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de gewiekste handelswijze, de grote schaal waarop er is gestolen, de financiële schade, de praktische problemen voor de slachtoffers en de impact die het heeft gehad hen. Verder is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing en is de redelijke termijn met 20 maanden overschreden, hetgeen invloed heeft op de hoogte van de geëiste straf.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit tot het opleggen van een gevangenisstraf van 6 maanden waarvan 135 dagen voorwaardelijk met aftrek van de 45 dagen die verdachte (volgens de berekening van de verdediging) in voorarrest heeft doorgebracht. Ook oplegging van een taakstraf is mogelijk. Hij heeft voorts aangevoerd dat de verdachte niet het meesterbrein was achter de feiten, die in slechts een korte periode plaatvonden. Verder had de verdachte een kleinere rol dan die van zijn medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . De verdachte was voorts nog jong toen de feiten werden gepleegd en hij kon de impact van de feiten minder overzien omdat het digitaal verliep. Er dient verder rekening te worden gehouden met het tijdsverloop in deze strafzaak: de verdachte bevindt zich al lange tijd in een schorsing en er is sprake van een overschrijding van de redelijke termijn.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De ernst van de feiten
gemaakt aan grootschalige cybercriminaliteit, door middel van computervredebreuk, diefstal met valse sleutels en witwassen. De rechtbank heeft hierboven beschreven hoe zij dit hebben gedaan. In twee maanden tijd hebben zij voor ongeveer een ton aan cryptovaluta gestolen van acht slachtoffers. In totaal hebben er 160 simswaps plaatsgevonden en het plan was om op te schalen en ook slachtoffers te maken in andere landen.
De verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] hebben ieder een gelijkwaardige en essentiële rol gehad voor het laten slagen van de fraude. De taakverdeling was grotendeels aanpasbaar, met uitzondering van enkele (specialistische) handelingen zoals het schrijven van scripts en het contact met een insider.
Door het plegen van deze feiten hebben zij planmatig en op geraffineerde wijze schade toegebracht. De impact van cybercriminaliteit is groot. Naast de financiële schade die deze feiten teweegbrengen, verliezen de slachtoffers, maar ook vele anderen in de samenleving, het vertrouwen in instanties, in het bancaire verkeer en in het digitale geld- en handelsverkeer. De inbreuk op de privacy van de slachtoffers is enorm. Door de overname van hun telefoonnummers en het ongeautoriseerd inzien van hun e-mailaccounts, werden zij ernstig in hun persoonlijke levenssfeer geschaad. Bovendien waren zij ontdaan van de mogelijkheid om hun eigen telefoonnummer te gebruiken, waardoor zij niet meer konden bellen, sms’en of internetten. In het digitale tijdperk is dat echter onmisbaar, onder andere voor cruciale zaken als het inloggen bij DigiD, internetbankieren en de twee-factor-authenticatie voor onlinediensten. Dit alles hebben de slachtoffers moeten herstellen, hetgeen een lang proces is. Zo verklaarde ook slachtoffer [slachtoffer 1] op zitting. De verdachte heeft hier niet bij stilgestaan. Ter terechtzitting heeft hij verklaard de feiten te hebben gepleegd omdat zijn telefoonwinkel verlies leed tijdens de Coronapandemie. Hij heeft er destijds echter niet bij stilgestaan dat door zijn handelen juist weer anderen verlies leden.
De persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 21 november 2024, waaruit blijkt dat hij twee keer een strafbeschikking heeft gekregen voor overtredingen van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens. Een van deze strafbeschikkingen heeft geleid tot de toepassing van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank heeft daarnaast acht geslagen op het reclasseringsadvies van 18 februari 2025 en hetgeen over de persoon van de verdachte ter terechtzitting naar voren is gekomen. Hieruit blijkt dat de verdachte ten tijde van het strafbare feit jong was, een eigen bedrijf had en in de financiële problemen raakte. Op dit moment zit hij in de Ziektewet door een whiplash. Hij wil in de toekomst weer een eigen bedrijf starten. Bij de reclassering heerst de indruk dat hij maatschappelijk verantwoorde keuzes kan maken als hij daarvoor kiest. Een echte diepgang in de gesprekken met de reclassering is er niet geweest. De verdachte heeft aangegeven dat hij nu inziet dat zijn handelen slachtoffers heeft gemaakt en dat hij daar spijt van heeft.
