ECLI:NL:RBLIM:2024:894

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 februari 2024
Publicatiedatum
27 februari 2024
Zaaknummer
10920404 CV EXPL 24-712
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht – ontruiming toegewezen i.v.m. erkende huurachterstand van 10 huurtermijnen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 27 februari 2024, hebben eisers, vertegenwoordigd door mr. E.G.W. Hendriks, een kort geding aangespannen tegen Naissus B.V. vanwege een aanzienlijke huurachterstand. De eisers hebben sinds 19 december 2022 een woning verhuurd aan Naissus voor een maandelijkse huurprijs van € 1.500,00. Tot en met februari 2024 heeft Naissus een huurachterstand opgebouwd van € 18.000,00, waarvan slechts € 3.000,00 is voldaan. De eisers hebben Naissus gesommeerd om de achterstallige huur te betalen, maar de achterstand bleef bestaan. In het kort geding vorderden eisers de ontruiming van het gehuurde, betaling van de achterstallige huur, en vergoeding van kosten en rente.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Naissus de huurachterstand erkent en geen verweer heeft gevoerd tegen de ontruiming. De rechter oordeelde dat de huurachterstand zo groot is dat dit een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst rechtvaardigt, wat leidt tot de toewijzing van de ontruiming. De kantonrechter heeft de ontruiming toegewezen met een termijn van twee weken en de betaling van de achterstallige huur en bijkomende kosten. De gevorderde dwangsom werd afgewezen, omdat de wet voorziet in een executiemogelijkheid via een gerechtsdeurwaarder. De rechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van eisers toegewezen, met uitzondering van bepaalde btw-kosten.

Het vonnis benadrukt de noodzaak van een spoedeisend belang bij de ontruiming en de erkenning van de huurachterstand door Naissus, wat de beslissing van de kantonrechter heeft beïnvloed. De rechter heeft de vorderingen van eisers grotendeels toegewezen, met uitzondering van de gevorderde ontruimingskosten, die niet onder de relevante wetgeving vallen.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10920404 \ CV EXPL 24-712
Vonnis in kort geding van 27 februari 2024
in de zaak van

1.[eiser sub 1]

2.
[eiseres sub 2],
beiden wonend in [woonplaats] ,
eisende partijen,
gemachtigde: mr. E.G.W. Hendriks,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NAISSUS B.V.,
gevestigd in Kerkrade,
gedaagde partij,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna [eisers] (eisers gezamenlijk) en Naissus genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het exploot van dagvaarding van 8 februari 2024 met producties;
- de mondelinge behandeling van 26 februari 2024, waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt die aan het dossier zijn toegevoegd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisers] verhuurt sinds 19 december 2022 aan Naissus de woning aan de [adres] in [plaats] (hierna: het gehuurde), tegen een huurprijs van € 1.500,00 per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen.
2.2.
Naissus heeft een huurachterstand laten ontstaan van € 18.000,00 tot en met februari 2024. [eisers] heeft Naissus gesommeerd om de achterstallige huurtermijnen te voldoen.
2.3.
Op 2 februari 2024 heeft Naissus een bedrag van € 3.000,00 aan [eisers] voldaan zodat tot en met februari 2024 nog steeds een huurachterstand van € 15.000,00 resteert.

