ECLI:NL:RBLIM:2024:900

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 februari 2024
Publicatiedatum
27 februari 2024
Zaaknummer
03.866116.19
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het aanwezig hebben van hennep en deelname aan een criminele organisatie

Op 27 februari 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het aanwezig hebben van hennep en deelname aan een criminele organisatie. De verdachte werd veroordeeld voor het opzettelijk aanwezig hebben van meer dan 30 gram hennep in de periode van 8 augustus 2017 tot en met 13 december 2017, en voor deelname aan een criminele organisatie die tot doel had het plegen van misdrijven zoals bedoeld in de Opiumwet. De rechtbank legde een taakstraf van 150 uren op, waarbij rekening werd gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn van vier jaar. De verdachte had eerder al een strafblad voor soortgelijke feiten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met medeverdachten, betrokken was bij een gestructureerde samenwerking gericht op de handel in verdovende middelen. De rechtbank achtte de bewijsvoering, waaronder tapgesprekken en observaties, voldoende om de verdachte schuldig te verklaren. De zaak werd behandeld in tegenspraak, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. F.M. van Venrooij-Nieuwenhuis. De rechtbank sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.866116.19
Tegenspraak (gemachtigde raadsvrouw)
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 27 februari 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1980,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. F.M. van Venrooij-Nieuwenhuis, advocaat kantoorhoudende te Heerlen.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 29 en 30 januari 2024.
Op 29 januari 2024 is de verdachte niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsvrouw. Op 30 januari 2024 zijn de verdachte en zijn raadsvrouw verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Het onderzoek ter terechtzitting is vervolgens op 13 februari 2024 gesloten.
Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaak tegen medeverdachte [medeverdachte 1] met parketnummer 03.866111.19, medeverdachte [medeverdachte 2] met parketnummer 03.866110.19, medeverdachte [medeverdachte 3] met parketnummer 03.866120.19, medeverdachte [medeverdachte 4] met parketnummer 03.866114.19, medeverdachte [medeverdachte 5] met parketnummer 03.866117.19 en medeverdachte [medeverdachte 6] met parketnummer 03.866119.19.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:in de periode van 8 augustus 2017 tot en met 16 januari 2018 samen met anderen opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad een (groot) aantal hennepplanten;
Feit 2:in de periode van 8 augustus 2017 tot en met 16 januari 2018 heeft deelgenomen aan een criminele organisatie.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd overeenkomstig het overgelegde requisitoir en bewijsmiddelenoverzicht. Zij acht beide feiten wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 1 is zij van mening dat uit het bewijsmateriaal volgt dat de verdachte grote hoeveelheden drugs aanwezig heeft gehad. Ten aanzien van feit 2 heeft zij gesteld dat er een criminele organisatie heeft bestaan die als oogmerk had het plegen van misdrijven die strafbaar zijn gesteld in de Opiumwet. Er was sprake van duurzaamheid en structuur van deze organisatie. Deelnemers van de organisatie waren [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 4] . Zij hadden ieder een eigen rol in de organisatie. Dat [medeverdachte 3] , [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] ook deelnamen aan de organisatie kan niet bewezen worden, omdat de contacten met hen van incidentele aard waren.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit. Daartoe is ten aanzien van feit 1 aangevoerd dat het dossier onvoldoende bewijs bevat dat er daadwerkelijk is geleverd of verkocht en wat de handelswaar betrof. Subsidiair kan op grond van het procesdossier slechts bewezen worden dat de verdachte een of twee keer softdrugs heeft verkocht. Ten aanzien van feit 2 is gesteld dat de verdachte geen deelnemer is geweest van een criminele organisatie, omdat aan de vereisten voor een criminele organisatie niet is voldaan. Van een gestructureerde of duurzame samenwerking is geen sprake.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Ter bevordering van de leesbaarheid van dit vonnis, mede gelet op de omvang van de bewijsmiddelen, heeft de rechtbank de bewijsmiddelen opgenomen in bijlage II.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.
Van 26 juni 2017 tot en met 1 februari 2018 is het mobiele telefoonnummer dat in gebruik is bij [medeverdachte 1] getapt. Uit de tapgesprekken en sms-berichten volgt dat [medeverdachte 1] en [verdachte] in ieder geval vanaf 7 augustus 2017 tot en met 13 december 2017 telefonisch contact met elkaar hebben gehad. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] hebben in ieder geval vanaf 15 juli 2017 tot en met 30 november 2017 telefonisch contact met elkaar gehad.
Waar gingen de telefonische contacten over?
In de telefoongesprekken of berichten werd onder meer gesproken over koop, verkoop, levering en kwaliteit. Het goed, de hoeveelheid daarvan en de prijzen werden in versluierde taal uitgedrukt. Ten aanzien van het goed zijn onder andere de volgende termen door [medeverdachte 1] en zijn gesprekspartners gebruikt: broek/steen/groen/witte schoenen/witte sokken/band/chocolade. [verdachte] verklaarde hierover dat hij er gek van werd dat [medeverdachte 1] telkens een ander woord gebruikte, maar dat het altijd ging om hennep. Er was één uitzondering: de chocolade betrof hasjiesj. [verdachte] verklaarde voorts dat als er werd gesproken over papieren dat het dan ging over het geld dat betaald zou moeten worden voor de hennep en als er een hoeveelheid werd genoemd, zoals “2”, dan ging het om twee kilo hennep. Als er gevraagd werd naar de prijs en er werd bijvoorbeeld “36,5” genoemd dan betekende dit € 3.650,- per kilo hennep. Deze verklaring van [verdachte] over de verdekte termen bevestigt het vermoeden van de verbalisanten dat de gevoerde gesprekken gaan over de handel in (soft)drugs.
De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 1] veelal optrad als tussenpersoon. Hij nam regelmatig contact op met [verdachte] en [medeverdachte 6] met de vraag of zij aan hem hennep of hasjiesj konden leveren omdat hij door iemand was benaderd die wat wilde hebben. [verdachte] en [medeverdachte 6] konden doorgaans hennep leveren; ze hadden een hoeveelheid liggen of ze gingen vragen/kijken hoeveel er lag en van welke kwaliteit dat was. Daarna maakten ze afspraken over de prijs en de overdracht.
Een voorbeeld daarvan is het contact tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] op 9 augustus 2017. [medeverdachte 1] belde toen met [verdachte] met de mededeling dat zijn broer er nu vier of vijf moet hebben. [verdachte] antwoordde dat hij nog wel vijf heeft van die andere die hij heeft. [medeverdachte 1] reageerde daarop dat hij die zelf heeft gezien, maar dat die niet top zijn. [verdachte] geeft daarop aan dat hij even gaat bellen. Vervolgens belde [verdachte] [medeverdachte 1] terug en zei dat er nog 6 of 7 waren voor 36,5. Het kan meteen geleverd worden. [medeverdachte 1] ging bellen met zijn broer. Vervolgens belde [medeverdachte 1] [verdachte] weer terug dat het akkoord is en dat zijn broer vijf wil hebben en meteen papieren zal geven. [medeverdachte 1] gaf aan gelijk naar [verdachte] te komen.
Op 10 augustus 2017 vond er wederom telefonisch contact plaats waarbij werd aangegeven dat [verdachte] een jongen bij zich heeft en straks vertrekt naar de afgesproken plek om [medeverdachte 1] te ontmoeten. [medeverdachte 1] komt echter niet opdagen omdat hij zijn huis niet in kan en dus ook niet bij de papieren (het geld) kan. [medeverdachte 1] belde [verdachte] later op en zei tegen [verdachte] dat [verdachte] het gewoon uit de tas van [medeverdachte 1] kan pakken. [medeverdachte 1] pakt het dan gewoon uit dat ding. Zo heeft hij het ook beloofd en komt hij het na.
Een ander voorbeeld is het contact tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] op 31 augustus 2017. [medeverdachte 1] belde toen [medeverdachte 6] om te vragen of hij nog wat had liggen. [medeverdachte 6] geeft aan dat hij dat niet heeft, maar dat hij wel weet waar hij dat kan krijgen. [medeverdachte 1] gaf aan dat hij echt kanonnen moet hebben en het liefst morgen. [medeverdachte 6] zei dat dit rond de 43 kost en dat hij gaat vragen of ‘hij’ eraan kan komen. Hij gaf voorts aan dat hij ook nog 4 andere weet. Ze houden contact.
Op 28 november 2017 belden [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] met elkaar. [medeverdachte 1] heeft eentje van 44 en 46 nodig. [medeverdachte 6] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 6] ) zei dat hij gaat bellen voor [medeverdachte 1] . [medeverdachte 6] gaf aan dat hij zelf gewone moest hebben. [medeverdachte 1] zei dat die er wel is maar dat [medeverdachte 6] die niet moet nemen omdat hij slecht is. Later in het gesprek hebben ze het erover dat er echt weinig is, maar dat [medeverdachte 1] weet dat er binnenkort bijna een klaar is.
Het kwam ook wel eens voor dat [verdachte] of [medeverdachte 6] iets wilden van [medeverdachte 1] .
Zo vond er op 11 december 2017 een gesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] waarin [verdachte] zei tegen [medeverdachte 1] : moet jij een keer wat voor mij regelen, hoor ik je niet meer. [medeverdachte 1] antwoordde daarop dat ‘hij’ vanavond die chocolade komt brengen. Ze spreken af dat [medeverdachte 1] dan naar [verdachte] komt. [verdachte] zei hem dat het een fatsoenlijk stukje moest zijn.Verder zei [verdachte] tegen [medeverdachte 1] op 13 december 2017 dat hij een voorbeeld wil laten zien aan een paar mensen en vroeg aan [medeverdachte 1] hoelang het duurt voordat [medeverdachte 1] aan een voorbeeld kan komen.
Een ander voorbeeld is een gesprek van 17 juli 2017 tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] . [medeverdachte 1] gaf aan dat hij misschien iets voor [medeverdachte 6] heeft. [medeverdachte 6] zei dat hij derden heeft die iets willen hebben. [medeverdachte 1] had er nog eentje liggen. Het is normale kwaliteit; de kleur is goed, alles is goed. Die dingen zijn alleen iets klein. Desgevraagd door [medeverdachte 6] geeft [medeverdachte 1] aan dat het 38 moet opleveren. [medeverdachte 6] zei dat hij eens ging vragen.
Voorts vond er in de periode van 30 november 2017 tot en met 2 december 2017 een deal plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] , waarbij [verdachte] op de achtergrond een grote rol speelde. [verdachte] en [medeverdachte 1] hadden meermaals onderling contact; [verdachte] zette de hennep klaar en zorgde ervoor dat deze (via een tussenpersoon) geleverd werd. Op 7 december 2017 is ook geprobeerd door [medeverdachte 1] en [verdachte] om een deal te laten plaatsvinden. [verdachte] speelde daarbij ook op de achtergrond een rol: hij maakte de (vermoedelijke) hennep klaar en leverde deze aan [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] zorgde ervoor dat de hennep geleverd werd aan een onbekend gebleven derde. [medeverdachte 1] en [verdachte] hebben telefonisch contact en spreken af op de parkeerplaats bij een Chinees restaurant in Brunssum. Uit de daaropvolgende observatie volgt dat [medeverdachte 1] op de parkeerplaats een plastic tas, tot de rand gevuld met andere plastic tassen, uit de auto van [verdachte] haalde, deze in zijn eigen auto zette en ermee wegreed. Vervolgens werd [medeverdachte 1] gebeld door een onbekend gebleven persoon dat het niet goed is. Er werd afgesproken dat het terug werd gegeven nabij kasteel Hoensbroek. Uit de observatie volgt ook dat [medeverdachte 1] de plastic tas terugpakt uit de auto van een onbekend gebleven persoon.
Uit de telefonische contacten en daaropvolgende observaties blijkt dat [medeverdachte 1] en [verdachte] en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] elkaar meermaals ontmoetten naar aanleiding van telefonisch gemaakte afspraken.
Tussenconclusie
De rechtbank is van oordeel dat de telefooncontacten en ontmoetingen tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] en [medeverdachte 6] telkens betrekking hadden op het handelen in hennep. In een paar telefoongesprekken van [medeverdachte 1] met [verdachte] ging het over chocolade, waaruit de rechtbank begrijpt dat zij zich ook wel bezighielden met hasjiesj.
Ten aanzien van feit 1
Uit de telefonische contacten van [verdachte] volgt dat hij hennep thuis of bij (een) ander(en) had liggen waar hij aan kon komen. Voorbeelden hiervan zijn:
  • het telefoongesprek van 9 augustus 2017 waarin hij aan [medeverdachte 1] aangaf dat er nog 6 of 7 (kilo) van ligt, hij het voor 36,5 (€ 36.500,- per kilo) kan verkopen, hij die halve nog bij hem heeft liggen en dat als [medeverdachte 1] ze alle zeven (kilo) moet hebben en hij dat thuis heeft liggen er een deal gesloten kan worden.
  • het telefooncontact van 18 augustus 2017 waaruit volgt dat [verdachte] 12 kilo hennep had, dat [medeverdachte 1] daarvoor mogelijk een koper had en dat deze koper bij [verdachte] langs kon komen om het voorbeeld te zien.
  • het telefoongesprek van 27 november 2017 waarin [verdachte] vertelde aan [medeverdachte 1] dat hij heel licht bewerkte heeft, hij een topje in zijn handen heeft en het er wel echt goed uitziet. Hij zei tegen [medeverdachte 1] dat hij een hele heeft liggen en dat [medeverdachte 1] even moet komen kijken.
  • de telefooncontacten van 30 november 2017 en 2 december 2017 waaruit volgt dat [verdachte] op 30 november 2017 een hele broek (een kilo hennep) moest klaarzetten voor [medeverdachte 1] om af te leveren en op 2 december 2017 nog eens vijf (vijf kilo hennep) moest afleveren. [verdachte] liet dit iemand voor hem doen.
  • de telefooncontacten van 7 december t/m 13 december 2017 waaruit volgt dat [medeverdachte 1] chocolade (hasjiesj) zou leveren aan [verdachte] en zij elkaar daarvoor ontmoetten bij de woning van [medeverdachte 1] .
Op grond van alle in het bewijsoverzicht opgenomen tapgesprekken en observaties acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] in de periode van 8 augustus 2017 tot en met 13 december 2017 samen met anderen opzettelijk een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep aanwezig heeft gehad.
Ten aanzien van feit 2
Onder feit 2 is aan [verdachte] tenlastegelegd dat hij heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, waaraan ook [medeverdachte 1] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] , [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] zouden hebben deelgenomen en die tot doel had om strafbare feiten te plegen zoals bedoeld in de artikelen 10, 10a, 11 en 11a van de Opiumwet.
