4.5.Het UWV heeft dit verzoek afgewezen - kort gezegd - omdat zij op grond van de op haar rustende wettelijk taak de gegevens rechtmatig heeft verkregen en verwerkt en op grond van de Archiefwet de verplichting heeft om deze gegevens te bewaren.
5. Het verzoek om verwijdering van persoonsgegevens van eiseres moet worden aangemerkt als een verzoek om wissing van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de AVG. Dat artikel bepaalt dat de betrokkene het recht heeft op wissing - onder meer - wanneer de persoonsgegevens onrechtmatig zijn verwerkt of de persoonsgegevens niet langer nodig zijn voor de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld of anderszins verwerkt.
6. Tussen partijen is niet in geschil dat het UWV - onder meer - als wettelijke taak heeft het verstrekken van uitkeringen aan verzekerden die wegens werkeloosheid, ziekte of zwangerschap (tijdelijk) niet kunnen werken. In het kader van deze taak verwerkt het UWV persoonsgegevens, waaronder medische gegevens. Zonder deze gegevens kan het UWV haar wettelijke taken niet goed uitvoeren en haar besluiten niet deugdelijk en overtuigend motiveren. Met uitdrukkelijke toestemming van betrokkene kan het UWV ook medische gegevens bij zorgverleners van betrokkene opvragen en verwerken.
7. De rechtbank stelt vast dat eiseres zowel een machtiging voor de uitwisseling van gegevens met de huisarts als een machtiging voor de uitwisseling van gegevens met haar psycholoog heeft ondertekend. Deze machtigingen zijn, zoals hiervoor onder 4.2. en 4.3. weergegeven, ruim geformuleerd en op grond daarvan heeft het UWV naar het oordeel van de rechtbank op juiste wijze informatie opgevraagd bij de huisarts van eiseres en vervolgens ontvangen. De omstandigheid dat de geschilleninstantie kennelijk heeft geoordeeld dat de huisarts de machtiging te ruim heeft opgevat en het vanwege de arts-patiënt relatie met eiseres op de weg van de huisarts had gelegen om voorafgaande aan het verstrekken van de informatie bij eiseres te verifiëren of zij zich hierin kon vinden kan, wat daar ook van zij, niet leiden tot het oordeel dat het UWV die gegevens ook onrechtmatig heeft verkregen. Daarnaast heeft eiseres in dit kader ook niet (althans onvoldoende) betwist dat de ontvangen gegevens zijn gebruikt voor het bepalen van de mate van arbeidsongeschiktheid in het kader van de door haar aangevraagde WIA-uitkering en de beoordeling van het door haar ingediende bezwaar en beroep tegen het besluit van het UWV op die aanvraag. Voorgaande betekent dat het verwerken van de op eiseres betrekking hebbende persoonsgegevens, onder meer neergelegd in de brief van de huisarts, nodig waren voor het UWV om te voldoen aan een op haar rustende wettelijke verplichting, waarmee is voldaan aan artikel 6, eerste lid, onder c, van de AVG en dat deze gegevens dus rechtmatig door het UWV zijn verwerkt.
8. De plicht voor het UWV om deze gegevens vervolgens in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren volgt uit artikel 3 van de Archiefwet 1995. Het recht op wissing van persoonsgegevens geldt op grond van artikel 17, derde lid, aanhef en onder b, van de AVG niet, zolang de bewaartermijn nog niet is afgelopen, mits de gegevens aanvankelijk rechtmatig zijn verwerkt. Uit artikel 5 van de Archiefwet 1995 volgt de verplichting om een Selectielijst op te stellen. In de Selectielijst van het UWV staan verschillende bewaartermijnen voor de documenten die het UWV gebruikt ter uitvoering van verschillende taken. Alle taken en activiteiten op het gebied van medische en arbeidsdeskundige beoordelingen vallen onder categorie 5 van deze Selectielijst. De rechtbank stelt vast de daarin opgenomen bewaartermijn nog niet is verstreken. Nu de brieven waarvan eiseres wissing vraagt worden bewaard in verband met de uitoefening van een in de Selectielijst genoemde taak en de verplichting om te bewaren op een wettelijke grondslag berust, heeft het UWV zich terecht op het standpunt kunnen stellen dat zij niet gehouden was om de brieven van de huisarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep, dan wel de daarin opgenomen persoonsgegevens, te verwijderen.
9. Eiseres heeft tot slot verzocht om immateriële schadevergoeding op grond van artikel 82 van de AVG. Om voor schadevergoeding in aanmerking te komen moet worden voldaan aan drie cumulatieve voorwaarden: er moet sprake zijn van een schending van de AVG, er moet (im)materiële schade zijn en er moet een causaal verband bestaan tussen de schade en de inbreuk. Zoals uit voorgaande volgt is de verwerking van de persoonsgegevens van eiseres door het UWV niet onrechtmatig. Er is geen sprake van een schending van de AVG. Dat betekent dat eiseres geen aanspraak kan maken op schadevergoeding.