Uitspraak
1.De procedure
- de producties van [gedaagde]
- de mondelinge behandeling van 23 september 2024
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- tussen 21.00 en 23.00 werkzaamheden verricht (cliënten verzorgen, gereed maken voor naar bed te gaan, afhandelen medicatie e.d.)
- in de nacht minimaal één keer werkzaamheden moet verrichten omdat cliënten dan wakker worden of naar het toilet moeten.
- vanaf ongeveer 7.00 uur ’s morgens tot 8.00 uur werkzaamheden verricht (in verband met het ontwaken van de cliënten, ontbijt maken, verzorgen van medicijnen e.d.)
€ 14,47 bruto dient te bedragen en dat het minimumloon per die datum € 13,27 bruto per uur bedraagt.
€ 556,55 netto aan loon van [gedaagde] ontvangen heeft. [eiseres] heeft van [gedaagde] geen loonspecificaties ontvangen, zodat onduidelijk is wat het bruto-equivalent van deze betaling is. Tegen [eiseres] ’ stelling dat uitgegaan kan worden van een bruto bedrag van
€ 610,00 heeft [gedaagde] geen verweer gevoerd. Het bruto-bedrag van € 610,00 komt de kantonrechter plausibel voor. Hieruit volgt dat aan achterstallig loon over de maanden juni tot en met augustus 2024 een bedrag van € 2.495,76 (€ 3.105,76 - € 610,00) per maand toegewezen zal worden. Dit komt overeen met het gevorderde bedrag van € 7.487,28
(3 x € 2.495,76).