Juridisch kader
Volgens de Hoge Raad [1] moet onder een organisatie als bedoeld in artikel 140 Wetboek van Strafrecht (Sr) respectievelijk artikel 11b Opiumwet worden verstaan: een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één andere persoon. Niet is vereist dat daarbij komt vast te staan dat een persoon, om als deelnemer aan die organisatie te kunnen worden aangemerkt, moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. De deelneming moet voor de betrokkene op zichzelf worden beoordeeld. Het is dus bijvoorbeeld niet van belang of andere personen meer hebben gedaan of een belangrijker rol vervulden dan betrokkene.
Aanwijzingen voor het bestaan van een dergelijk samenwerkingsverband kunnen bijvoorbeeld zijn gemeenschappelijke regels, het voeren van overleg, gezamenlijke besluitvorming, een taakverdeling, een bepaalde hiërarchie en/of geledingen. Dit zijn echter geen constitutieve vereisten om van een samenwerkingsverband te kunnen spreken.
Een organisatie wordt pas een criminele organisatie als vast komt te staan dat de organisatie het oogmerk heeft op het plegen van misdrijven. Voor een bewezenverklaring is voldoende dat het plegen van misdrijven wordt beoogd. Er hoeft geen begin met het plegen te zijn gemaakt. Voor bewijs van het bestanddeel ‘oogmerk’ zal onder meer betekenis kunnen toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd, aan het meer duurzaam of gestructureerde karakter van de samenwerking, en meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
Het is niet vereist dat de verdachte precies wist op welke misdrijven het oogmerk van de organisatie was gericht. De verdachte dient in zijn algemeenheid te weten dat de organisatie het oogmerk had tot het plegen van misdrijven.
Om van deelnemen aan een criminele organisatie te kunnen spreken, dient de verdachte te behoren tot de organisatie en moet hij een aandeel hebben in, dan wel ondersteuning bieden aan gedragingen ter verwezenlijking van het oogmerk van die organisatie. Een dergelijke bijdrage kan bestaan uit het (mede) plegen van enig misdrijf, maar ook uit het verrichten van handelingen die op zichzelf niet strafbaar zijn, zolang van bovenbedoeld aandeel of ondersteuning kan worden gesproken.
De rechtbank zal aan de hand van dit juridisch kader beoordelen of sprake is geweest van een duurzaam samenwerkingsverband, of de onderhavige organisatie als oogmerk had het plegen van misdrijven ter zake de Opiumwet, en of de verdachte heeft deelgenomen aan de criminele organisatie.
Duurzame samenwerking
De rechtbank ziet zich eerst voor de vraag gesteld of er sprake was van een duurzame samenwerking. De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat er veelvuldig telefooncontact was tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] . Het telefonisch contact tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] , dat telkens betrekking had op drugshandel, vond plaats op 7, 8, 9, 10, 14, 17, 18, 22, 23, 24, 27 en 28 augustus 2017, 27 en 30 november 2017, 1, 2, 6, 7, 11, 12 en 13 december 2017. Het contact tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] vond plaats op 15, 17, en 31 juli 2017, 14 augustus 2017, 11 september 2017, 13 oktober en 14 oktober 2017, 26 november, 27 november en 28 november 2017 en 30 november 2017.
Uit de inhoud van deze telefonische contacten volgt dat er telkens sprake was van een of meer van de volgende gedragingen: advisering aan elkaar, kennis van elkaars handel, nauw overleg, gezamenlijk besluitvorming en onderlinge behulpzaamheid. Op grond daarvan en de hoeveelheid contactmomenten in een periode van 5 maanden (tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] ) en 4 maanden (tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] ) is de rechtbank van oordeel dat er sprake is geweest van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband.
Uit het procesdossier volgt niet dat [verdachte] en [medeverdachte 6] wisten van elkaars betrokkenheid. Dit is echter geen vereiste voor een criminele organisatie.
De rechtbank is van oordeel dat niet bewezen kan worden dat [medeverdachte 5] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] , [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] hebben deelgenomen aan de criminele organisatie. Weliswaar kan aan de hand van het procesdossier worden vastgesteld dat voornoemde personen enige betrokkenheid hadden bij de handel in softdrugs, maar niet is gebleken dat die contacten dusdanig intensief waren of plaatsvonden in een zodanige periode, dat er gesproken kan worden van een duurzaam en structureel samenwerkingsverband.
Oogmerk tot het plegen van misdrijven
De vervolgvraag die de rechtbank dient te beantwoorden, is of de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk had. Uit de contacten van [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 6] kan worden afgeleid dat hun handelen gericht was op het voldoen aan de vraag naar softdrugs om daarmee geld te verdienen. Zij hadden ieder hun eigen handel en contacten, maar werkten ook met elkaar samen. De rechtbank is aldus van oordeel dat de organisatie het oogmerk had op het plegen van misdrijven met betrekking tot de handel in softdrugs, hennep en/of hasjiesj, in de zin van artikel 11 derde en vijfde lid van de Opiumwet.
Voor een bewezenverklaring is voldoende dat het plegen van misdrijven wordt beoogd. Dat er in bepaalde telefonische contacten onderling enkel is gevraagd naar de voorraad van de ander of dat bepaalde deals niet zijn doorgegaan, zoals betoogd door de verdediging, doet geen afbreuk aan een bewezenverklaring.
De rechtbank ziet in het procesdossier geen aanwijzing dat de criminele organisatie het oogmerk had op het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, artikel 10a, eerste lid en artikel 11a Opiumwet.
Conclusie
Op grond van het vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen in die zin dat [verdachte] deel uitmaakte van een criminele organisatie die bestond uit [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 6] .
De rechtbank zal [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 6] partieel vrijspreken van het deel van de tenlastelegging dat ziet op de deelname van [medeverdachte 5] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] , [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] aan die criminele organisatie en het deel dat ziet op het oogmerk tot het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, artikel 10a, eerste lid en artikel 11a Opiumwet.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
Feit 1:
in de periode van 8 augustus 2017 tot en met 13 december 2017 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die Wet;
Feit 2:
in de periode van 8 augustus 2017 tot en met 13 december 2017 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 11 derde, vijfde lid Opiumwet.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
Feit 2:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als
bedoeld in artikel 11, derde lid, vijfde lid van de Opiumwet.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een taakstraf voor 200 uren en een gevangenisstraf van 6 maanden geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. In haar eis heeft de officier van justitie rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht een volledig voorwaardelijke straf op te leggen gelet op de overschrijding van de redelijke termijn en de toepassing van artikel 63 Sr.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Ernst van het feit
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van hennep en deelneming aan een criminele organisatie, bestaande uit hemzelf, medeverdachte [medeverdachte 1] en medeverdachte [medeverdachte 6] . Door aldus te handelen heeft de verdachte zich actief bezig gehouden met de handel in verdovende middelen (softdrugs). Verdovende middelen en de handel hierin vormen een bedreiging voor de samenleving, in die zin dat zij de volksgezondheid bedreigen en de met de verdere verspreiding van die verdovende middelen gepaard gaande criminaliteit bevorderen.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van de verdachte van 5 januari 2024. Hieruit volgt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Ook merkt de rechtbank op dat artikel 63 Sr van toepassing is.
Redelijke termijn
De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, EVRM het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. Het eerste verhoor van de verdachte door de politie heeft niet steeds als zodanige handeling te gelden. Wel dienen de inverzekeringstelling van de verdachte en de betekening van de dagvaarding als een zodanige handeling te worden aangemerkt.
Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en zijn raadsman op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
De rechtbank overweegt met betrekking tot de aanvang van de redelijke termijn en het procesverloop in deze zaak het volgende. De redelijke termijn begon te lopen op de dag dat de verdachte als verdachte werd gehoord. Dit vond plaats op 7 februari 2018. De zaak is voor het eerst op zitting geweest op 4 februari 2021. Vervolgens hebben verhoren in de zaken van medeverdachten bij de rechter-commissaris plaatsgevonden op 29 juni 2021, 30 juni 2021, 1 juli 2021, 12 november 2021 en 10 maart 2022. Sindsdien lag het onderzoek ter terechtzitting stil. De verdediging heeft geen aandeel gehad in de vertraging van het procesverloop.
Daarmee is de redelijke termijn in ernstige mate overschreden, te weten met 4 jaar.
De rechtbank is van oordeel dat deze overschrijding matiging van de op te leggen straf tot gevolg moet hebben.
De strafoplegging
De rechtbank acht, alles afwegende en wat in vergelijkbare gevallen doorgaans wordt opgelegd, in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend, maar zal, gelet op de geconstateerde overschrijding van de redelijke termijn kiezen voor een andere strafmodaliteit. In het voordeel van de verdachte weegt de rechtbank tevens mee dat de verdachte, in tegenstelling tot zijn medeverdachten, enige openheid van zaken omtrent de strafbare feiten heeft gegeven. De rechtbank zal aan de verdachte een taakstraf van 150 uren opleggen.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3,11 en 11b van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 150 uren;
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 75 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.H. van den Hombergh, voorzitter, mr. S.A.M.C. van de Winkel en mr. G.H. Hermanides, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.K. Klompe en mr. M.L.L. Ruijters, griffiers, en uitgesproken ter openbare zitting van 27 februari 2024.
Buiten staat:
Mr. Van de Winkel is niet in de gelegenheid dit vonnis te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 08 augustus 2017 tot en met 16 januari 2018 te Brunssum en/of Kerkrade en/of Weert, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad een (groot) aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die Wet;
2.
hij in of omstreeks de periode van 8 augustus 2017 tot en met 16 januari 2018 te Brunssum en/of Kerkrade, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 3] en/of [naam 1] en/of [naam 2] en/of [medeverdachte 6] en/of [naam 3] welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, l1a eerste lid, 11 derde, vijfde lid en/of 11a Opiumwet.
BIJLAGE II: Het bewijsmiddelenoverzicht
Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van de Koninklijke Marechaussee, brigade recherche, proces-verbaalnummer 201802191000.27109047, onderzoek 27 KALDONEERA/27FCE170003, gesloten d.d. 21 juni 2018, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 2171.
In onder meer de periode van 26 juni 2017 tot en met 1 februari 2018 is het telefoonnummer + [nummer 2] getapt. Er is meerdere keren onderzocht van wie dit telefoonnummer is. Het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie geeft op 19 juli 2017 aan dat dit telefoonnummer op dat moment van [medeverdachte 1] was. [2]
Het telefoonnummer + [nummer 3] wordt toegeschreven aan [verdachte]geboren op [geboortegegevens 1] en GBA matig ingeschreven staat op het adres [adres 2] . [3]
Het telefoonnummer + [nummer 4] wordt toegeschreven aan [medeverdachte 6] [4] :
Uit de tapgesprekken is onder andere gebleken dat [medeverdachte 1] telefonisch contact heeft met [medeverdachte 6] , welke gebruik maakt van het telefoonnummer [nummer 4] .
Telefoongesprekken
Op 15 juli 2017 omstreeks 15:13 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door telefoonnummer [nummer 4] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] [medeverdachte 6] = [medeverdachte 6]
[medeverdachte 1] : Ja hallo.
: Hallo, met [medeverdachte 6] heh.
Op 15 juli 2017 omstreeks 17:37 uur belt [medeverdachte 1] uit naar telefoonnummer [nummer 4] ;
[medeverdachte 1] (SH) belt uit naar [medeverdachte 6] (NG)
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] [medeverdachte 6] = [medeverdachte 6]
: Hallo, met [medeverdachte 6] .
[medeverdachte 1] : Hey [medeverdachte 6] , met mij.
Op 15 augustus 2017 omstreeks 19:05 uur belt [medeverdachte 1] uit naar telefoonnummer [nummer 4] ; [medeverdachte 1] (SH) belt uit met [medeverdachte 6] (SH)
[medeverdachte 6] neemt de telefoon op en [medeverdachte 1] vraagt op welk nummer [medeverdachte 6] woont. [medeverdachte 6] antwoord op nummer [nummer 5] .
CIOT
Het telefoonnummer [nummer 4] is op 25 juli 2017 bij een bulkbevraging bevraagd bij het Centraal informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie. Uit deze bevraging kwam naar voren dat dit telefoonnummer op naam stond van:
NAAM: [medeverdachte 6]
Adres: [adres 3]
Basis Registratie Personen
Naar aanleiding van bovenstaande heb ik, verbalisant, bovenstaande persoonsgegevens bevraagd in de Basis Registratie Personen (voorheen: Gemeentelijke Basis Administratie). Ik, verbalisant, zag dat bovengenoemde persoon van 20 november 2007 tot 28 augustus 2008 en van 22 februari 2010 tot 17 mei 2010 ingeschreven stond op het adres [adres 3] .
Limburgs taalgebruik met betrekking tot de naam [medeverdachte 6]
Het is mij, verbalisant, bekend dat in het Limburgs dialect personen met de naam ‘ [medeverdachte 6] ” in het lokale taalgebruik kunnen worden aangeduid met de naam [medeverdachte 6] ”.
Identiteit
Naar aanleiding van bovenstaande kan met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden gezegd dat [medeverdachte 6] de navolgende persoon betreft:
NAAM: [medeverdachte 6]
Voornamen: [medeverdachte 6]
Geboortedatum: [geboortegegevens 2]
Geboorteplaats: [plaats]
Contact tussen [medeverdachte 1] en [verdachte]
7 augustus 2017 t/m 18 augustus 2017
Uit onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 1] regelmatig telefonisch contact heeft met [verdachte] . In het proces-verbaal van bevindingen is daarover het volgende opgenomen [5] :
Gesprek 17753
Op 07 augustus 2017 omstreeks 11:02 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door NN-MAN, de gebruiker van het mobiele telefoonnummer [nummer 3] .
NN-MAN zegt dat die jongen pas om negen uur vanavond terugkomt van vakantie. Het beste kunnen ze het naar morgenvroeg schuiven dan is alles compleet, als [medeverdachte 1] die alle acht wil hebben. [medeverdachte 1] zegt dat hij even gaat overleggen en dat hij NN-MAN over een half uurtje terugbelt. Ze nemen afscheid. Einde gesprek.
Gesprek 18058
Op 08 augustus 2017 omstreeks 12:57 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door [verdachte] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] NN = NN-MAN
(…)
[medeverdachte 1] : We hebben, ik heb je gisteren gebeld om te zeggen ik heb interesse, maar omdat je niet opnam, zijn we verder gaan zoeken.
NN: Oke.
[medeverdachte 1] : Ik ga nu bellen om te kijken of het nog nodig is want hebben gisteren nog zeven gevonden.