De verdachte heeft 46 dagen in voorlopige hechtenis doorgebracht en hij loopt sinds 3 september 2021 in een schorsing. Het is de rechtbank niet gebleken dat er sindsdien nog justitiële contacten zijn geweest.
De redelijke termijn
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmaat ook rekening gehouden met het feit dat de redelijke termijn aanzienlijk is overschreden, zonder dat daar een bijzondere reden voor was. De Hoge Raad neemt in zijn uitleg van de redelijke termijn immers als uitgangspunt dat binnen twee jaar na aanvang van de redelijke termijn in eerste aanleg vonnis dient te worden gewezen. De redelijke termijn vangt aan op het moment dat door of vanwege de Staat jegens de verdachte een handeling is verricht waaruit deze heeft opgemaakt en redelijkerwijs heeft kunnen opmaken dat tegen hem een strafvervolging zou worden ingesteld. De verdachte werd op donderdag 20 juli 2021 als verdachte aangehouden en in verzekering gesteld. De rechtbank neemt deze datum als uitgangspunt voor de aanvang van de redelijke termijn. Dit vonnis wordt op 18 april 2025 gewezen. Daarmee is de redelijke termijn met bijna 2 jaar overschreden.
De op te leggen straf
Gelet op de ernst en hoeveelheid feiten en de zorgvuldig geplande manier waarop deze feiten zijn gepleegd, acht de rechtbank zowel uit het oogpunt van generale als speciale preventie een gevangenisstraf die aanzienlijk langer duurt dan het voorarrest aangewezen. De rechtbank wil benadrukken dat ook cybercrime niet zonder gevolgen blijft. Dat de feiten zich niet fysiek nabij de slachtoffers hebben afgespeeld maakt deze niet minder strafwaardig gezien de grote impact daarvan op hen.
De rechtbank is gelet op de gelijkwaardige rollen van de verdachte en de medeverdachten [verdachte] en [medeverdachte 1] van oordeel dat zij eenzelfde straf verdienen. De straf van [medeverdachte 1] wordt echter gematigd omdat hij meteen bij de politie openheid van zaken heeft gegeven. De rechtbank heeft feit 6, het bezit van de leadslijst, verdisconteerd in de andere feiten, omdat deze lijst onlosmakelijk verbonden waren met de fraude.
Alles overziend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar passend. De rechtbank is van oordeel dat een voorwaardelijk strafdeel van een half jaar noodzakelijk is om te voorkomen dat de verdachte na zijn detentieperiode opnieuw op deze (voor hem eenvoudige) manier probeert aan geld te komen. De rechtbank komt tot een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist, gelet op de straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd en de aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
Er hebben zich ter zake van feit 4, 8 slachtoffers als benadeelde partij in het strafproces gevoegd.
[slachtoffer 3]
De benadeelde partij vordert een bedrag van 6.627,38 euro ter vergoeding van de materiële schade.
[slachtoffer 4]
De benadeelde partij vordert een bedrag van 440 euro ter vergoeding van de materiële schade en een bedrag van 500 euro ter vergoeding van de immateriële schade.
[slachtoffer 5]
De benadeelde partij vordert een bedrag van 55.565 euro ter vergoeding van de materiële schade en een bedrag van 10.000 euro ter vergoeding van de immateriële schade.
[slachtoffer 6]
De benadeelde partij vordert een bedrag van 507,37 euro ter vergoeding van materiële schade en een bedrag van 3.000 ter vergoeding van immateriële schade.
De vordering tot materiële schade is opgebouwd uit gestolen cryptovaluta, Bitdefender Total Security 2021 en een Nord VPN.
[slachtoffer 2]
De benadeelde partij vordert een bedrag van 12.000 euro ter vergoeding van materiële schade.
[slachtoffer 1]
De benadeelde partij vordert een bedrag van 47.121,80 euro ter vergoeding van materiële schade en een bedrag van 646 euro ter vergoeding van immateriële schade.
De vordering tot immateriële schade bestaat uit de kosten voor het leeghalen van de laptop, de gederfde inkomsten (uit werk) en het terugkopen van een cryptovaluta.
[slachtoffer 7]
De benadeelde partij vordert een bedrag van 1.413 euro ter vergoeding van de materiële schade.