3.Het geschil

3.1.
[eisers] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Naissus te veroordelen:
- om het gehuurde binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en ontruimd te houden, en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van [eisers] te stellen, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat Naissus zich niet zal conformeren aan dit vonnis, met een maximum van € 50.000,00;
- om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, en berekend tot en met de maand februari 2024 € 15.000,00 te betalen alsook een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente, telkens vanaf de eerste dag dat Naissus deze bedragen verschuldigd is geworden, althans vanaf de dag van dagvaarding, telkens tot aan de dag van algehele voldoening;
- om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis de buitengerechtelijke kosten ad € 750,00 te betalen, te vermeerderen met 21% btw en met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
- tot betaling van € 1.500,00 per maand terzake huur voor elke ingegane maand vanaf 1 maart 2024 tot aan de dag van ontruiming, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de eerste dag van elke maand tot aan de dag van algehele voldoening;
- tot betaling van de kosten van de ontruiming, voor het geval zij zich niet vrijwillig aan het in deze te wijzen vonnis conformeert, te stellen op een voorschot ad € 10.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van ontruiming tot aan de dag van algehele voldoending;
- tot betaling van de proces- en nakosten.
3.2.
[eisers] legt aan deze vorderingen ten grondslag dat de huurachterstand van Naissus dusdanig groot is dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst die de ontbinding van de huurovereenkomst en – daarop vooruitlopend in deze procedure – de ontruiming van het gehuurde rechtvaardigt.
3.3.
Naissus erkent de huurachterstand en wijt deze aan financiële tegenvallers in 2023. Zij heeft een voorstel aan [eisers] gedaan om de achterstand in te lopen. Tegen de gevorderde ontruiming heeft Naissus evenmin verweer gevoerd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Om de onverwijlde voorzieningen te kunnen toewijzen zoals gevorderd in dit kort geding, dient met redelijke mate van zekerheid aangenomen te kunnen worden dat in een bodemprocedure de met de gevraagde voorzieningen (nagenoeg) overeenstemmende vorderingen zullen worden toegewezen, zodat het gerechtvaardigd is daarop vooruit te lopen. Die beoordeling geschiedt op basis van hetgeen in deze korte procedure naar voren is gebracht en voldoende aannemelijk is gemaakt.
Huurachterstand en toekomstige huurtermijnen
4.2.
De kantonrechter stelt voorop dat in kort geding voor de toewijzing van de betaling van een geldsom slechts plaats is als het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk zijn en uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist.
4.3.
Het spoedeisend belang vloeit voort uit de aard van deze zaak (een oplopende huurachterstand).
4.4.
Naissus heeft de verschuldigdheid van de gevorderde huurachterstand erkend zodat deze voor toewijzing gereed ligt. Ook de vordering tot betaling van de toekomstige maandelijkse huur vanaf 1 maart 2024 tot aan de dag van ontruiming wordt toegewezen nu Naissus ook hiervan de verschuldigdheid niet heeft betwist. De onweersproken gevorderde wettelijke rente over achterstand en toekomstige huurtermijnen zal eveneens worden toegewezen.
Ontruiming van het gehuurde en ontruimingstermijn
4.5.
Gezien de hoogte van de erkende huurachterstand heeft [eisers] een voldoende spoedeisend belang bij de ontruiming van het gehuurde en acht de kantonrechter het voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat de ontstane achterstand de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Daarop vooruitlopend zal de in deze procedure gevorderde ontruiming worden toegewezen. De door Naissus genoemde financiële problemen staan daaraan niet in de weg nu deze voor haar risico komen. Er zal een ontruimingstermijn van twee weken gehanteerd moeten worden nu door [eisers] niet gesteld of gebleken is waarom een kortere termijn redelijk zou zijn.
4.6.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eisers] geen belang bij toewijzing van de gevorderde dwangsom nu zij op grond van de wet (artikel 557 juncto 444 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) met behulp van een gerechtsdeurwaarder de ontruiming van het gehuurde kan bewerkstelligen.
4.7.
De kantonrechter merkt – wellicht ten overvloede – op dat het bevel tot ontruiming alleen een titel tot executie oplevert jegens Naissus en niet tegen eventuele onderhuurders, voor zover die op rechtmatige titel in het gehuurde verblijven.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.8.
[eisers] vordert vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. De door [eisers] gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen, nu Naissus de verschuldigdheid daarvan op grond van de tussen hen gesloten overeenkomst niet heeft betwist en geen termen aanwezig zijn om (ambtshalve) tot matiging van de gevorderde vergoeding over te gaan. Nu de omzetbelasting voor [eisers] niet verrekenbaar is, zal de gevorderde btw over de incassokosten eveneens worden toegewezen. De onweersproken wettelijke rente over de incassokosten zal vanaf de dag van dagvaarding worden toegewezen.
Kosten ontruiming
4.9.
De op voorhand gevorderde ontruimingskosten worden afgewezen nu deze kosten niet vallen onder de kosten ex artikel 237 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en zij zich zonder nadere toelichting, niet lenen voor voorwaardelijke begroting.
Proces- en nakosten
4.10.
Naissus is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld, met dien verstande dat de btw over de kosten voor het uittreksel uit de Kamer van Koophandel zal worden afgewezen nu deze kosten zijn vrijgesteld van btw. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eisers] als volgt vastgesteld:
  • kosten dagvaarding € 138,82
  • griffierecht € 706,00
  • salaris gemachtigde
Totaal € 1.658,82
4.11.
Over de nakosten hoeft in dit vonnis geen aparte beslissing genomen te worden (zie Hoge Raad 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853).

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Naissus om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde aan de [adres] in [plaats] te ontruimen en ontruimd te houden, en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van [eisers] te stellen,
5.2.
veroordeelt Naissus om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [eisers] :
€ 15.000,00 aan achterstallige huur tot en met de maand februari 2024, te vermeerderen met de wettelijke rente over de verschuldigde huurtermijnen, telkens vanaf de eerste dag dat Naissus deze bedragen verschuldigd is geworden tot de dag van algehele voldoening,
€ 907,50 aan buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening,
5.3.
veroordeelt Naissus om aan [eisers] € 1.500,00 per maand te betalen vanaf 1 maart 2024 tot de dag van ontruiming, bij uitblijven van deze betaling te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de eerste dag van elke maand tot aan de dag van algehele voldoening,
5.4.
veroordeelt Naissus tot betaling van de proceskosten van € 1.658,82,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op
27 februari 2024.
LC