Op 28 oktober 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Eisers, vertegenwoordigd door mr. J.G. de Wit, hebben een verzoek ingediend tegen een last onder dwangsom die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venray was opgelegd. Deze last betrof het zonder vergunning plaatsen van 120 units op een perceel, wat in strijd was met de Omgevingswet en het bestemmingsplan. De eisers stelden dat handhaving onevenredig was, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die handhaving onredelijk maakten. De begunstigingstermijn werd als redelijk beschouwd en de hoogte van de dwangsom van 30.000 euro werd als proportioneel beoordeeld. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. Tevens werd het college opgedragen om de proceskosten en het griffierecht aan eisers te vergoeden.