[slachtoffer 8]
De benadeelde partij vordert een bedrag van 108.000 euro ter vergoeding van de materiële schade.
Dit bedrag bestaat uit 45.500 euro aan primaire materiële schade en 62.500 euro aan secundaire materiële schade.
Door alle benadeelde partijen is tevens verzocht om vermeerdering van het toe te wijzen bedrag met de wettelijke rente en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
Materiële schade
Ten aanzien van de gevorderde materiële schade voor zover deze ziet op het bedrag aan gestolen cryptovaluta heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat het bedrag, vastgesteld op de waarde die de cryptovaluta ten tijde van de diefstal had, kan worden toegewezen.
Voor wat betreft de vordering van [slachtoffer 6] en [slachtoffer 1] heeft de officier van justitie geconcludeerd dat ook de kosten voor de beveiligingssoftware (
[slachtoffer 6] , voor de Bitdefender Total Security 2021, 59,99 euro en voor de Nord VPN, 88,53 euro) en het leeghalen van de computer (
[slachtoffer 1] , 181 euro) toegewezen kunnen worden.
Immateriële schade
Ten aanzien van de gevorderde immateriële heeft de officier van justitie aangevoerd dat de impact van dit soort strafbare feiten niet moet worden onderschat. Naast diefstal gaat het hier ook om een aanzienlijke inbreuk op de privacy en het niet meer telefonisch bereikbaar zijn. Een bedrag van 500 euro ten aanzien van immateriële schade is een redelijk bedrag en kan worden toegewezen.
Wettelijke rente, schadevergoedingsmaatregel en hoofdelijk
De officier van justitie verzoekt daarnaast de toe te wijzen bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van diefstal, met bijbehorende dagen gijzeling, om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en dat de schadevordering hoofdelijk wordt toegewezen.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich tot het bedrag van de dagwaarde van de gestolen cryptovaluta destijds, aan het oordeel van de rechtbank. Voor het overige dient een afwijzing of niet-ontvankelijk verklaring te volgen. Ten aanzien van de immateriële schade geldt dat niet-ontvankelijkheid dient te volgen, nu er geen grondslag voor is, een onderbouwing ontbreekt en er geen sprake is van een causaal verband.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 1] geldt dat op het te vergoeden bedrag (de dagwaarde) 9.000 euro in mindering dient te worden gebracht, nu ter terechtzitting bekend is geworden dat de benadeelde partij dit bedrag middels een schikking met T-Mobile heeft ontvangen
Ten aanzien van [slachtoffer 7] geldt dat een bedrag van 746 euro kan worden toegewezen.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
In verband met de leesbaarheid van het vonnis maakt de rechtbank enkele algemene opmerkingen vooraf.
De rechtbank stelt op basis van het verhandelde ter terechtzitting vast dat door het handelen van de verdachte en zijn medeverdachten bij de benadeelde partijen rechtstreekse schade is ontstaan. De rechtbank zal de ingediende vorderingen toewijzen voor zover het de dagwaarde van de cryptovaluta op het moment van de diefstal betreft. Voor zover de benadeelde partijen ook vergoeding van - kort gezegd - koerswijzigingsschade vorderen, zal de rechtbank hun vorderingen niet-ontvankelijk verklaren. Deze vorderingen betreffen verschillende cryptovaluta, die soms meer, soms minder en soms eerst meer en dan minder waard zijn geworden. De benadeelde partijen kiezen (daarom) verschillende peilmomenten, zoals de diefstal van de cryptomunt, de indiening van de vordering, de piek van de wisselkoers of de datum van de uitspraak. De gevolgen van keuzes werken dan dus door ten voordele van de een en ten nadele van de ander en beïnvloeden mogelijk ook de afweging van de verdachte om hoger beroep in te stellen. Daarom is de rechtbank – net als het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 29 maart 2024, ECLI:NL:GHARL:2024:2218 – van oordeel dat een nader partijdebat over dit gedeelte van de vorderingen het strafgeding onevenredig zou belasten.
Door een aantal benadeelde partijen is ook een bedrag aan immateriële schade gevorderd. Op basis van artikel 6:106, aanhef en sub b BW kan een benadeelde (voor zover in deze zaak van belang) aanspraak maken op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding van ander nadeel dan vermogensschade, als de benadeelde partij op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Degene die zich hierop beroept, zal die aantasting met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde partij zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Van deze laatste situatie is bij de bewezenverklaarde misdrijven geen sprake.
