Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
toepassing schuldsaneringsregeling
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft verzoeker op 27 november 2024 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 januari 2025, waarna de rechtbank op 28 januari 2025 uitspraak deed. De rechtbank oordeelde dat het verzoekschrift voldeed aan de eisen en dat verzoeker aan de voorwaarden van artikel 288 lid 1 van de Faillissementswet voldeed. De rechtbank paste artikel 349a lid 1 Fw toe, waardoor de termijn van de schuldsaneringsregeling kan aanvangen vanaf de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling. De rechtbank bepaalde dat de eerste aflossing op 28 juli 2023 moet worden vastgesteld en verlengde de termijn van de schuldsaneringsregeling met zes maanden, waarbij verzoeker gedurende deze verlenging ontheven werd van een verdere afdrachtplicht. De rechtbank benoemde mr. P. Hoekstra tot rechter-commissaris en A.T.M. Brekelmans tot bewindvoerder. Tevens werd bepaald dat alle gelegde bijzondere beslagen op het loon en/of de uitkering van de saniet met onmiddellijke ingang komen te vervallen.