NN: Oh zo ja, die acht die zijn er nu nog. Ik hoef maar te bellen en dan is het goed. Maar ja, ik moet het wel zeker weten.
[medeverdachte 1] : Wacht is ga even bellen, ik bel je zo terug.
Beiden nemen afscheid en beëindigen het gesprek.
Gesprek 18115
Op 08 augustus 2017 omstreeks 19:33 uur belt [medeverdachte 1] uit naar [verdachte] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] NN = NN-MAN
(…)
[medeverdachte 1] : Luister even, eeh nee man, is niet meer nodig. Die kun je door laten gaan.
NN: Ja, is goed jong. Dan eeh.
[medeverdachte 1] : Ik heb wel nog iets voor jou. Misschien heb je daar interesse in, laat me weten.
NN: Watblief?
[medeverdachte 1] : Ik heb nog twee liggen. Ja.
NN: Jij?
[medeverdachte 1] : Even kijken of je die eeh of je iemand weet eeh.
NN: Heb jij nog eeh ook eeh die?
[medeverdachte 1] : Ja, iets mooier. Iets mooier, ja iets mooier.
NN: Wat kost dat dan?
[medeverdachte 1] : Vijfendertig.
NN: Eehm
[medeverdachte 1] : Stinkt, alles he.
(…)
NN: Kun je me een voorbeeld regelen morgen dan?
[medeverdachte 1] : Je kan ook gewoon langskomen, kun je het even zien.
(…)
NN: Ja, ik ben nu nog in Hoensbroek, ik ben zelf nog aan het wachten op een paar van die antwoorden dus eeh. Ik weet niet of dat vandaag gaat lukken.
Gesprek 18299
Op 09 augustus 2017 omstreeks 11:30 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door [verdachte] .
B= [medeverdachte 1] N= NN MAN
[medeverdachte 1] : Hey Jong.
N: Dag kerel.
[medeverdachte 1] : Goeiemorgen.
N: Hey uh, die wat je me gister zei, heb je die nog?
[medeverdachte 1] : Ja die heb ik nog ja.
N: Uhm kun jij dadelijk, uhh heb jij tijd?
[medeverdachte 1] : Ja ik heb dadelijk tijd.
N: Kun jij naar HOENSBROEK komen straks? Of dadelijk met een goed voorbeeld.
(…)
N: Want ik hoor binnen nu en een paar uur of er iemand, die moet er twee hebben toevallig.
Gesprek 18368
Op 09 augustus 2017 omstreeks 20:18 uur belt [medeverdachte 1] uit naar [verdachte] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] NN = NN-MAN
(…)
[medeverdachte 1] : Ok, hey die eeh, ja is niet erg. Eeh die vriend van je he.
NN: Die wat?
[medeverdachte 1] : Die van die vriend van jou, van eeh toen ik bij jou aan de deur was. Weet je nog? We moesten wachten tot dinsdag, of niet? Gisteren.
NN: Oh ja, ja, ja. Ja?
[medeverdachte 1] : Ja, was ik, wat is de laatste prijs? Laatste, laatste?
NN: De laatste?
[medeverdachte 1] : Ja.
NN: Wat heb ik tegen jou gezegd dan?
[medeverdachte 1] : Nou vraag maar een de laatste prijs. Vraag eens effe.
NN: Van die acht bedoel je?
[medeverdachte 1] : Ja.
NN: Eeh wat had ik, eeh wat was dat? Zevenendertig volgens mij.
[medeverdachte 1] : De laatste prijs. De laatste prijs?
NN: De laatste?
[medeverdachte 1] : Ja, minimaal.
NN: Dat is het minimale, denk ik.
[medeverdachte 1] : Bel eens met hem, bel je zo terug
NN: Volgens mij is er niet meer veel van.
[medeverdachte 1] : Hoeveel is er nog over?
NN: Dat weet ik niet, zou ik moeten gaan bellen.
[medeverdachte 1] : Bel eens alsjeblieft. Ik kreeg net een telefoontje van mijn broer en het is echt belangrijk even.
NN: Watte?
[medeverdachte 1] : Ik kreeg net telefoontjes van mijn broer en hij moet nu vier of vijf hebben, daarom bel ik je nu.
NN: Van die andere waren wel nog vijf.
[medeverdachte 1] : Welke?
NN: Ja, die andere wat ik heb.
[medeverdachte 1] : Ja, dat weet ik, maar die is echt eeh. Die heb ik zelf gezien.
NN: He?
[medeverdachte 1] : Die heb ik zelf gezien. Die is niet top top.
NN: Nee, was niet eeh dingen, nee. Maar die andere eeh, ik ga even bellen en dan bel ik je zo terug.
Beiden nemen afscheid en beëindigen het gesprek.
Gespreksnummer 18375 op de lijn [nummer 2] .
Op 09 augustus 2017 omstreeks 20:22 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door [verdachte] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] NN = NN-MAN
(…)
NN: He jong met mij he. Ik heb net gebeld. Er waren er nog zes of zeven van.
[medeverdachte 1] : Ja.
NN: En ik ken jou, die voor zesendertighalf. Voor minder ken ik het niet doen.
[medeverdachte 1] : Ken jij, ken je me...
NN: Ik kan ze wel wegdoen voor achtendertig, maar eeh. Ja, zesendertighalf moet ik meteen hebben.
[medeverdachte 1] : Ken je meteen erbij?
NN: He?
[medeverdachte 1] : Ken je meteen erbij, nu, nu meteen.
NN: Hoe zeg je?
[medeverdachte 1] : Ken je nu meteen eraan komen, of moet je eeh weer via, via?
NN: Nu, meteen. Ja, als ik papieren zie eeh ken ik dat meteen laten komen ja.
[medeverdachte 1] : Papieren, maak je niet druk. Dat is geen probleem. Eeh.
NN: Ja pik, ik ken je niet zo lang, snap je? Dus ik weet niet eeh, als die jongen dadelijk komt voor niks ouwhoer, ben ik de pineut, snap je? Dan heb ik zeven kilo aan mijn broek hangen.
[medeverdachte 1] : Nee, nee, nee, nee, eeh.
NN: Weet je, hij komt ook niet voor niks. Want het liefste doet hij in twee keer, want zo voorzichtig is die man.
[medeverdachte 1] : Oke.
NN: Snap je? Dus als jij bij mij bent, en je zeg van luister ik moet ze alle zeven hebben, voor die, voor dat geld en ik heb het bij mij liggen, loop maar binnen een uurtje bij me.
[medeverdachte 1] : Ja, ik zou eeh.
NN: Denk ik.
[medeverdachte 1] : Ik eeh.
NN: Dat is veel geld he vriend, snap je?
[medeverdachte 1] : Ja, dat valt wel mee jongen. Dat is nog niks jongen.
NN: Ja, voor hun is dat wel veel geld, voor hun is dat allemaal risico, want hij moet er nu mee komen rijden plus eeh ja, snap je? En een beetje zekerheid moet ik hebben. Ik ken wel zeggen, ik wil het hebben, dan ken ik het nu gaan regelen, maar ik moet eeh wel wat zien, snap je? Ik kan niet alles nu naar mij toe laten komen en er komt niks. Dan sta ik hendig voor schut.
[medeverdachte 1] : Nee, nee, ik snap wat je bedoelt. Eigenlijk moet ik eigenlijk effe eentje helemaal he, gewoon om te kijken. Helemaal. Ik overleg met mijn broer, als mijn broer groen licht geeft dan geef ik je gelijk (onverstaanbaar) gelijk. Gelijk.
NN: Wat moet ik nu doen dan?
[medeverdachte 1] : Ik heb eigenlijk die een.
NN: Dus ik moet, een hele moet je gewoon hebben.
[medeverdachte 1] : Ja.
NN: Die koop je? Of gewoon zien, of wat?
[medeverdachte 1] : Ik overleg met hem. Als hij zegt: "Is goed, ik geef je meteen gelijk eeh groen licht...".
NN: Ja die halve heb ik nog bij mij liggen, snap je? Kom dan even naar die halve kijken dan. [medeverdachte 1] : Ja, eeh heb je die halve gewoon bij jou?
NN: Ja, die halve heb ik bij mij liggen, ja.
[medeverdachte 1] : Weet je wat ik doe.
NN: En een paar topjes. Ken je wel zien hoe het uitziet, snap je? Zo ziet de rest ook uit.
[medeverdachte 1] : Kun je me die halve nu brengen?
NN: Nu brengen? Oh nee, vriend. Ik eeh ik ben nu in Voerendaal. Dan moet ik eerst naar Hoensbroek en dan moet ik naar de Heerlerbaan komen met die rotzooi.
[medeverdachte 1] : Ja.
NN: Mijn vriendin eeh, die wil daar niet meer rijden. Dat is niet mijn auto, snap je?
[medeverdachte 1] : Weet je wat ik doe eeh.
NN: Dus al jij met die mannetje van jou naar mij toekomt, heb je twee vliegen in een klap, dan ken je meteen zeggen ja of nee.
[medeverdachte 1] : Weet ik, weet ik, weet ik. Maar eeh eeh, ik wil die mensen die eeh die wil ik niet daarmee gaan rijden, daar houd ik niet van. Of ik kom naar jou toe eeh je geeft mij die mee en je laat die zien en mijn broer zegt: "is goed, groen licht". Gelijk papieren.
NN: Ja, en dan alle zeven?
[medeverdachte 1] : Eeh, eerst vijf, eerst vijf moet ik hebben, vijf.
NN: Eerst vijf, oke. Ik ga het nu doorgeven dan eeh zeg maar hoe laat je komt dan rijd ik nu naar huis. Of ja naar huis. Ik moet wel nog naar Brunssum toe en terug.
(…)
[medeverdachte 1] : Eeh, ik kom nu gelijk naar jou toe. Nu.
(…)
Gespreksnummer 18387 op de lijn [nummer 2]
Op 09 augustus 2017 omstreeks 20:44 uur belt [medeverdachte 1] uit naar [verdachte] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] NN = NN-MAN
(…)
[medeverdachte 1] : Maak die klaar, kun je bij mij meteen instappen, dan kunnen we meteen gaan.
(…)
NN: En waar moeten we heen?
[medeverdachte 1] : Ja hier in de buurt, HEERLEN.
NN: Oke, eehm, ja ik ben thuis. Ik ben klaar. Dus eeh, hoe laat ben je hier?
[medeverdachte 1] : Vijf minuten. (…)
Gespreksnummer 18523 op de lijn [nummer 2]
Op 10 augustus 2017 omstreeks 09:14 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door [verdachte] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] NN = NN-MAN
(…)
NN: Oh. He luister, die jongen die is eeh (onverstaanbaar) bij mij he. Eehm dan moet ik dan naar daarheen rijden waar we gisteren waren he?
[medeverdachte 1] : Ja, ja.
NN: Is daar alles geregeld?
[medeverdachte 1] : Ja zeker man, ik ben daar op je aan het wachten.
(…)
NN: Ja, die jongen is over een uurtje bij mij. Dan moet ik van, van, van Hoensbroek naar daar rijden.
[medeverdachte 1] : Oke, rijd maar gewoon re... eeeh, rijd maar gewoon lekker daarheen, dan zie ik je gewoon daar.
NN: Ja?
[medeverdachte 1] : Ja.
NN: Dan sta ik gewoon op dezelfde weg als jij en dan eeh, sms ik je al ik daar sta, ja?
(…)
Gespreksnummer 18573, 18574, 18582 en 18574
Op 10 augustus 2017 omstreeks 11:22 uur krijgt [medeverdachte 1] een SMS-bericht van [verdachte] .
“Enne kerel”
Op 10 augustus 2017 omstreeks 11:22 uur stuurt [medeverdachte 1] een SMS-bericht naar [verdachte] .
“Nog niet!! Ik bel je zodra ik me eiger huis kan dan krijg je dat gwoon van mij oké”
Op 10 augustus 2017 omstreeks 11:39 uur krijgt [medeverdachte 1] een SMS-bericht van [verdachte] .
“Meen je zolang wachten dat is echt ellende die man is aan wachten”
Op 10 augustus 2017 omstreeks 11:22 uur stuurt [medeverdachte 1] een SMS-bericht naar [verdachte] .
“Begrijp ik!! Is ook kut zo maar die papieren zijn 100% oké”
Gespreksnummer 18621
Op 10 augustus 2017 omstreeks 17:22 uur belt [medeverdachte 1] uit naar [verdachte] .
B= [medeverdachte 1] N= NN MAN
N: Dag kerel.
[medeverdachte 1] : Hey maat.
N: En?
[medeverdachte 1] : Je kunt het gewoon uit mijn eigen euh eigen tas pakken oke? Dan weet je dat gewoon.
N: Enne?
[medeverdachte 1] : Je kunt het gewoon uit mijn eigen tas pakken, pas 7 uur half 8 kan ik bij jou zijn. Een van de twee, zeg het maar.
N: Je kan niet eerder?
[medeverdachte 1] : Nee nee want euh in die in die tas kan ik niet eerder komen, snap je wat ik bedoel?
N: Ja ik snap het ja, wat een ellende he.
[medeverdachte 1] : Ja het is fucked up. Ik pak het gewoon uit dat ding. Zo heb ik het ook beloofd en zo kom ik het ook na...ntv..
(…)
Gespreksnummer 18647 op de lijn [nummer 2]
Op 10 augustus 2017 omstreeks 19:01 uur belt [medeverdachte 1] uit naar [verdachte] , welke gebruik maakt van het mobiele telefoonnummer [nummer 3] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] NN = NN-MAN
(…)
NN: Ja, dat weet ik maar ja die mensen liggen me te bellen he vriend.
[medeverdachte 1] : Ja, weet ik, maar dit is echt fucked up, da, da, da, da, je moet het begrijpen. Echt serieus.
NN: Ja, maar ja, zo werk ik eeh, zo werk ik normaal niet iedereen hoe dit gebeurt.
[medeverdachte 1] : Nee, nee, ik werk normaal ook je niet, je weet zelf. Maar ik ben nu afhankelijk van die kanker huis, snap je wat ik bedoel?
NN: Ja, ja, oké. Ik zie je dadelijk bij mij wel.
In een volgend proces-verbaal van bevindingen is opgenomen [6] :
Op 18 augustus 2017, om 11:39:07 uur ontving [medeverdachte 1] een tekstbericht van [verdachte] , sessienummer 20664:
Hey kerel hebben me net gewoon cola aangeboden 12 Itr kan je er wat mee gr
[medeverdachte 1] stuurde terug, sessienummer 20675:
Is die moooi?