De rechtbank stelt op basis van de vordering van de benadeelde partij(en) vast dat dit nadeel evenmin met concrete gegevens (over psychische schade) is onderbouwd. Hoewel de benadeelde partijen zijn bestolen en hun privacy is geschonden en zij daarmee zonder meer nadelige gevolgen hebben ervaren, komt de gevorderde vergoeding van immateriële schade zonder nadere onderbouwing niet voor toewijzing in aanmerking. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde om de vordering alsnog nader te onderbouwen, levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partijen in hun vordering voor zover deze ziet op immateriële schade daarom niet ontvankelijk verklaren en bepalen dat zij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
De rechtbank zal nu overgaan tot de individuele beoordeling van de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen.
De vordering van [slachtoffer 3]
De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft een vordering tot schadevergoeding van 6.627,38 euro ingediend wegens materiële schade die hij als gevolg van het onder 4 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank stelt vast dat de dagwaarde van de gestolen cryptovaluta ten tijde van de diefstal 6.627,38 euro bedroeg. Dit betekent dat de rechtbank de vordering tot vergoeding van de (materiële) schade geheel zal toewijzen.
De rechtbank zal bepalen dat het te vergoeden bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
De vordering van [slachtoffer 4]
De benadeelde partij [slachtoffer 4] heeft een vordering tot schadevergoeding van 940 euro ingediend, bestaande uit 440 euro materiële schade en 500 euro immateriële schade. De rechtbank stelt vast dat de dagwaarde van de gestolen cryptovaluta ten tijde van de diefstal 411,22 euro bedroeg. Dit betekent dat de rechtbank de vordering tot vergoeding van materiële schade zal toewijzen tot een bedrag van 411,22 euro. De benadeelde partij zal voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
De benadeelde partij zal ook ten aanzien van de vordering tot immateriële schadevergoeding, gelet op het ontbreken van een grondslag, niet ontvankelijk worden verklaard.
De rechtbank zal bepalen dat het te vergoeden bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
De vordering van [slachtoffer 5]
De benadeelde partij [slachtoffer 5] heeft een vordering tot schadevergoeding van 65.565 euro ingediend, bestaande uit 55.565 euro materiële schade en 10.000 euro immateriële schade. De rechtbank stelt vast dat de dagwaarde van de gestolen cryptovaluta ten tijde van de diefstal 21.523,39 euro bedroeg. Dit betekent dat de rechtbank de vordering tot vergoeding van materiële schade zal toewijzen tot een bedrag van 21.523,39 euro. De benadeelde partij zal voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
De benadeelde partij zal ook ten aanzien van de vordering tot immateriële schadevergoeding, gelet op het ontbreken van een grondslag, niet ontvankelijk worden verklaard.
De rechtbank zal bepalen dat het te vergoeden bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
De vordering van [slachtoffer 6]
De benadeelde partij [slachtoffer 6] heeft een vordering tot schadevergoeding van 3.507,37 euro ingediend, bestaande uit 507,37 euro materiële schade en 3.000 euro immateriële schade. De rechtbank stelt vast dat de dagwaarde van de gestolen crypto ten tijde van de diefstal 358,85 euro bedroeg. Dit bedrag zal de rechtbank dan ook toewijzen. De benadeelde partij heeft daarnaast een Bitdefender Total Security 2021 ter waarde van 59,99 euro en een NordVPN ter waarde van 88,53 euro aangeschaft. Deze kosten voor beveiligingsmaatregelen staan in een voldoende rechtstreeks causaal verband tot de bewezenverklaarde computervredebreuk en diefstal. Deze posten zijn voldoende onderbouwd. De rechtbank wijst de vordering tot vergoeding van de materiële schade in zijn geheel toe.
De benadeelde partij zal ten aanzien van de vordering tot immateriële schadevergoeding, gelet op het ontbreken van een grondslag, niet ontvankelijk worden verklaard.
