Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 t/m 9,
- de conclusie van antwoord tevens houdend exceptie van onbevoegdheid met producties
- de incidentele conclusie van antwoord met producties 10 t/m 13.
In alle gevallen
3.3. De beoordeling in het incident
voor eiser in de hoofdzaakduidelijk een waarde van minder dan € 25.000,00 vertegenwoordigt. Daarbij is niet doorslaggevend wat de vermoedelijke kosten
voor gedaagde in de hoofdzaakzijn bij toewijzing van deze vordering. In de onderhavige zaak kan niet worden vastgesteld welke waarde de vordering in de hoofdzaak voor eiser vertegenwoordigt, derhalve geldt de hoofdregel dat vorderingen van onbepaalde waarde door de kamer voor andere zaken dan kantonzaken worden behandeld.
4.De beslissing
30 oktober 2024voor opgave verhinderdata aan zijde van beide partijen voor een mogelijk te bepalen mondelinge behandeling in de periode januari 2025 t/m maart 2025.