[verdachte] stuurde, sessienummer 20679:
Weet niet ben wachten op voorbeeld maar prijs is wel interessant
[medeverdachte 1] stuurde, sessienummer 20678:
Wat gaan die kosten
[verdachte] stuurde, sessienummer 20682:
32
(…)
Op 18 augustus 2017, om 16:08:33 uur verzond [medeverdachte 1] een tekstbericht naar het telefoonnummer [nummer 6] , in gebruik bij NN-MAN, sessienummer 20746:
Bro 12 witte chirtss ook wel mooi merkt!!!
Op 18 augustus 2017, om 16:08:45 uur verzond [medeverdachte 1] een tekstbericht naar het telefoonnummer [nummer 6] , in gebruik bij NN-MAN, sessienummer 20747:
35 prijs
Opmerking verbalisant: Uit de twee bovenstaande berichten bestaat het vermoeden dat [medeverdachte 1] contact opneemt met NN-MAN naar aanleiding van het bericht van [verdachte] . In de berichten wordt respectievelijk gesproken over 12 liter cola en 12 witte chirtss (vermoedelijk wordt met chirtss, shirts bedoeld). Het is aannemelijk dat met 12 liter cola en 12 witte chirtss, 12 kilogram hennep wordt bedoeld. Uit de bovenstaande berichten bestaat het ernstige vermoeden dat [medeverdachte 1] de door [verdachte] aangeboden partij hennep - met winst - wil verkopen aan de gebruiker van het telefoonnummer [nummer 6] .
Op 18 augustus 2017, om 16:11:52 uur ontving [medeverdachte 1] een tekstbericht van het telefoonnummer [nummer 6] , in gebruik bij NN-MAN, sessienummer 20754:
Moet wt zien bro
Op 18 augustus 2017, om 16:14:49 uur stuurde [medeverdachte 1] een tekstbericht aan [verdachte] , sessienummer 20758:
(…) Heb wel iemand hier zitte die wittttt S wilt zien!!
Op 18 augustus 2017, om 16:15:39 uur stuurde [verdachte] terug, sessienummer 20759:
Oké ja zodra ik het heb sms ik je
Opmerking verbalisant: Uit het bovenstaande berichten bestaat het vermoeden dat [medeverdachte 1] contact heeft opgenomen met NN-MAN om te polsen of hij interesse heeft in (vermoedelijk) 12 kilogram hennep. Nadat NN-MAN zijn interesse heeft getoond, neemt [medeverdachte 1] contact op met) [verdachte] en deelt aan [verdachte] mede dat hij iemand heeft die de vermoedelijk hennep wil zien.
Op 18 augustus 2017 om 17:48 uur belde [verdachte] naar [medeverdachte 1] . In dit gesprek, sessienummer 20788, wordt het navolgende gezegd:
Dit gesprek wordt samengevat weergegeven.
NN-MAN ( [verdachte] ) geeft aan dat die jongen pas om 8 uur klaar is met zijn werk en die andere jongen is om 9 uur bij NN-MAN voor een voorbeeld. [medeverdachte 1] gaat even naar België om wat te regelen daarna komt [medeverdachte 1] terug en dan ziet [medeverdachte 1] die jongen. [medeverdachte 1] belt dan NN-MAN ( [verdachte] ) om langs te komen. [medeverdachte 1] geeft aan dat dit na 9 uur zal zijn.
22, 23, 24, 27 en 28 augustus 2017
In het proces-verbaal van bevinden over vermoedelijke handel in verdovende middelen zijn telefoongesprekken tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] opgenomen [7] :
Gesprek 26
Op 22 augustus 2017 omstreeks 16.40 uur belt [verdachte] in met [medeverdachte 1] . In dit gesprek wordt onder andere gezegd:
NN-MAN zegt: "Hey pik kom nog eens effe gauw terug, misschien heb ik nog wat anders voor je."
Gesprek 124
Op 23 augustus 2017 omstreeks 10.14 uur belt [medeverdachte 1] uit met [verdachte] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] NN = NN-MAN
(…)
[medeverdachte 1] : ja dat is die persoon die andere ook die 6 van die flessen cola gepakt heeft, snap je?
NN: Oké ja ja
[medeverdachte 1] : Als hij groen licht geeft aan mijn broer geeft dan is het klaar, dan pak ik gewoon uit mijn zak zelf. Snap je wat ik bedoel?
NN: Ja ik snap het ja, maar je weet nog niks helemaal zeker?
[medeverdachte 1] : Nee nee nee precies. En ik zeg je eerlijk, ik vind hem erg klein erg klein. Maar hij zegt, maakt niet uit want de kleur goed is is het goed, snap je?
NN: Ja zeker ja.
(…)
Gesprek 229
Op 24 augustus 2017 omstreeks 15.20 uur belt [verdachte] in met [medeverdachte 1] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] NN = NN-MAN
(…)
[medeverdachte 1] : Ja, maar heb je niets beters liggen?
NN: Beters?
[medeverdachte 1] : Ja.
NN: uuh ja moet ik gaan vragen. Ik ken wel beters krijgen maar is wel wat duurder?
BOi Hoeveel?
NN: Moet ik er 4 betalen
[medeverdachte 1] : Nee is te veel kom ik niet uit ouwe
NN: wel kanon, wel kanon
[medeverdachte 1] : Ja maar kom ik niet uit, 38, 39, moet ik, kan ik wel komen NN: Oké, ik ga voor je kijken ja?
Gesprek 1070
Op 27 augustus 2017 omstreeks 20.03 uur belt [medeverdachte 1] uit met [verdachte] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
NN=NN-MAN
(…)
NN: Bel mij straks even, want ik heb wat nieuws binnen.
[medeverdachte 1] : Oh mooi man, euh trouwens die wat jij mij gegeven hebt, die blokje chocolade weet je nog?
NN: Ja, ja
[medeverdachte 1] : Ja, ja, ja ik heb daar helemaal geen verstand van die chocolade. Ik weet niet wat dat is, ik zeg hier pak het, euh tik ik gewoon die chocolade moet toch open zijn open gaan. Die is open maar onverstaanbaar apart af dan weet je dat alvast.
NN: Die wat je gepakt heb nou bedoel je?
[medeverdachte 1] : Ja ja precies want die willen allemaal proeven want iedereen wilt weten wat het is, snap je wat ik bedoel?
Op 28 augustus vond het volgende gesprek tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] plaats [8] :
Datum: 28-08-2017 16:11:05, sessienr: 1265
[medeverdachte 1] belt naar [verdachte] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
NN=NN-Man(6884)
(…)
[medeverdachte 1] : Uh, die witte schoenen, als je weet wat ik bedoel.
NN: Wacht even, wacht even, wacht even, wacht even, wat zeg je.
[medeverdachte 1] : Die witte schoenen.
NN: Ja
[medeverdachte 1] : Je uhhh, jij ook hebben of niet?
NN: Watte?
[medeverdachte 1] : Die witte schoenen, wat je met je
NN: Ja, weet je wat het is, die jongens komen zo voor die schoenen. Dus ik weet niet hoe of wat, of dat weg is of niet.
[medeverdachte 1] : Die witte schoenen, die witte soort, als je snapt wat ik bedoel.
NN: Ja
[medeverdachte 1] : Die soort schoenen, daar zou je toch 10 paar van liggen hebben?
NN: Uhhu?
[medeverdachte 1] : Ja dat zei je vorige week tegen mij.
NN: Ja, maar dat was niet goed jongen, dat heb ik toch uitgelegd, dat was zuur.
(…)
30 november 2017 en 2 december 2017
In het proces-verbaal van bevindingen van 8 januari 2018 is geverbaliseerd [9] :
Middels onderzoek is vastgesteld dat het telefoonnummer + [nummer 7] in gebruik is bij een NN-MAN die de Tashelhit taal beheerst maar ook gedeeltelijk de Nederlandse taal spreekt. Middels onderzoek is vastgesteld dat het nummer is afgegeven op naam van [medeverdachte 5] , [adres 4] .
Middels onderzoek is vastgesteld dat het telefoonnummer + [nummer 8] in gebruik is NN- [medeverdachte 5] .
Middels onderzoek is vastgesteld dat het telefoonnummer + [nummer 3] in gebruik is bij [verdachte] , ingeschreven op het adres [adres 5] doch veelvuldig verblijvende op het adres [adres 6] .
Tapgesprek 30 november 2017 om 13:23:08 uur [10] :
Beller: [nummer 7]
Naam: NNMAN-6320
Tnv: [medeverdachte 5]
Gebelde: [nummer 2]
Naam: [medeverdachte 1]
= [medeverdachte 1] M = NNMAN
M: ik heb niks meer gehoord, jij zei mij toch dat er 'iets' is
[medeverdachte 1] : er is iets, maar ik ben op jou aan het wachten
M: ik op jou [lacht]
[medeverdachte 1] : ik zei jou "er is", dan moet je komen [lacht], er is wel wat maar omdat ik niets meer heb gehoord, ik denk ja, je bent aan het wachten
M: ok, wanneer dan?
[medeverdachte 1] : euh...die mooie of die minder mooie?
M: eigenlijk die mooie
[medeverdachte 1] : goed zo, er zijn ongeveer acht van, euhhh....zes of zeven...ongeveer, ik ben nog niet bij die jongen geweest
M: ok, breng in ieder geval eentje mee zodat 'hij' het kan zien
[medeverdachte 1] : ja
M: als het goed is dan ga ik geld halen
[medeverdachte 1] : ja
M: even kijken...als het goed/mooi is dan zes of zeven, sowieso
[medeverdachte 1] : ja, ja, het kan een beetje minder zijn maar zesenveertig (46) wil 'hij' sowieso hebben, maar we kunnen met 'hem' praten om de prijs lager te doen, begrijp je?
M: vraag aan 'hem' om in ieder geval eentje lager te doen (NTV)
[medeverdachte 1] : [klinkt enthousiast] ik begrijp het, weet je wat ik doe, ik ga toch naar [NTV, stottert] naar 'hem' toe, wil je 'die' vandaag nog hebben?
M: ja, graag vandaag
[medeverdachte 1] : ok, inshallah, euhhhhhh, bel mij over een uur, over een uur weet ik meer, ok?
M: ok, is goed
[medeverdachte 1] : inshallah, inshallah
M: ook die waarvan je zei dat 'ie' minder is, neem het ook mee zodat 'wij' het kunnen zien
[medeverdachte 1] : ok, is goed, maar euhhh, euhhhh, gaan we die 'plek/plaats' delen of gaan we 'allés' pakken/meenemen, of wat wil je?
M: liever één op één, daarna kunnen we beslissen B: ja ja, ok ok, inshallah
M: is beter want (NTV) heen en weer en je weet nog niet hoe en wat, het is een beetje raar
[medeverdachte 1] : ik begrijp het, euhhh, je bent toch in de buurt? Toch? [B en M door elkaar] M: ook als je niet wilt rijden,
[medeverdachte 1] : je bent toch in de buurt?
M: ik ben in de buurt maar als je wil kan iemand van de familie naar jou sturen, dan hoef je niet te rijden, kijk maar
[medeverdachte 1] : ik weet het maar ik euhhh vertrouw jou gewoon, ik wil jou naar 'die plek/plaats' brengen samen met mijn vriend, dan kan je jouw (NTV) kijken
M: wat jij wilt, is goed
M: ok maar mijn vriend moet het ook kijken, ik breng eentje naar hem toe en hij gaat beslissen [medeverdachte 1] : ja, ik begrijp het M: want ook als ik "ja" zeg..
[medeverdachte 1] : ja, hij moet ook ja zeggen hhhhhh [lacht]
M: hij kan altijd achteraf zeggen euhhh...begrijp je?
[medeverdachte 1] : ok, geef me een uur, dan laat je weten hoe het is
Tapgesprek 30 november 2017 om 17:07:38 uur [11] :
Beller: [nummer 2]
Naam: [medeverdachte 1]
Gebelde: [nummer 3]
Naam: [verdachte]
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] = [verdachte]
[medeverdachte 1] : Kun je die broek voor mij klaarzetten? Want die wil ik effe passen.
: Die broek van jou klaarzetten, je wilt die passen. Ja ik ga voor je bellen.
Tapgesprek 30 november 2017 om 17:53:30 uur [12] :
Beller: [nummer 2]
Naam: [medeverdachte 1]
Gebelde: [nummer 7]
Naam: NN-MAN
Tnv: [medeverdachte 5]
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] M = NNMAN
[medeverdachte 1] vraagt waar hij M over twintig minuten kan zien. M stelt voor dat ze bij de school ARCUS(FON), in de buurt van de moskee, daar zou 'hij' om het hoekje staat, 'de zoon van mijn dochter', M gaat zelf kijken, de neef is de chauffeur. [medeverdachte 1] zegt samen met M te willen gaan, over een kwartier wil [medeverdachte 1] met M naar 'daar' gaan. M vraagt of 'het' in de buurt is. [stotterend] zegt [medeverdachte 1] dat het in de buurt van HOENSBROEK is. Om twintig voor zeven zien [medeverdachte 1] en M elkaar bij HEUTS(FON) in HOENSBROEK.
Tapgesprek 30 november 2017 om 19:17:48 uur [13] :
Beller: [nummer 2]
Naam: [medeverdachte 1]
Gebelde: [nummer 3]
Naam: [verdachte]
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] H= [verdachte]
[medeverdachte 1] : Hey ik ben nu bij die vriend van mij he.
: Ja.
[medeverdachte 1] : Die slechte broek weet je wel, wat ik vroeg. Uhm die moet ik effe zien. Die hele broek moet ik zien.
: Die van gister bedoel je?
[medeverdachte 1] : Juist ja ja ja. Want dat vroeg ik net. Nou moet ik die echt hebben.
(…)
: Oké oké. Uhm, ja ik ga het meteen even doorgeven. Die erbij komt straks. Maar ja die zie ik dan pas om half 10-10 uur he. (…)
[medeverdachte 1] : Maar kijk eens of je iets eerder kan.
: Ja maar die zijn uiteten, want anders had ik dat andere ook eerder gehad. Snap je?
[medeverdachte 1] : Oké oké. Sowieso die andere wat ik net al zei. En die andere, die een hele. Sowieso. Snap je? Die hele broek.
Op 1 december 2017 wordt opvolging gegeven aan de telefoongesprekken die plaatsvonden op 30 november 2017. Over die gesprekken is het volgende geverbaliseerd [14] :
Bevindingen gevoerde telefoongesprekken d.d. 01 december 2017:
Opmerking verbalisant:
In voorgaande gesprekken van 30 november 2017 is in diverse gesprekken gesproken over het feit dat er “twee” morgen (01 december) geleverd zouden worden.