De rechtbank zal bepalen dat het te vergoeden bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
De vordering van [slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een vordering tot schadevergoeding van 12.000 euro ingediend wegens materiële schade die hij als gevolg van het onder 4 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank stelt vast dat de dagwaarde van de gestolen cryptovaluta ten tijde van de diefstal 10.834,09 euro bedroeg. Zij zal de vordering tot schadevergoeding dan ook toewijzen tot een bedrag van 10.834,09 euro en bepalen dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk wordt verklaard.
De rechtbank zal bepalen dat het te vergoeden bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
De vordering van [slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een vordering tot schadevergoeding van 47.767,80 euro ingediend, bestaande uit 47.121,80 euro materiële schade en 646 euro immateriële schade.
De rechtbank stelt vast dat de posten aangevoerd onder het kopje ‘immateriële schade’ behoren tot materiële schade. Zij zal deze posten dan ook op die wijze beoordelen. De rechtbank stelt vast dat de dagwaarde van de gestolen cryptovaluta ten tijde van de diefstal 20.635 euro bedroeg. Ter terechtzitting is bekend geworden dat de benadeelde partij middels een schikking met T-Mobile een bedrag van 9.000 euro heeft ontvangen. Het is niet duidelijk geworden welk gedeelte van dit bedrag moet worden aangemerkt als vergoeding voor de gestolen cryptovaluta. De rechtbank zal dit gedeelte van de vastgestelde dagwaarde van 20.635 euro dan ook niet toewijzen. Het leeghalen van de laptop acht de rechtbank aannemelijk en voldoende onderbouwd. De opgevoerde posten ten aanzien van ‘de misgelopen inkomsten en het terugkopen van de cryptovaluta’ zijn betwist en onvoldoende onderbouwd. Dit betekent dat de rechtbank de vordering tot schadevergoeding zal toewijzen tot een bedrag van 11.816 euro. Zij bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk wordt verklaard.
De rechtbank zal bepalen dat het te vergoeden bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
De vordering van [slachtoffer 7]
De benadeelde partij [slachtoffer 7] heeft een vordering tot schadevergoeding van 1.413 euro ingediend wegens materiële schade die hij als gevolg van het onder 4 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank stelt, gelet op de onderbouwing bij het verzoek tot schadevergoeding, de aangifte en de aanvullende e-mail op p. 470 vast, dat de dagwaarde van de gestolen cryptovaluta ten tijde van de diefstal in totaal 1.296 euro bedroeg. Zij zal de vordering tot schadevergoeding dan ook toewijzen tot een bedrag van 1.296 euro en bepalen dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk wordt verklaard.
De rechtbank zal bepalen dat het te vergoeden bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
De vordering van [slachtoffer 8]
De benadeelde partij [slachtoffer 8] heeft een vordering tot schadevergoeding van 108.000 euro ingediend, wegens materiële schade die hij als gevolg van het onder 4 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De materiële schade is opgedeeld in 45.500 euro primair materiële schade en 62.500 euro secundaire materiële schade. De rechtbank stelt vast dat de dagwaarde van de gestolen cryptovaluta ten tijde van de diefstal 45.117 euro bedroeg. De rechtbank zal de vordering tot schadevergoeding tot een bedrag van 45.117 euro toewijzen en bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van zijn vordering niet ontvankelijk wordt verklaard.
De rechtbank zal bepalen dat het te vergoeden bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
Schadevergoedingsmaatregel en hoofdelijk
De rechtbank ziet verder aanleiding om de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen. Gelet op het vijfde lid van dit artikel mag bij een schadevergoedingsmaatregel in totaal maximaal 360 dagen gijzeling worden opgelegd, ook in geval van meerdere schadevergoedingsmaatregelen. Dat maakt dat de rechtbank gebruik maakt van een omrekening van het aantal dagen gijzeling naar rato.
De rechtbank zal de vorderingen van de benadeelde partij hoofdelijk toewijzen en de schadevergoedingsmaatregel hoofdelijk opleggen, aangezien deze vorderingen tevens in de strafzaak van medeverdachten is ingediend. De verdachte wordt aldus veroordeeld tot betaling aan de benadeelde partij van het toegewezen bedrag, te voldoen voor zover deze vorderingen niet reeds door of namens een medeverdachte zijn betaald.

