Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief van 15 maart 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de brieven van partijen van 21 november 2023, waarin zij de kantonrechter berichten dat zij geen minnelijke regeling hebben kunnen treffen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“Werknemers, die door eigen toedoen, wegens onbekwaamheid of op eigen verzoek, worden geplaatst in een lager ingedeelde functie, worden in de overeenkomende lagere salarisschaal ingedeeld met ingang van de maand volgend op die waarin de plaatsing in de lagere functie is geschied.”
“dat, behoudens tegenbewijs, het vermoeden moet worden aangenomen dat bedoeld is in artikel 7 lid 3 waaronder sub b, cao een eenzijdige bevoegdheid aan HAS te verschaffen omdat de term “plaatsen” in dat artikel in die richting wijst en indien de CAO wel de toestemming van de werknemer als vereiste had willen stellen, een duidelijker formulering voor de hand had gelegen.Daarmee ging de rechtbank naar het oordeel van de Hoge Raad kennelijk van een onjuiste rechtsopvatting uit. De Hoge Raad overwoog:
“Aan de bewoordingen van een CAO mogen in het bijzonder hoge eisen van duidelijkheid worden gesteld in een geval als het onderhavige, waarin het gaat om een door de werkgever ingeroepen bevoegdheid tot het nemen van de voor de werknemer zeer bezwarende maatregel van plaatsing in een functie met een lager loon dat deze voordien had, zulks bij wijze van disciplinaire sanctie. Tegen deze achtergrond laat artikel 7 lid 3 cao de door de rechtbank bereikte uitleg niet toe.”
- Een eenzijdig wijzigingsbeding ex artikel 7:613 BW;
- Artikel 7:611 BW (de “Stoof/Mammoet” leer);
- Het beginsel “wie het meerdere mag, mag ook het mindere”.
‘op redelijke voorstellen van de werkgever, verband houdende met gewijzigde omstandigheden op het werk, in het algemeen positief behoort in te gaan en dergelijke voorstellen alleen mag afwijzen wanneer aanvaarding ervan redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd’
‘bijzonder hoge eisen van duidelijkheid’stelt, gelet op
‘de voor de werknemer zeer bezwarende maatregel van plaatsing in een functie met een lager loon dan deze voordien had’.