Met betrekking tot deze “twee” heeft op 30 november 2017 omstreeks 23:01 uur een telefoongesprek plaatsgevonden waarbij [medeverdachte 1] belt met [verdachte] die gebruik maakt van het abonneenummer + [nummer 3] . Door [medeverdachte 1] wordt aan [verdachte] gevraagd of hij het redt om morgen rond 10 uur die slechte. [verdachte] zegt dat hij dat weet als hij “hem” dadelijk ziet. [medeverdachte 1] zegt dat dit belangrijk is omdat die mensen om 11 uur naar hem toe komen.
Op 01 december 2017 hebben telefoongesprekken plaatsgevonden waarbij [medeverdachte 1] wederom gesprekken heeft die betrekking hebben op een levering van vermoedelijk verdovende middelen. Het betreffen vervolggesprekken van 30 november 2017 waarbij gesproken wordt over het feit dat er 2 broeken geleverd zouden worden aan NN-MAN gebruik makend van het telefoonnummer + [nummer 7] . Uit de gevoerde telefoongesprekken blijkt dat NN-MAN kopers heeft voor de broeken. De broeken worden, door tussenkomst van [medeverdachte 1] betrokken van [verdachte] . [verdachte] op zijn beurt heeft contact met derden die de broeken komen brengen naar een afgesproken plaats. Deze plaats blijkt zijn gelegen bij een Chinees restaurant genaamd “de Lange Muur” te Brunssum. Op het laatste moment gaat de koop niet door en geeft [medeverdachte 1] aan bij [verdachte] dat de broeken teruggebracht worden. Tevens blijkt uit de telefoongesprekken dat NN-MAN gebruik makend van het telefoonnummer + [nummer 7] een chauffeur inzet die de broeken ophaalt bij het voornoemde restaurant. De chauffeur genaamd NN- [medeverdachte 5] maakt gebruik van het telefoonnummer + [nummer 8]
Tapgesprek 2 december 2017 om 15:52:00 uur [15] :
Beller: [nummer 7]
Naam: NN-MAN-6320
Tnv: [medeverdachte 5]
Gebelde: [nummer 2]
Naam: [medeverdachte 1]
= [medeverdachte 1] N = NNMAN-6320
N: breng vijf
[medeverdachte 1] : ja
N: eentje moet hij niet weghalen totdat ik papieren van hem krijg dan (NTV)
[medeverdachte 1] : ja, maar vijf plus één die zij nu bij zich hebben dan is het zes
N: ja, haal slechts vijf bij hen, ik betaal je zes
[medeverdachte 1] : ok, nu vijf nog?
N: ja, maar we hebben een beetje haast want ik ben bang dat ze weer vertrekken
[medeverdachte 1] : ok, maar die plek toch?
N: bij de Chinees, toch?
[medeverdachte 1] : ja, de Chinees, ok?
N: hoeveel tijd heb je nodig?
[medeverdachte 1] : ik ga nu bellen, ik bel je zo terug
N: wees snel alsjeblieft
[medeverdachte 1] : ok
Tapgesprek 2 december 2017 om 15:53:00 uur [16] :
Beller: [nummer 2]
Naam: [medeverdachte 1]
Gebelde: [nummer 3]
Naam: [verdachte]
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] = [verdachte]
: Ja, hallo?
[medeverdachte 1] : Hij maat....
: Ja.
[medeverdachte 1] : De telefoon kan zo uitvallen he. Ehhh Ik heb met hun gepraat, ze pakken all zes he
Tapgesprek 2 december 2017 om 15:55:57 uur [17] :
Beller: [nummer 3]
Naam: [verdachte]
Gebelde: [nummer 2]
Naam: [medeverdachte 1]
[verdachte] = [verdachte] = [medeverdachte 1]
[verdachte] ; Waar moet dat allemaal heen?
; Ehhh nu, naar die plek toe.
[verdachte] ; Lange muur?
; Ja. Ja?
[verdachte] ; Allemaal? Ja? 100 procent he.
; Ja, die die vijf wat nog over zijn ja.
[verdachte] ; Ja, is goed. Oke.
Tapgesprek 2 december 2017 om 15:56:30 uur [18] :
Beller: [nummer 2]
Naam: [medeverdachte 1]
Gebelde: [nummer 7]
Naam: NN-MAN6320
Tnv: [medeverdachte 5]
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] N = NNMAN-6320
[medeverdachte 1] : ok, stuur hem daar naartoe, ok?
N: hij komt er nu aan, over hoe lang?
[medeverdachte 1] : hij zei mij “we komen er nu aan”
Tapgesprek 2 december 2017 om 6:01:47 uur [19] :
Beller: [nummer 3]
Naam: [verdachte]
Gebelde: [nummer 2]
Naam: [medeverdachte 1]
[verdachte] = [verdachte] = [medeverdachte 1]
: Ja.
[verdachte] : Ja luister, die jongen komt nou met die drie dan moet die effe afgetikt worden en toen minuten later komen die andere drie want (onverstaanbaar) willen zie niet (onverstaanbaar) gaan rijden.
Tapgesprek 2 december 2017 om 16:18:07 uur [20] :
Beller: [nummer 2]
Naam: [medeverdachte 1]
Gebelde: [nummer 7]
Naam: NN-MAN-6320
Tnv: [medeverdachte 5]
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] N = NNMAN-6320
[medeverdachte 1] : sorry, mijn telefoon was uitgevallen, hij is nu aan het laden. Ze zijn onderweg, die kunnen elk moment aankomen, ja?
N: kom jij niet? Is die andere degene die aankomt?
[medeverdachte 1] : ja ja
N: (…) ja, maar hij moet niet laat zijn want die andere is aan het wachten
Tapgesprek 2 december 2017 om 16:18:47 uur [21] :
Beller: [nummer 2]
Naam: [medeverdachte 1]
Gebelde: [nummer 8]
Naam: NN-MAN
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] N = NNMAN-6545
N: allo
[medeverdachte 1] : blijf daar broer, ze zijn onderweg, ok? Ze kunnen elk moment aankomen
Tapgesprek 2 december 2017 om 16:42:31 uur [22] :
Beller: [nummer 2]
Naam: [medeverdachte 1]
Gebelde: [nummer 3]
Naam: [verdachte]
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] = [verdachte]
: Hallo?
[medeverdachte 1] : Ja ehhh is geregeld of niet?
: Alles is afgegeven.

6 en 7 december 2017

Op 6 december 2017 heeft er een observatie plaatsgevonden [23] :
Op woensdag 6 december 2017, omstreeks 21.14 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] [verdachte] = [verdachte]
(…)
: Ja als het nou door de brievenbus ken gooien zou fijner zijn dan ken ik het morgen brengen. Want rond een uur of drie komen mensen die hebben wel misschien interesse erin, snap je.
[medeverdachte 1] : Oke oke, ik heb liever....
: Ik heb er vorige week ook ergens 20 stuks gekocht.
[medeverdachte 1] : Ik heb liever dat ik dat ik aan jou geef, niet dat je dadelijk zegt het lag er niet snap je? Dus ik kom....
: Nee maar in de deur zit ook een brievenbus dan ligt het binnen snap je. Niet in de brievenbus buiten maar ik bedoel in de deur.
[medeverdachte 1] : Ja wat jij wilt man ik ken ook morgenvroeg komen, is ook geen probleem hè.
: Ja als je morgenvroeg om elf uur ook weer zo hier ken zijn dan is het uhh voor mij ook goed.
[medeverdachte 1] : Weet je hou het op morgen vroeg dan rond elf uur ben ik bij jou.
: Ja.
[medeverdachte 1] : Ja
: Is goed jongen dank je wel.
(…)
Observatie [adres 7] Hoensbroek
Aan de hand van bovenstaand gesprek heeft er op donderdag 7 december 2017, omstreeks 10.30 uur een observatie plaatsgevonden in de [adres 7] te Hoensbroek, nabij perceel [nummer 12] . Dit is het verblijfsadres van [verdachte] .
Ik, [naam 4] , zag op 7 december 2017, omstreeks 11.12 uur de mij ambtshalve bekende personenauto van [medeverdachte 1] , zijnde de Nissan Micra, [ kenteken] de [adres 7] te Hoensbroek inrijden.
Ik zag dat voornoemde personenauto stopte ter hoogte van perceel [nummer 12] en dat de mij, ambtshalve bekende [medeverdachte 1] uitstapte aan de bestuurderszijde.
Ik zag dat [medeverdachte 1] opvallend meerdere keren om zich heen kijken. Vervolgens liep [medeverdachte 1] naar de bijrijderszijde en opende het portier. Ik zag dat [medeverdachte 1] een witte plastic zak pakte en deze half in zijn rechterjaszak stopte.
Vervolgens zag ik dat hij naar de voordeur van perceel [nummer 12] liep. Terwijl hij naar de voordeur liep bleef [medeverdachte 1] opvallend veelvuldig om zich heen kijken. Bij de deur aangekomen zag ik dat [medeverdachte 1] de witte plastic zak door de brievenbus probeerde te stoppen. Ik zag dat dit in eerste instantie niet lukte en zag dat [medeverdachte 1] aanbelde bij perceel [nummer 12] . De voordeur werd niet geopend en zag dat het [medeverdachte 1] tenslotte wel lukte om de witte plastic zak door de brievenbus van de voordeur van perceel [nummer 12] te stoppen. Ten tijde van het proberen om deze witte plastic zak door de brievenbus te stoppen bleef [medeverdachte 1] veelvuldig om zich heen kijken. Nadat [medeverdachte 1] de witte plastic zak in de brievenbus had gestopt, zag ik dat [medeverdachte 1] in een versnelde pas terugliep naar zijn voertuig.
Gesprek 23632 en gesprek 23734
Op donderdag 7 december 2017, omstreeks 11.35 uur belde [medeverdachte 1] uit met [verdachte] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
[verdachte] = [verdachte]
(…)
: Ja man. Heb je niks afgegooid?
[medeverdachte 1] : Natuurlijk wel.
: Die chocola.
[medeverdachte 1] : Nee, die chocola moet nog binnenkomen man.
: Ouwehoer, komt dat vandaag niet dan?
[medeverdachte 1] : Jawel, dat zou gisteravond komen maar dat is niet gekomen, die jongen had nog wat te doen. Ben je aan het slapen?
Uit bovenstaand gesprek blijkt dat [medeverdachte 1] iets anders dan chocolade in de brievenbus gegooid van [verdachte] .
Omstreeks 13.09 uur vond er wederom een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] , waarin gesproken wordt over een ontmoeting bij het Chinese restaurant “De Lange Muur” te Brunssum. Uit dit gesprek blijkt tevens dat [verdachte] iets meeneemt voor [medeverdachte 1] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
[verdachte] = [verdachte]
(…)
[medeverdachte 1] : Ik zei, over een half uur zie ik daar bij de Chinees.
: Over een half uur zie ik jou bij de Chinees?
[medeverdachte 1] : Ja.
: Ikke?
[medeverdachte 1] : Ik jou daar, ja, ja.
: Bij lange muur bedoel je?
[medeverdachte 1] : Ja, hè, hè. Owe hoer hé.
(…)
: Oh, zo moet ik dat dan gaan brengen allemaal of wat.
[medeverdachte 1] : Nee, alleen maar daar heen, de rest komt wel goed, snap je?
: Ja
(…)
Observatie Trichterweg te Brunssum
Op donderdag 7 december 2017, omstreeks 13.25 uur bevond ik, [naam 5] , mij op de Trichterweg te Brunssum. Ik, [naam 5] , zag dat de VW Golf, die in gebruik is bij [verdachte] , voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 1] op de parkeerplaats voor het Chinese restaurant “De Lange Muur” stond. Ik zag dat er een manspersoon zat in deze VW GOLF. Ik zag dat omstreeks 13:30 uur, de mij ambtshalve bekende [medeverdachte 1] kwam aangereden in een Nissan Micra, kenteken [ kenteken] , welke bij mij bekend is dat deze in gebruik is bij [medeverdachte 1] . Ik zag dat [medeverdachte 1] zijn personenauto parkeerde naast de personenauto van [verdachte] . Ik zag dat [medeverdachte 1] om zijn personenauto heen liep naar de personenauto van [verdachte] liep. Ik zag dat [medeverdachte 1] bij het raam aan de bestuurderszijde van deze VW Golf stond en contact maakte met deze bestuurder. Ik zag [medeverdachte 1] lopen naar de kofferbak van de VW Golf terwijl de manspersoon van deze VW Golf in zijn personenauto bleef zitten. Ik zag dat [medeverdachte 1] de kofferbak opende van deze Golf. Ik zag dat [medeverdachte 1] een plasticzak, blauw en wit van kleur, voorzien van het Albert Heijn logo, uit de kofferbak van de personenauto van [verdachte] pakte. Ik zag dat [medeverdachte 1] deze plastic zak in zijn eigen personenauto legde, via de bijrijderskant. Ik, [naam 5] zag [verdachte] wegrijden van de parkeerplaats en op de Trichterweg links af sloeg en wegreed. Ik zag dat [medeverdachte 1] zijn personenauto afsloot en wegliep.
Ik, [naam 6] , zag [medeverdachte 1] lopen over de stoep, over de Wijenweg te Brunssum komende vanuit de richting van het Chinese restaurant “De Lange Muur” in de richting van Brunssum. Na te zijn uitgestapt bij een aldaar gelegen school aan de Wijenweg ben ik, [naam 6] , [medeverdachte 1] tegemoet gelopen in de richting van het Chinese restaurant “De Lange Muur”. Ik, [naam 6] , passeerde vervolgens [medeverdachte 1] . Eenmaal gekomen bij de parkeerplaats gelegen voor het Chinese restaurant “De Lange Muur" zag ik dat de, mij ambtshalve bekende personenauto van [medeverdachte 1] aldaar geparkeerd stond. Bij het passeren van de auto zag ik dat op bijrijdersstoel een plastic zak stond blauw van kleur voorzien van het logo van de Albert Heijn supermarkt. Ik, zag dat deze plasticzak tot de rand gevuld was met andere plastic zakken.
Wij, [naam 6] en [naam 5] , zagen, omstreeks 14.00 uur [medeverdachte 1] als passagier instappen in een groen kleurige Volkswagen die stopte op de kruising Wijenweg/ Trichterweg te Brunssum.