8.Het beslag

De rechtbank beslist dat de hierna te noemen en inbeslaggenomen voorwerpen worden verbeurdverklaard omdat de strafbare feiten met behulp daarvan zijn begaan:
  • 1 STK GSM (Omschrijving: PL2300-LBRDD21006_682382, Grijs, merk: Iphone);
  • 1 STK Simkaart van zaktelefoon (Omschrijving: PL2300-LBRDD21006_682385);
  • 1 STK GSM (Omschrijving: PL2300-LBRDD21006_682333, Iphone).
De rechtbank beslist dat het hierna te noemen en inbeslaggenomen voorwerp wordt teruggegeven aan de verdachte omdat onvoldoende is vast komen te staan dat de wallet of de inhoud daarvan is verkregen uit of gebruikt bij het strafbare feit:
1 STK Datadrager (Omschrijving: LBRDD21006_682332, AALN1474NL Ledger, Ledger).

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f, 47, 56, 57, 63, 138ab, 234, 311 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4. is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
[slachtoffer 3](feit 4)
  • wijstde vordering van de benadeelde partij
    [slachtoffer 3],
    geheel toeen veroordeelt de verdachte
    hoofdelijkom aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van
    6.627,38 eurobestaande uit materiële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de
    wettelijke rentevanaf 21 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte op de (hoofdelijke) verplichting tot
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt
  • bepaalt dat de verdachte niet is gehouden tot betaling indien en voor zover het bedrag door hem en/of (een van) zijn mededader(s) is betaald;
[slachtoffer 4](feit 4)
  • wijstde vordering van de benadeelde partij
    [slachtoffer 4],
    gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte
    hoofdelijkom aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van
    411,22 eurobestaande uit materiële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de
    wettelijke rentevanaf 6 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • verklaart de benadeelde partij voor het overige
  • veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte op de (hoofdelijke) verplichting tot
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt
  • bepaalt dat de verdachte niet is gehouden tot betaling indien en voor zover het bedrag door hem en/of (een van) zijn mededader(s) is betaald;
[slachtoffer 5](feit 4)
  • wijstde vordering van de benadeelde partij
    [slachtoffer 5],
    gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte
    hoofdelijkom aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van
    21.523,39 eurobestaande uit materiële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de
    wettelijke rentevanaf 18 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • verklaart de benadeelde partij voor het overige
  • veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte op de (hoofdelijke) verplichting tot
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt
  • bepaalt dat de verdachte niet is gehouden tot betaling indien en voor zover het bedrag door hem en/of (een van) zijn mededader(s) is betaald;
[slachtoffer 6] (feit 4)
  • wijstde vordering van de benadeelde partij
    [slachtoffer 6],
    gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte
    hoofdelijkom aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van
    507,37 eurobestaande uit materiële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de
    wettelijke rentevanaf 22 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • verklaart de benadeelde partij voor het overige
  • veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte op de (hoofdelijke) verplichting tot
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt
  • bepaalt dat de verdachte niet is gehouden tot betaling indien en voor zover het bedrag door hem en/of (een van) zijn mededader(s) is betaald;
[slachtoffer 2](feit 4)
  • wijstde vordering van de benadeelde partij
    [slachtoffer 2],
    gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte
    hoofdelijkom aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van
    10.834,09 eurobestaande uit materiële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de
    wettelijke rentevanaf 29 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • verklaart de benadeelde partij voor het overige
  • veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte op de (hoofdelijke) verplichting tot
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt
  • bepaalt dat de verdachte niet is gehouden tot betaling indien en voor zover het bedrag door hem en/of (een van) zijn mededader(s) is betaald;
[slachtoffer 1](feit 4)
  • wijstde vordering van de benadeelde partij
    [slachtoffer 1],
    gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte
    hoofdelijkom aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van
    11.816 eurobestaande uit materiële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de
    wettelijke rentevanaf 2 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • verklaart de benadeelde partij voor het overige
  • veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte op de (hoofdelijke) verplichting tot
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt
  • bepaalt dat de verdachte niet is gehouden tot betaling indien en voor zover het bedrag door hem en/of (een van) zijn mededader(s) is betaald;
[slachtoffer 7](feit 4)
  • wijstde vordering van de benadeelde partij
    [slachtoffer 7],
    gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte
    hoofdelijkom aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van
    1.296 eurobestaande uit materiële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de
    wettelijke rentevanaf 4 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • verklaart de benadeelde partij voor het overige
  • veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte op de (hoofdelijke) verplichting tot
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt
  • bepaalt dat de verdachte niet is gehouden tot betaling indien en voor zover het bedrag door hem en/of (een van) zijn mededader(s) is betaald;
[slachtoffer 8](feit 4)
  • wijstde vordering van de benadeelde partij
    [slachtoffer 8],
    gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte
    hoofdelijkom aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van
    45.117 eurobestaande uit materiële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de
    wettelijke rentevanaf 23 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • verklaart de benadeelde partij voor het overige
  • veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte op de (hoofdelijke) verplichting tot
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt
  • bepaalt dat de verdachte niet is gehouden tot betaling indien en voor zover het bedrag door hem en/of (een van) zijn mededader(s) is betaald;
Beslag
- verklaart verbeurd de volgende in beslag genomen voorwerpen:
  • 1 STK GSM (Omschrijving: PL2300-LBRDD21006_682382, Grijs, merk: Iphone)
  • 1 STK Simkaart van zaktelefoon (Omschrijving: PL2300-LBRDD21006_682385)
  • 1 STK GSM (Omschrijving: PL2300-LBRDD21006_682333, Iphone)
- gelast de teruggave van het volgende in beslag genomen voorwerp aan [verdachte] :
1 STK Datadrager (Omschrijving: LBRDD21006_682332, AALN1474NL Ledger, Ledger).
Dit vonnis is gewezen door mr. N.P.J. van de Pasch, voorzitter, mr. H.E.G. Peters en mr. K. Mestrom, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.K. Klompe en mr. L.M.N.F. Roelofs, griffiers, en uitgesproken ter openbare zitting van 18 april 2025.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1
hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 20 februari 2021 tot
en met 24 februari 2021 te Heerlen, gemeente Heerlen en/of Brunssum, gemeente
Brunssum, en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met (een)
ander(en), althans alleen,
(telkens) opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen in een (een gedeelte van
een) geautomatiseerd werk(en), te weten
computersystemen en/of (een) webserver(s) van T-Mobile en/of de T-Mobileshop
te Heerlen en/of het klantenservice systeem (Salesforce) van T-Mobile
a. door het doorbreken van een beveiliging,
b. door een technische ingreep,
c. met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of
d. door het aannemen van een valse hoedanigheid,
te weten: het installeren en activeren van het programma Anydesk op twee
bedrijfscomputers zonder daartoe gerechtigd te zijn
en verdachte en/of zijn mededader(s) vervolgens de gegevens die zijn opgeslagen,
worden verwerkt of worden overgedragen door middel van voornoemd
geautomatiseerd werk waarin verdachte en/of zijn mededader(s) zich
wederrechtelijk bevond(en) voor zichzelf en/of een ander heeft overgenomen,
afgetapt en/of opgenomen;
2
hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 19 februari 2021 tot
en met 22 februari 2021 te Heerlen, Vaals, Brunssum, Stein, Elsloo, en/of elders in
Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen in een geautomatiseerd werk, te
weten
computersystemen en/of (een) webserver(s) met daarop het account van [naam belwinkel 1] &
[naam belwinkel 2] voor het TAS (aanvraagsysteem T-Mobile) en/of het Klanten Management
Tool van T-Mobile
a. door het doorbreken van een beveiliging,
b. door een technische ingreep,
c. met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of
d. door het aannemen van een valse hoedanigheid,
te weten door de inloggegevens van [naam belwinkel 1] & [naam belwinkel 2] voor het TAS
(aanvraagsysteem van
T-Mobile) en/of het Klanten Management Tool van T-Mobile (onrechtmatig) te
verkrijgen en hiermee in te loggen op het accounts van voornoemde Sales Partners