Wij zagen [medeverdachte 1] in deze groene Volkswagen rechtsaf slaan op de Trichterweg , in de richting van het centrum van Brunssum. Ongeveer 1 minuut later zagen wij [medeverdachte 1] weer terug bij zijn eigen personenauto. Wij zagen dat [medeverdachte 1] in zijn personenauto stapte en wegreed. Wij zagen dat [medeverdachte 1] de parkeerplaats bij het Chinese restaurant “De Lange Muur” verliet en links afsloeg, de Wijenweg te Brunssum in.
Gesprek 23808
Op donderdag 7 december 2017, omstreeks 14.19 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] een tot nu toe onbekende man. In dit gesprek geeft de NN-man dat het niet goed is en dat hij het teruggeeft aan [medeverdachte 1] . Beiden maken de afspraak om het terug te geven nabij kasteel Hoensbroek.
Het vermoeden bestaat dat dit de persoon is die waargenomen is in de groene Volkswagen.
Gesprek in het Tasjelhit gevoerd, letterlijk vertaald door T3.
[medeverdachte 1] (SH) WGD NNMAN-6545
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] M = NNMAN-6320
Letterlijk:
Begroeting
M: ben je er nog?
[medeverdachte 1] : ik ben in de buurt, wat is er aan de hand?
M: hij wil niet
[medeverdachte 1] : is het niet goed?
M: het is niet goed, ik heb het gezien
[medeverdachte 1] : ok, kom naar het kasteel van HOENSBROEK, weet je waar?
M: ja
(…)
Observatie richting Kasteel Hoensbroek te Hoensbroek
Op donderdag 7 december 2017, omstreeks 14.20 uur bevond ik, [naam 4] , mij op de Trichterweg te Brunssum. Ik, [naam 4] zag een groene Volkswagen Polo, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 2] rijden komende vanuit de richting Brunssum in de richting van Hoensbroek. (…) Ter hoogte van het Kasteel Hoensbroek zag ik het mij ambtshalve bekende voertuig Nissan Micra voorzien van het Nederlandse kenteken [ kenteken] . Ik zag dat in dit voertuig de mij ambtshalve bekende [medeverdachte 1] zat. Tevens zag ik dat de Volkswagen Polo achter de voornoemde Nissan Micra parkeerde.
Naar aanleiding van bovenstaande bevonden wij, [naam 7] en [naam 8] , ons omstreeks 14:30 uur op de parkeerplaats van Kasteel Hoensbroek met zicht op de Juliana Bernhardlaan, beiden gelegen te Hoensbroek in de gemeente Heerlen. Wij zagen twee voertuigen geparkeerd. Deze voertuigen betroffen het ons ambtshalve bekende voertuig in gebruik bij de ons ambtshalve bekende [medeverdachte 1] , zijnde een grijze Nissan Micra voorzien van het Nederlandse kenteken [ kenteken] en een voor ons onbekende personenauto, zijnde een groene Volkswagen Polo voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 2] . Wij zagen dat de Nissan geparkeerd stond voor de Volkswagen Polo en dat [medeverdachte 1] bij het raam aan de bestuurderszijde van de Volkswagen Polo stond. Wij, [naam 7] en [naam 8] , zagen dat in de Volkswagen Polo een voor ons onbekende manspersoon op de bestuurdersstoel zat. Wij zagen dat na enkele minuten [medeverdachte 1] richting de kofferbak van de Volkswagen Polo liep, terwijl de onbekende manspersoon op de bestuurdersstoel van deze Polo bleef zitten. Wij zagen dat [medeverdachte 1] een groot formaat draagtas in de kleuren blauw en wit en voorzien van het logo van Albert Heijn uit de kofferbak van de Volkswagen Polo haalde, de bestuurdersportier van de Nissan opende en vervolgens deze draagtas in de Nissan legde.
7 december tot en met 13 december 2017
Tussen 7 en 13 december 2017 vinden er diverse telefoongesprekken plaats [24] :
Op donderdag 07 december 2017 om 11:34 uur belt [medeverdachte 1] met [verdachte] . In dit gesprek, sessienummer 23632, wordt het navolgende gezegd:
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] [verdachte] = [verdachte]
: Ja man. Heb je niks afgegooid?
[medeverdachte 1] : Natuurlijk wel.
: Die chocola.
[medeverdachte 1] : Nee, die chocola moet nog binnenkomen man.
: Ouwehoer, komt dat vandaag niet dan?
[medeverdachte 1] : Jawel, dat zou gisteravond komen maar dat is niet gekomen, die jongen had nog wat te doen. (…)
[medeverdachte 1] : Ja, hij zou gisteren geweest zijn jongen, ehe ik ga hem dadelijk even bellen waar hij blijft.
: Okay,
(…)
Na onderzoek op de website https://straatwoordenboek.nI/letter/c/chocolat bleek dat met ‘chocolat’ hasj bedoeld wordt.
Op maandag 11 december 2017 om 14:33 uur belt [medeverdachte 1] uit naar NN-MAN die gebruikt maakt van het telefoonnummer + [nummer 9] . In dit gesprek, sessienummer 25202, wordt het navolgende gezegd:
[medeverdachte 1] is al meer dan een week om de MAN aan het wachten. MAN zegt dat hij het nummer van [medeverdachte 1] niet had opgeslagen.
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
MA = NN-MAN
MA: Luister ik loop al vijf zes dagen. Loop ik al met wat dingen even lang als mijn vinger, ja anderhalve vinger.
MA: Heb je daar voldoende aan?
(…)
[medeverdachte 1] : Ik denk het wel ja, ik ga het proberen, tenminste iets hè, snap je.
(…)
[medeverdachte 1] en MAN spreken af in de avonduren. (…)
Op maandag 11 december 2017 om 15:05 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door [verdachte] . In dit gesprek, sessienummer 25211, wordt het navolgende gezegd:
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] [verdachte] = [verdachte]
: moet je een keer wat voor mij regelen, hoor ik je niet meer hé jong.
[medeverdachte 1] : jawel jawel, heb je vanavond tijd.
: Of ik vanavond tijd heb.
[medeverdachte 1] : Toevallig toevallig belde ja bel toevallig belde toe straks.
: Ohw voor de chocola
[medeverdachte 1] : Ja voor de chocola ja. Die komt hij brengen.
(…)
: Kom maar naar mij toe. Ik ben rond een uur of zeven acht ben ik thuis
[medeverdachte 1] : Ja oké. Dan bel ik je dadelijk effe op. dan zie ik je straks wel.
: Is goed jongen
[medeverdachte 1] : Maar is geen, is niet uuh, die dinges. Is maar een stukje daarvan. Dan weet je dat.
: Nee ja goed moet je het laten zien
[medeverdachte 1] : Jah daarom daarom. Maar dat komt goed. Zie ik je dadelijk wel.
: Een fatsoenlijk stukje hé. Kom me niet met een korreltje aan of zo hé.
[medeverdachte 1] : Nee jong.
: is goed oké.
[medeverdachte 1] : Ga ik geen moeidoes (fon) voor doen.
: (gelach)
[medeverdachte 1] : Ja toch
Opmerking verbalisant:
Er wordt in de telefoongesprekken gesproken over “Een fatsoenlijk stukje hé. Kom me niet met een korreltje aan of zo hé." Na onderzoek op internet op de website https://www.drualiin.be/druqs-abc/cannabis/veelgestelde- vragen/wat-is-het-verschil-tussen-hasj-en-wiet zag ik, verbalisant, het volgende: Hasj: geperste of geknede harskorrels. Bij hasj gebruikt men de hars die op de plant zit. Die wordt verkregen door de bloemtoppen te koelen en ze daarna door een zeef te schudden. De harskorreltjes vallen dan van de bloemen door de zeef. Daarna perst of kneedt men deze korreltjes samen tot plakken of blokjes hasj. Het resultaat is een lichtbruine tot zwarte substantie die nog het meest op een bouillonblokje lijkt.
Op dinsdag 12 december 2017 om 19:45 uur belt [medeverdachte 1] uit naar NN-MAN die gebruikt maakt van het telefoonnummer + [nummer 9] . In dit gesprek, sessienummer 25596, wordt het navolgende gezegd:
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] NN = NN-MAN
[medeverdachte 1] : Mattie, kom jij nog ja of nee? Gewoon eerlijk zijn.
(…)
NN: Weet je wat ik doe? Ik vertrek over een half uurtje.
[medeverdachte 1] : Ja of nee? Kom je 100% of niet?
NN: 100 %
[medeverdachte 1] : Oke, dan wacht ik tot een half uur.
NN: Ja, is goed. Over een half uurtje vertrek ik.
[medeverdachte 1] : Is goed jong, dan zie ik je over een uur dan.
NN: Hmmm, zoiets ja, jaaa drie kwartier.
[medeverdachte 1] : ik wacht hier.
Op dezelfde dag omstreeks 21:42 uur, heeft [medeverdachte 1] wederom telefonisch contact met deze onbekende man. In dit gesprek, sessienummer 25658, wordt onder meer gezegd:
[medeverdachte 1] vraagt of NN-MAN zijn berichtje heeft ontvangen over de plek waar [medeverdachte 1] op hem wacht. [medeverdachte 1] wacht bij een bushalte bij de kerk op de [adres 8] . NN-MAN is nog een kilometer van hem vandaan.
Opmerking verbalisant:
Het is mij, verbalisant, bekend dat de bushalte op de [adres 8] , ter hoogte van de kerk, op ongeveer 200 meter ligt van de woning van [medeverdachte 1] .
Op woensdag 13 december 2017 om 14:39 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door [verdachte] . In dit gesprek, sessienummer 25713, word het navolgende gezegd:
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] [verdachte] = [verdachte]
(…)
: Eeh, dat voorbeeld he? Van die dinge he, is dat een beetje een fatsoenlijk voorbeeld?
[medeverdachte 1] : Jazeker man.
: Oh ja, nee, want ik moet dat even een paar mensen laten zien.
[medeverdachte 1] : Jazeker, is gewoon het goede voorbeeld man.
: En hoelang duurt dat voordat dat eeh aankomt?
[medeverdachte 1] : Eeeh, als je iets wil hebben zeg maar?
: Ja.
[medeverdachte 1] : Eeh, een dag zit daartussen.
(…)
: Dus als ik het vandaag zeg maar nu zeg, dan is het de dag erna dus?
[medeverdachte 1] : Ja gewoon de dag erna meteen.
: Is goed jong. Ik ben even de boodschappen aan het uitladen en dan kom ik je kant op, ja?
Vervolgens belt [medeverdachte 1] omstreeks 14:53 uur nogmaals naar [verdachte] en hij vraagt hem hoe laat [verdachte] bij hem zal zijn. [verdachte] geeft aan dat hij zo vertrekt.
Observatie verbalisant:
Aangezien [verdachte] aan gaf dat hij naar de woning van [medeverdachte 1] zou gaan, heeft er een observatie plaatsgevonden ter hoogte van [adres 9] te Kerkrade. Omstreeks 15:50 uur werd gezien dat [medeverdachte 1] en [verdachte] samen aan komen rijden in een Fiat Panda. Deze auto werd bestuurd door [medeverdachte 1] . Ook werd gezien dat [medeverdachte 1] de voordeur opende van de [adres 10] te Kerkrade en dat beide deze woning betreden.
Samengevat:
• [verdachte] vraagt naar “chocolade” bij [medeverdachte 1] maar [medeverdachte 1] zegt dat die persoon niets bij zich had.
• [medeverdachte 1] neemt contact op met de gebruiker van het telefoonnummer + [nummer 9] . Deze persoon zegt dat hij iets heeft ter grootte van zijn vinger en zal dit naar [medeverdachte 1] brengen. Ze spreken af in de nabijheid van de woning van [medeverdachte 1] .
• Hierna neemt [medeverdachte 1] contact op met [verdachte] en hij zegt dat hij iets moois voor hem heeft.
• [verdachte] komt naar [medeverdachte 1] toe en ze ontmoeten elkaar.
Contact tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6]
15 juli 2017 t/m 31 juli 2017
Uit onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 1] regelmatig telefonisch contact heeft met [medeverdachte 6] . In het proces-verbaal van bevindingen is daarover het volgende opgenomen [25] :
Gespreksnummer 9507 op lijn -3066:
Op 15 juli 2017 omstreeks 17:37 uur belt [medeverdachte 1] naar telefoonnummer [nummer 4] ,
[medeverdachte 6] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] [medeverdachte 6] = [medeverdachte 6]
(…)
: Interesse in groen?
[medeverdachte 1] : Ja, dan moet ie echt kanon zijn.
: Ooh ja..nee...iets. Geen kanon maar wel goed.
[medeverdachte 1] : En euh...wat moet die band kosten dan?
: Mag je hebben. 3-2.
[medeverdachte 1] : Sorry?
: Voor 3-2 mag je hem hebben.
(…)
[medeverdachte 1] : Hoeveel?
: 5
Gespreksnummer 11452 op lijn -3066:
Op 17 juli 2017 omstreeks 20:50 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door telefoonnummer [nummer 4] , [medeverdachte 6] .
(…)
[medeverdachte 1] : Ja, Ik zou je nog even terugbellen over gisteren he
[medeverdachte 6] : He?
[medeverdachte 1] : Ja nee dat is te veel nu, daar is nog geen interesse in
[medeverdachte 6] : Oh, nee is goed
[medeverdachte 1] : Maareuh, ik heb misschien wat voor jou man?
[medeverdachte 6] : Heb jij?
[medeverdachte 1] : Ja, kom je wat kwijt of niet?
[medeverdachte 6] : Ja, alleen als ie goed is
[medeverdachte 1] : Ja, goed goed? Hij is niet.
[medeverdachte 6] : Ja daarom ik zat ook met die
[medeverdachte 1] : Ja weet ik ja
[medeverdachte 6] : *Onverstaanbaar* willen ze hebben en voor de rest niet, die zitten allemaal weer vol *Onverstaanbaar*
[medeverdachte 1] : Ja, dat is teveel nu
[medeverdachte 6] : Ja!
[medeverdachte 1] : Dan houdt het op ik heb nog eentje liggen daarom
[medeverdachte 6] : Dure?
[medeverdachte 1] : Nee, ja, dure maar dan iets goedkoper dan natuurlijk
[medeverdachte 6] : Wat moet ie brengen?
[medeverdachte 1] : 38
[medeverdachte 6] : Redelijk of mooie?
[medeverdachte 1] : Hij is gewoon normaal, de kleur is goed alles is goed. Alleen die dingen, hij is iets klein, maar er zit wel veel groot bij maar iets klein
[medeverdachte 6] : Ik zal eens vragen.
(…)
Gespreksnummer 16337 op lijn -3066:
Op 31 juli 2017 omstreeks 22:12 uur belt [medeverdachte 1] naar telefoonnummer [nummer 4] , NN [medeverdachte 6] (ng).