voor voornoemde systemen, voor het gebruik waarvan hem geen toestemming was
verleend door de rechthebbende;
3
hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 18 januari 2021 tot en
met 22 februari 2021 te Heerlen, Brunssum, Stein, Elsloo, Amsterdam, Hoek van
Holland, Rotterdam, Sint Oedenrode, Nijmegen, Tilburg, Landgraaf en/of elders in
Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen in een (een gedeelte van
een) geautomatiseerd werk(en), te weten hardware wallet(s) en/of (een)
webserver(s) met daarop de cryptowallets en/of (mail) accounts van [slachtoffer 5]
, [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 6] ,
[slachtoffer 8] , en/of [slachtoffer 7]
a. door het doorbreken van een beveiliging en/of
b. door een technische ingreep, en/of
c. met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of
d. door het aannemen van een valse hoedanigheid,
te weten:
- middels simswapping (onrechtmatig) de controle te verkrijgen over het
telefoonabonnement/
binnenkomende telefoonverkeer van bovengenoemde aangevers en (zodoende) de
beschikking te krijgen over authenticatie sms-jes en/of toegang te krijgen tot
emailaccounts en/of
- ( vervolgens) in te loggen met onrechtmatig verkregen inloggegevens van
voornoemde aangevers, op hun cryptowallets en/of accounts voor Ledger,
Bitcoinmeester, Lightbit, Coinbase, Binance, Blockchain, Bittrex globla, Gateio,
BitMax, Poloniex en/of CoinFalcon voor het gebruik waarvan hem geen
toestemming was verleend door de rechthebbende;
4
hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 18 januari 2021 tot en
met 22 februari 2021 te Heerlen, Brunssum, Stein, Elsloo, Amsterdam, Hoek van
Holland, Rotterdam, Sint Oedenrode, Nijmegen, Tilburg, Landgraaf en/of elders in
Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
een hoeveelheid cryptovaluta (met een waarde destijds van € 119.448,97), althans
enig(e) cryptovaluta/geldbedrag, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan
een ander toebehoorde(n), te weten:
- [slachtoffer 5] (ter waarde € 21.523,39, p. 383)
- [slachtoffer 2] (ter waarde € 12.000,-, p. 387 en 494)
- [slachtoffer 1] (ter waarde € 28.000,-, p. 396 en 475)
- [slachtoffer 4] (ter waarde van € 439,58,-, p. 398)
- [slachtoffer 3] (ter waarde van € 6.340,-, p. 421 en 430)
- [slachtoffer 6] (ter waarde van € 400,-, à € 500,-, p. 450)
- [slachtoffer 8] (ter waarde van € 50.000,- , p. 456 en 459)
- [slachtoffer 7] (ter waarde van € 746,- , p. 461 en 469)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten:
de met simswapping verkregen inloggegevens en/of (autorisatie)code(s) (zoals een
autorisatie-sms-code) voor het inloggen op de cryptowallet(s) van voornoemde
aangever(s), althans enige onrechtmatig verkregen
inloggegevens/(autorisatie)codes waarmee toegang verkregen kon worden tot de
cryptowallet(s) van voornoemde aangever(s);
5
hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 18 januari 2021 tot en
met 22 februari 2021 te Heerlen, Brunssum, Stein, Elsoo en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(van) een of meer voorwerp(en), te weten 2,77375894 Bitcoin, althans een
hoeveelheid cryptovaluta
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding of
de verplaatsing heeft verborgen of verhuld, dan wel verborgen of verhuld wie de
rechthebbende was op dat voorwerp of het voorhanden had,
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dat/die voorwerp(en)
geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig
misdrijf;
6
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 februari 2021 tot en
met 20 juli 2021 te Brunssum, en/of Elsloo, althans in Nederland,
stoffen, voorwerpen en/of gegevens, te weten:
een bestand bevattende een notitie (p.947 dossier), met een lijst met leads,
bevattende een groot aantal identificerende persoonsgegevens van een groot aantal
personen, aangetroffen op de Iphone 12 Pro Max (serienummer [serienummer] ,
aangeduid als AAJJ9161 NL in het dossier) van verdachte
althans een groot aantal bestanden met daarin persoonlijke gegevens van derden,
heeft/hebben vervaardigd, ontvangen, zich heeft/hebben verschaft, verkocht,
overgedragen, verworven, vervoerd, ingevoerd, verspreid, anderszins ter
beschikking gesteld en/of voorhanden heeft/hebben gehad,
waarvan verdachte wist dat deze bestemd was/waren tot het plegen van enig in
artikel(en) 310, 311, 321 en/of 326 van het Wetboek van Strafrecht omschreven
misdrij(f)(ven), voor zover deze feiten betrekking hebben op de verkrijging van een
niet-contant betaalinstrument.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie-eenheid Limburg, Team Digitale Opsporing (LB), proces-verbaalnummer r LBRDD21003/GORGO en LBRDD21006/INDRA, gesloten d.d. 22 november 2021, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 1855.