[medeverdachte 6] =NN [medeverdachte 6] [medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
(…)
: Ook rustig man. Ik denk ik bel effe. Hey uh, misschien. Heb je nog wat liggen?
[medeverdachte 6] : Nee nou niet.
: Helemaal niks?
[medeverdachte 6] : Nee, ik weet wel uit te halen.
: Ja, ik moet echt kanonne kanonne hebben. Liefst morgen als het kan.
[medeverdachte 6] : Kanonne kanonne oh. Ja! Hoeveel wil je uitgeven?
: Ja uh, ik moet uh, ik pak uh, alles he. Al heb je 10 of zo, maakt niet uit, gelijk.
[medeverdachte 6] : Ja dat weet ik wel maar dan moet ik al gaan sms’en enzo. Ja dan moet ik weten de prijs, wat je wil geven.
: Ja, hij is gezakt he. Dat weet je zelf ook he jong.
[medeverdachte 6] : Jaja. Kanonne is in ieder geval rond de 43 nog he.
: Ja precies.
[medeverdachte 6] : Dat ken. 43, 44. Ik weet het ook niet. Dat moet ik navragen.
: Ja kijk even wat je gaan regelen. Ik moet het morgen voor 1 uur weten. Voor 1 uur.
[medeverdachte 6] : Ow. Ja is goed dan ga ik nou sms’en. Kijken of hij voorbij kan komen.
(…)
[medeverdachte 6] : Maar het moet perse kanonne he?
: Ja het moet echt kanonne zijn. Anders niet.
[medeverdachte 6] : Oh, ik weet ook andere nog voor 4.
: Ok. Kijk even voor…
[medeverdachte 6] : we sms’en.
(...)
Naar aanleiding van deze verkregen informatie, in combinatie met reeds ambtshalve bekende informatie, bestaat het ernstige vermoeden dat de in bovenstaande tapgesprekken genoemde termen en bedragen het navolgende betekenen:
“Groen”: Hennep
“Kanon(nen)”: Zeer goede kwaliteit
“3-2”: 3200 euro
“5”: 5 kilo
“10”: 10 kilo
“43”: 4300 euro
“44”: 4400 euro
“4”: 4000 euro
11 september 2017
Op 11 september 2017 heeft het volgende telefoongesprek plaatsgevonden tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] [26] :
Datum: 11-09-2017 13:22:22, sessienr: 3580
Beller: [nummer 4]
Naam: [medeverdachte 6]
Tnv: [medeverdachte 6]
Gebelde: [nummer 2]
Naam: [medeverdachte 1]
= [medeverdachte 1] NN= [medeverdachte 6]
(…)
[medeverdachte 1] : Oh ok, ok maarre had je nog van die steen liggen?
NN: Nee
[medeverdachte 1] : Kun je eens even kijken?
NN: Ja onverstaanbaar doen
[medeverdachte 1] : Sorry?
NN: Daar ga ik straks heen, daar ga ik straks heen
[medeverdachte 1] : Ja kijk even als je wilt.
NN: Hoeveel moet je hebben?
[medeverdachte 1] : Ja 5, 6, 7, 8, 10, 10 maakt niet uit hoeveel je hebt ik heb woensdag 10 steen nodig.
NN: Goeie?
[medeverdachte 1] : Ja moet sterke zijn euh
NN: Hoeveel onverstaanbaar moet dat kosten?
[medeverdachte 1] : Ja 42 onverstaanbaar 42.
NN: Hoeveel?
[medeverdachte 1] : 42
NN: 42 voor goeie. Ja ik zal vragen goed?
[medeverdachte 1] : Kijk maar
NN: Onverstaanbaar, ik laat je nog wat horen.
[medeverdachte 1] : 1 of 3 of 4 is ook goed he! Is geen probleem.
NN: Ja voor vandaag of wat of voor woensdag.
[medeverdachte 1] : Ja, als je ze vandaag hebt perfect, pak ze gelijk toch? kijk maar.
NN: Oh nee is goed, ik laat je wat horen.
13 oktober 2017 en 14 oktober 2017
Op 13 oktober en 14 oktober 2017 hebben de volgende telefooncontacten plaatsgevonden tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] [27] :
Op 13 oktober 2017, om 14.54 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door NN [medeverdachte 6] . In dit gesprek, sessienummer 11745, wordt het navolgende gezegd:
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] [medeverdachte 6] = [medeverdachte 6]
[medeverdachte 1] : Hey Jong
: Ha kerel, hey heb je wel eens iets mindere
[medeverdachte 1] : heb jij die of moet je hebben?
: Nee die heb ik, één komma drie
[medeverdachte 1] : En prijs?
: zevenentwintig
[medeverdachte 1] : Hoeveel?
: zevenentwintig
[medeverdachte 1] : zevenentwintig
: Ja *onverstaanbaar* moet je zien. Ziet er mooi uit.
[medeverdachte 1] : Erg goedkoop he
: Ja maar ik kwam het niet kwijt. Dus ik heb uuh anderhalf is wel weg en die jongen wil hem per se weg hebben
[medeverdachte 1] : oké oké
: Heb ik voor drie twee verkocht, ‘onverstaanbaar* wat van de prijs af. Heb ik drie twee gekregen weet je wel. Die ‘onverstaanbaar* nodig.
[medeverdachte 1] Ja, Ja wil ik wel zien ja. Wil ik wel zien ja.
: Ben je thuis?
[medeverdachte 1] Ik ben over een kwartiertje thuis. Kun je naar mij toe komen?
: Ja dan kom ik even langs. Is goed.
[medeverdachte 1] : Is goed jong Afscheid
Op 13 oktober 2017, om 14.58 uur belt [medeverdachte 1] met NN [medeverdachte 6] . Dit gesprek, sessienummer 11748, wordt samengevat weer gegeven:
[medeverdachte 1] vraagt of [medeverdachte 6] naar de Lidl in KERKRADE bij de locht kan komen. [medeverdachte 6] is daar over 10 minuten.
Op 13 oktober 2017, om 15.11 uur belt [medeverdachte 1] met NN [medeverdachte 6] . Dit gesprek, sessienummer 11754, wordt samengevat weer gegeven:
[medeverdachte 1] ziet [medeverdachte 6] niet. [medeverdachte 6] geeft aan in KERKRADE te zijn. [medeverdachte 1] staat bij de locht.
[medeverdachte 6] en [medeverdachte 1] spreken af bij [medeverdachte 1] thuis.
Op 13 oktober 2017, om 19.31 uur belt [medeverdachte 1] met NN [medeverdachte 6] . Dit gesprek, sessienummer 11885, wordt samengevat weer gegeven:
[medeverdachte 1] geeft aan dat hij (3e persoon) iets later bij [medeverdachte 1] is.
Op 14 oktober 2017, om 10.47 uur belt [medeverdachte 1] met NN [medeverdachte 6] . In dit gesprek, sessienummer 12055, wordt het navolgende gezegd:
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] [medeverdachte 6] = [medeverdachte 6]
[medeverdachte 1] : Luister even, die van jou eeh, die heeft hij gezien. Hij zegt, houd die mij tot, alsjeblieft zaterdagavond. Hij wil hem wel hebben, maar hij moet kijken of die andere partij die hij krijgt, of die op elkaar lijkt. Snap je wat ik bedoel?
: Oh zo, uhuh.
[medeverdachte 1] : Dat ie eeh, met die soep kan roeren.
: Ja maar ik heb vanmiddag misschien nog ene. Dat is het probleem snap je? Dat is de zeik.
[medeverdachte 1] : Oh, oke, eeh.
: Ja, dan weet ik het ook niet. Maar dan bel ik je wel op.
[medeverdachte 1] : Watblief?
: Dan bel ik je op.
[medeverdachte 1] : Ja, is goed. Dan bel je me op. Als hij die wil hebben dan eeh, kun je die komen halen.
(…)
[medeverdachte 1] : Die vriend, die zegt: “Als die kleuren eeh, als die eeh op de soep lijkt, dan wil ik hem hebben.”
: Jaja.
[medeverdachte 1] : Lijkt die niet op de soep... Snap je?
: Ja, nee, is goed dan. Dan wacht ik tot acht uur.
Op 14 oktober 2017, om 17.31 uur belt [medeverdachte 1] met NN [medeverdachte 6] . Dit gesprek, sessienummer 12358, wordt samengevat weergegeven:
[medeverdachte 1] zegt dat de kleur niet overeenkomt. [medeverdachte 1] zegt dat er zo nog iemand langs komt en dat hij [medeverdachte 6] zo nog even belt.
Op 14 oktober 2017, om 18.30 uur belt [medeverdachte 1] met NN [medeverdachte 6] . Dit gesprek, sessienummer 12363, wordt samengevat weer gegeven:
[medeverdachte 1] zegt dat het allemaal veel te moeilijk is. Er zijn al drie mensen bij hem thuis geweest maar nee. [medeverdachte 6] vraagt of [medeverdachte 1] thuis is. [medeverdachte 1] is thuis. [medeverdachte 6] komt over een kwartiertje langs om het op te halen.
Opmerking verbalisant:
Daar waar in dit proces-verbaal vermeld staat NN [medeverdachte 6] wordt bedoeld [medeverdachte 6] .
Samenvatting:
In vorenstaande kan gesteld worden dat NN [medeverdachte 6] softdrugs heeft die van mindere kwaliteit is en deze niet verkocht krijgt. Hiervoor zoekt hij contact met [medeverdachte 1] , kennelijk omdat hij weet dat [medeverdachte 1] contacten heeft binnen de verdovende middelen wereld die mogelijk de partij van NN [medeverdachte 6] willen kopen. Hiervoor heeft NN [medeverdachte 6] de partij naar [medeverdachte 1] gebracht en heeft deze met verschillende mensen hierover contact gehad. Drie personen zijn kennelijk bij [medeverdachte 1] thuis geweest om de partij te bekijken. Blijkbaar is de verkoop door [medeverdachte 1] niet gelukt en heeft NN [medeverdachte 6] de partij teruggehaald om hem zelf te verkopen.
Contacten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 6] en [verdachte]

14 en 17 augustus 2017

In het proces-verbaal van bevindingen dat betrekking heeft op de contacten van [medeverdachte 1] volgt dat [medeverdachte 1] op 14 augustus 2017 meermaals telefonisch contact heeft met [medeverdachte 6] en [verdachte] . Hierover is het volgende geverbaliseerd [28] :
Op 14 augustus 2017, om 17:18:24 uur stuurt [medeverdachte 1] een tekstbericht naar [verdachte] . Het volgende bericht, sessienummer 19525, werd verzonden:
Enne?
Op 14 augustus 2017, om 17:19:04 uur stuurt [medeverdachte 1] een tekstbericht naar het telefoonnummer [nummer 6] , in gebruik bij NN-MAN. Het volgende bericht, sessienummer 19526, werd verzonden:
Bro alles goed!! Hmdl geen winterhanden !!!?
Op 14 augustus 2017, om 17:19:25 uur stuurt [medeverdachte 1] een tekstbericht naar [medeverdachte 6] . Het volgende bericht werd, sessienummer 19527, verzonden:
Niks news?
Opmerking verbalisant: Uit de berichten bestaat het vermoeden dat [medeverdachte 1] contact opneemt met [verdachte] , [medeverdachte 6] en NN-MAN omdat hij hennep, in ieder geval verdovende middelen, nodig heeft. Dit blijkt uit het feit dat er wordt gesproken over winterbanden (vermoedelijk codetaal voor hennep).
(…)
Opmerking verbalisant: Ook het spreken in codetaal, zoals boeken en licht licht duidt erop dat hier wordt gesproken over hennep. Met licht wordt vermoedelijk de kwaliteit van de hennep bedoeld. Het is mij ambtshalve bekend dat wanneer een henneptop veel THC bevat, deze lichter van kleur is dan een henneptop die minder THC bevat.
(…)
Resumé: Het is aannemelijk dat [medeverdachte 1] werd benaderd door NN-MAN, die gebruik maakt van de telefoonaansluiting [nummer 6] om hennep dan wel verdovende middelen te leveren aan NN-MAN die gebruik maakt van de telefoonaansluiting [nummer 10] . Naar aanleiding daarvan heeft [medeverdachte 1] hennep dan wel verdovende middelen opgehaald bij [verdachte] . De deal van 14 augustus 2017 om 21:05 uur tussen [medeverdachte 1] en NN-MAN (gebruiker van de telefoonaansluiting [nummer 10] ) niet is doorgegaan. Vervolgens heeft [medeverdachte 1] de hennep op 17 augustus 2017 teruggebracht naar de vriendin van [verdachte] .

26 t/m 28 november 2017

In de periode van 26 t/m 28 november 2017 heeft [medeverdachte 1] contact gehad met [medeverdachte 6] en [verdachte] . Hierover is het volgende vermeld in het proces-verbaal van bevindingen [29] :
Sessienummers: 17655, 9656, 19660
Datum/tijd: 26-11-2017 12:43 uur
Betreft een SMS bericht van [medeverdachte 6] aan [medeverdachte 1] met de navolgende tekst: “HEB JE WAT”
Datum/tijd: 26-11-2017 12:44 uur
Betreft een SMS bericht van [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 6] met de navolgende tekst: “A m of WITT”
Datum/tijd: 26-11 -2017 12:54 uur
Betreft een SMS bericht van [medeverdachte 6] aan [medeverdachte 1] met de navolgende tekst: “WIT”
Sessienummer: 19672
Datum/tijd: 26-11-2017 12:56 uur
Beller: [nummer 2] ( [medeverdachte 1] )
Gebelde: NO HIT CIOT
Betreft een SMS bericht met de navolgende tekst “Maat niks meer van je gehoord !! We doen het opnieuw!!. Heb je nog witte sokken !? Gr"
Sessienummer: 19764
Datum/tijd: 26-11 -2017 13:03 uur
Betreft een SMS bericht van [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 6] met de navolgende tekst “Ik bel je dalijk heb ff gevraagd wordt zo gebeld !!”
Sessienummer: 20424
Datum/tijd: 27-11-2017 18:12 uur
[medeverdachte 1] wordt gebeld door [verdachte] .
(…)
[verdachte] : Ja rustig aan. Hey luister, uhhm ik heb een vraagje. Kun jij iets met uhm hele licht bewerkte?
[medeverdachte 1] : Prijs?
[verdachte] : Uhhm 43.5.
[medeverdachte 1] : Zie je het of zie je het helemaal niet?
[verdachte] : He?
[medeverdachte 1] : Zie je het goed of helemaal niet?
[verdachte] : Ja, naar mijn mening uuhm, ja het gaat. Het gaat. Je moet het zien. Moet je effe komen kijken, want ik heb morgen ik, is het morgen? die? (op de achtergrond zegt iemand "ja"). Morgen heb ik ook nog eentje die is hoeveel? Acht? (op de achtergrond zegt iemand "8 of 9"). 8 of 9 stuks.
[medeverdachte 1] : Ja.
[verdachte] : Moet ik 45,5 voor hebben.
[medeverdachte 1] : Kanonne?
[verdachte] : Ja ik heb hier gewoon een topje in mijn handen maar het ziet er wel echt goed uit ja.
[medeverdachte 1] : Als hij echt kanonne is wil ik ze wel alle 8 hebben.
[verdachte] : Ja en die lichte niet?
[medeverdachte 1] : Ja heb jij straks tijd?
[verdachte] : Moet je effe komen kijken, ik ben in Hoensbroek. Ik heb hier een hele liggen, dus kun je kijken.
[medeverdachte 1] : Ja dan bel ik je dalijk even op en dan kom ik naar je toe ja?
(…)
Verblijfplaats [verdachte] :
Middels onderzoek is gebleken dat [verdachte] verblijft op de [adres 6] .
Observatie:
Op dinsdag 28 november 2017, omstreeks 10:30 uur, heb ik, verbalisant [naam 9] , een positie ingenomen op de [adres 7] te Hoensbroek met vrij uitzicht op perceel [nummer 12] van die straat. Om 12:26 uur zag ik dat ter hoogte van perceel [nummer 11] een grijze Nissan Micra met het Nederlandse kenteken [ kenteken] parkeerde. Ik zag dat de voor mij bekende [medeverdachte 1] aan de bestuurderszijde uitstapte en richting perceel [nummer 12] liep. (…) Om 12:27 uur zag ik dat de deur van perceel [nummer 12] openging en dat [medeverdachte 1] de woning binnen ging.
Sessienummer: 20578
Datum/tijd: 28-11-2017 12:41 uur
[medeverdachte 1] belt [medeverdachte 6] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] W= [medeverdachte 6]
: Hallo
[medeverdachte 1] : Hee jong.
: Haa jong. Enne heb je ze daar?
[medeverdachte 1] : Ouwhoer, nee. Ik heb wat anders voor jou. Daarom.
: Oh. Wat? Dure?
[medeverdachte 1] : Ja. Maar wel echt kanonne hey, boh!
: Ja ja maar ik moet die andere hebben, die zeik. Die willen die niet. Wat kost die?
(…)
W: Ja wat moet je nou hebben?
[medeverdachte 1] : Ja eentje 44 en eentje 46, maar echt kanonne hey boh!
: 44/46.
[medeverdachte 1] : Ja.
: Ik ga eens bellen, en dan ga ik eens vragen. Snap je?
[medeverdachte 1] : Ja kijk maar wat je kan doen.
: Ja ik denk het niet ik denk het niet, die gewone moest ik hebben, die zeik.
[medeverdachte 1] : Die is er wel, maar niet wat je moet hebben, echt slecht slecht.
: Ja nee, die moet ik niet hebben.
[medeverdachte 1] : Nee daar heb je niks aan.
: Ik heb er vrijdag 2 kunnen uithalen maar ik moet er nog 4.
[medeverdachte 1] : Ja nee, ikke.
: 38 had ik betaald.
[medeverdachte 1] : Oh dat is niet verkeerd.
: Nee, nee was redelijk.
[medeverdachte 1] : Nee dat is niet verkeerd.
: Ja.
[medeverdachte 1] : Ja het is echt weinig die dingen, echt weinig. Maar ik weet wel dat er binnenkort een klaar is bijna.
W: Ja laat maar wat weten dan. Maar die andere ga ik in ieder geval vragen, maar ik denk het niet. Ik moet die andere hebben. Ik ben er niet achteraan gegaan achter die.
(…)
30 november 2017
Op 30 november 2017 heeft het volgende telefoongesprek plaatsgevonden [30] :
Datum: 30-11-2017 21:06:35
Sessienr: 21317
[medeverdachte 6] belt naar [medeverdachte 1] .
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1] [medeverdachte 6] = [medeverdachte 6]
[medeverdachte 1] : Hey kun je nog van die witte sokken gebruiken of niet?
: ja die hebben ze al godverdomme
[medeverdachte 1] : Heb je al?
: Ja twee had ik er al en vier hebben ze ergens anders gehaald die zeik
[medeverdachte 1] : Oke ja, ik heb nog wat liggen
: Goeie?
[medeverdachte 1] : Hij stinkt wel! Hij is *NTV*. Hij stinkt hij is mooi maar er zit alleen een beetje klein tussen daar ben ik eerlijk in
: Wat moetje ervoor hebben?
[medeverdachte 1] : Eeeeeeeeeuh 41.
: Zoveel?? Ouwhoer daar krijg ik mooie voor. Ik krijg mooie voor 39
[medeverdachte 1] : Ik ben daar echt eerlijk in he, er is bijna niks te krijgen. Ik moet zelf 40 half betalen.
: Hoeveel?
[medeverdachte 1] : 40 half
: Ouwhoer niet
[medeverdachte 1] : Ja ik zeg belachelijk! Ik zeg ja ik weet misschien nog iemand die het kan gebruiken, maar of hij het pakt weet ik niet.
: Nee, ik kan hele mooie krijgen voor 39 half
[medeverdachte 1] : Ja die moet je pakken die moet je pakken
: Ja heb ik twee van gehaald *NTV* ja die andere hebben ze ergens anders nou gehaald die heb ik nou pas maarja
[medeverdachte 1] : Ja oke, die mensen hebben echt 43 betaald heftig he
: Ja weet ik voor goeie weet ik. Nou is ie wel aan het zakken geloof ik ik weet het ook allemaal niet.
[medeverdachte 1] : Nee nee
: Die hebben ze al gehaald die zeik gisteren
[medeverdachte 1] : Ja dan houdt het op he
[verdachte] verklaarde op 7 februari 2018 – zakelijk weergegeven – als volgt [31] :
(p.956)Mijn telefoonnummer is [nummer 3] . Ik ken [medeverdachte 1] een maandje of vijf, zes. Over het
telefoongesprek op 8 augustus 2017 omstreeks 12.57 uurtussen [verdachte] en [medeverdachte 1] : Ik hoor een gesprek tussen [medeverdachte 1] en mij.
(p.957)[medeverdachte 1] zal wel interesse in hennep hebben gehad. Met die “8” bedoel ik dat ik via via iets kon regelen voor hem. Het zal om 8 kilo gaan. Met “een voorbeeld van die 2” zal ik denk ik hennep bedoelen. Ik probeer af en toe wat bij te verdienen. Met “niet top” heb ik het over de kwaliteit. Mensen betalen voor kwaliteit. Het is groen of bruin. Groen is goed.
(p.958)Toen ik “6 of 7” aanbood voor “36,5” bedoelde ik respectievelijk 6 of 7 kilo en als prijs 3.650 euro per kilo. Als ik over papieren spreek, dan had ik het over geld. Met “een halve” bedoel ik een halve kilo. Met “topjes” bedoel ik hennep. Als er wordt gesproken over compleet droog, dan is het niet nat. Over het
tekstbericht dat [medeverdachte 1] van [verdachte] heeft ontvangen op 14 augustus 2017 om 17:22 uur: Het gaat alleen maar over dat.
(p.959)Als er 1 van de 10 is doorgegaan met [medeverdachte 1] dan is het veel. [medeverdachte 1] bedoelde met 37 de prijs.
(p.960)[medeverdachte 1] zou naar mij toekomen, maar hij is niet geweest. Ik denk dat hij zou komen voor een voorbeeld. Met een voorbeeld bedoel ik dat ik een paar topjes van die partij wiet zou laten zien. U houdt mij voor dat er het vermoeden was dat [medeverdachte 1] hennep wilde afnemen van mij zodat hij het kon doorverkopen. Het gaat allemaal over hetzelfde.
(p.961)Over de
telefoongesprekken van 30 november 2017 tot en met 2 december 2017tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] : Ik hoor een gesprek tussen mij en [medeverdachte 1] . Ik denk dat het gesprek van 30 november 2017 gaat over een voorbeeld. [medeverdachte 1] kwam altijd met die codetaal. Ik moest ook soms ontcijferen waar het over ging.
(p.962)Toen [medeverdachte 1] het over “broeken” had, ging het over dezelfde broeken als die groene broeken. Dan ging het over schoenen en dan weer over wat anders. Het gaat nog steeds over hennep en dit was volgens mij de enige keer dat het wel was doorgegaan. [medeverdachte 1] vroeg aan mij of ik die broek klaar wil zetten omdat hij de broek wil passen. Ik zei toen dat ik ging bellen. Ik bedoelde daarmee dat ik ging bellen voor het voorbeeld.
(p.963)Met “broeken” werd hennep bedoeld. [medeverdachte 1] bedoelde met “die broek” een kilogram hennep. Als ik [medeverdachte 1] wat meegaf dan duurde het altijd uren voordat ik papieren zag. Hij lag ook altijd te miemelen over de prijs. Het was bij hem altijd slecht geregeld. Toen [medeverdachte 1] mij belde en zei dat ze ze alle zes zouden pakken, werd met “6” 6 kilo bedoeld. Met “een half puntje zakken werd bedoeld” 50 euro zakken met de prijs. Een puntje is 100 euro. Met “de Lange muur” werd een wok bedoeld in Brunssum.
(p.964)Die 5 of 6 zijn geleverd die dag. Over het
telefoongesprek van 6 december 2017tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] en
de observatie van 7 december 2017: [medeverdachte 1] bedoelde met chocola hasj. Maar dat was niks. Ik heb daar een klein voorbeeldje van gezien. Ik sprak met [medeverdachte 1] af bij De Lange Muur in Brunssum omdat ik voor [medeverdachte 1] een voorbeeld van dat zakje.
(p.965)In het zakje zat een voorbeeld. Afhankelijk met we hij zakendeed, moest hij een halve kilo hebben als voorbeeld zodat de afnemen het volume van de hennep kon zien. Over
het telefoongesprek van 13 december 2017tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] : Ik wilde die dag van [medeverdachte 1] de chocolade. Ik ben toen alleen in zijn huis geweest.

Voetnoten

1.Zie onder meer HR 10 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:264, HR 14 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:413 en HR 5 juli 2022, ECLI:NL:HR:HR:2022:969.
2.Vordering verstrekking gebruikersgegevens d.d. 19 juli 2017, p. 87 en Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie d.d. 19 juli 2017, p. 89.
3.Proces-verbaal vaststelling identiteit [verdachte] d.d. 30 augustus 2017, p. 1586.
4.Proces-verbaal vaststelling identiteit [medeverdachte 6] d.d. 17 oktober 2017, p. 1767 t/m 1769.
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 oktober 2017, p. 1604 t/m 1615.
6.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 oktober 2017, p. 1616 t/m 1618.
7.Proces-verbaal van bevindingen d,d. 31 augustus 2017, p. 1589 t/m 1592.
8.Tapgesprek sessienummer 1265 d.d. 28 augustus 2017, p. 1918.
9.Proces-verbaal van bevindingen levering verdovende middelen 30 november, 1 en 2 december 2017 d.d. 8 januari 2018, p. 1628, 1629 en 1643.
10.Bijlage 1 van proces-verbaal van bevindingen levering verdovende middelen 30 november, 1 en 2 december 2017 d.d. 8 januari 2018, p. 1651 en 1652.
11.Bijlage 4 van proces-verbaal van bevindingen levering verdovende middelen 30 november, 1 en 2 december 2017 d.d. 8 januari 2018, p. 1655.
12.Bijlage 6 van proces-verbaal van bevindingen levering verdovende middelen 30 november, 1 en 2 december 2017 d.d. 8 januari 2018, p. 1657.
13.Bijlage 8 van proces-verbaal van bevindingen levering verdovende middelen 30 november, 1 en 2 december 2017 d.d. 8 januari 2018, p. 1659.
14.Proces-verbaal van bevindingen levering verdovende middelen 30 november, 01 en 02 december 2017 d.d. 8 januari 2018, p. 1635.
15.Bijlage 53 van proces-verbaal van bevindingen levering verdovende middelen 30 november, 1 en 2 december 2017 d.d. 8 januari 2018, p. 1706.
16.Bijlage 54 van proces-verbaal van bevindingen levering verdovende middelen 30 november, 1 en 2 december 2017 d.d. 8 januari 2018, p. 1707.
17.Bijlage 55 van proces-verbaal van bevindingen levering verdovende middelen 30 november, 1 en 2 december 2017 d.d. 8 januari 2018, p. 1708.
18.Bijlage 56 van proces-verbaal van bevindingen levering verdovende middelen 30 november, 1 en 2 december 2017 d.d. 8 januari 2018, p. 1709.
19.Bijlage 58 van proces-verbaal van bevindingen levering verdovende middelen 30 november, 1 en 2 december 2017 d.d. 8 januari 2018, p. 1711.
20.Bijlage 61 van proces-verbaal van bevindingen levering verdovende middelen 30 november, 1 en 2 december 2017 d.d. 8 januari 2018, p. 1714.
21.Bijlage 62 van proces-verbaal van bevindingen levering verdovende middelen 30 november, 1 en 2 december 2017 d.d. 8 januari 2018, p. 1715.
22.Bijlage 71 van proces-verbaal van bevindingen levering verdovende middelen 30 november, 1 en 2 december 2017 d.d. 8 januari 2018, p. 1724.
23.Proces-verbaal van bevindingen observatie 7 december 2017 d.d.7 december 2017, p. 1728 t/m1733.
24.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 januari 2018, met bijlage 7 t/m 13, p. 1739 t/m 1743 en 1751 t/m 1757 en proces-verbaal van bevindingen observatie 13-12-2017 d.d. 18 december 2017, p. 1764 en 1765.
25.Proces-verbaal van bevindingen prijsafspraken hennep met bijlage 1 t/m 4 d.d. 4 augustus 2017, p. 1781 t/m 1791.
26.Tapgesprek sessienr: 3580 d.d. 11 september 2017, p. 1920 en 1921.
27.Proces-verbaal verdovende middelen, met bijlage 1 en 2 d.d. 17 oktober 2017, p. 1792 t/m 1794.
28.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1870, 1874 t/m
29.Proces-verbaal van bevindingen mbt observatie 28 november 2017 d.d. 27 september 2017, p. 1798 t/m 1802.
30.Tapgesprek sessienr. 21317 d.d. 30 november 2017, p. 1932.
31.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 7 februari 2018, p. 956 t/m 965.