ECLI:NL:RBLIM:2024:658

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 februari 2024
Publicatiedatum
9 februari 2024
Zaaknummer
C/03/326337 / KG ZA 24-9
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de nakoming van de Aansluitovereenkomst tussen huisarts en Meditta Spoedzorg B.V. met betrekking tot roosterverdeling en quotum

In deze zaak vordert eiser, een huisarts, dat Meditta Spoedzorg B.V. het aantal aan hem toegewezen uren op de huisartsenpost te Roermond verlaagt. Eiser stelt dat Meditta tekort is geschoten in de nakoming van de Aansluitovereenkomst door de quota van zijn twee praktijken samen te voegen in de roostertool, de WaarneemApp. Dit zou hebben geleid tot een ongunstig en onevenredig belastend rooster. Meditta betwist deze stelling en stelt dat de nieuwe werkwijze voortvloeit uit de Aansluitovereenkomst 2023, die sinds 1 januari 2024 van kracht is. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiser onvoldoende heeft aangetoond dat Meditta haar verplichtingen niet is nagekomen. De rechter wijst de vorderingen van eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten. De uitspraak benadrukt dat de huisarts verantwoordelijk is voor het inplannen van zijn diensten en dat de nieuwe systematiek van toepassing is, waarbij de quota per praktijk niet langer afzonderlijk worden vastgesteld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/326337 / KG ZA 24-9
Vonnis in kort geding van 9 februari 2024
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 2],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 3],
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
eisers,
advocaat mr. J.F. Groen te 's-Hertogenbosch,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEDITTA SPOEDZORG B.V.,
gevestigd te Sittard, gemeente Sittard-Geleen,
gedaagde,
advocaat mr. T.R.M. Wijen te Heerlen.
Partijen zullen hierna [eiser] en Meditta genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding en de daarbij overgelegde producties 1 tot en met 20
  • de akte eiswijziging van [eiser] van 23 januari 2024
  • de aan de zijde van Meditta overgelegde producties 1 (incl. usb-stick) tot en met 4
  • de mondelinge behandeling op 25 januari 2024
  • de pleitnota van Meditta.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is werkzaam als praktijk houdend huisarts en houdt als zodanig twee praktijken, te weten:
- [eiseres sub 3] te [vestigingsplaats 2] ;
- [eiseres sub 2] te [vestigingsplaats 1] .
In de praktijk in [vestigingsplaats 2] zijn zo’n 2200 patiënten ingeschreven; in de praktijk in [vestigingsplaats 1] zo’n 2600. Tot januari 2023 exploiteerde [eiser] de praktijken als eenmanszaken of maatschappen; sinds 1 januari 2023 exploiteert hij beide huisartsenpraktijken in twee afzonderlijke besloten vennootschappen, door tussenkomst van zijn persoonlijke B.V. met de naam [naam bv] . De praktijken zijn feitelijk, juridisch en economisch gescheiden.
2.2.
Meditta ondersteunt huisartsen op facilitair, medisch inhoudelijk en organisatorisch gebied. Zo organiseert zij de avond-, nacht-, weekend- en feestdagzorg voor patiënten van bij haar aangesloten huisartsen op haar huisartsenposten in Sittard, Roermond en Weert.
2.3.
[eiser] is al een geruim aantal jaren aangesloten bij Meditta. Daartoe zijn verschillende aansluitovereenkomsten gesloten tussen [eiser] en Meditta. Hierdoor kunnen de patiënten die in de praktijken van [eiser] zijn ingeschreven op de lokale huisartsenpost (ook spoedpost genaamd) van Meditta spoedeisende huisartsenzorg krijgen buiten kantooruren (dat wil zeggen tijdens de avond-, nacht en weekenduren: de zogeheten ‘ANW-uren’). Daartegenover staat dat [eiser] (of een door hem betrokken waarnemer) bij Meditta zorg verleent op basis van een dienstrooster. De praktijk van [eiser] te [vestigingsplaats 1] valt onder de regio Westelijke mijnstreek en de patiënten van die praktijk maken gebruik van de huisartsenpost te Sittard. De praktijk in [vestigingsplaats 2] valt onder de regio Roermond en de patiënten maken gebruik van de spoedpost in Roermond. [eiser] draait bij beide posten diensten. Tot 2024 had [eiser] ten behoeve van ieder van beide praktijken een afzonderlijke aansluitovereenkomst. Tevens werd tot dan per praktijk een afzonderlijk quotum bepaald op basis waarvan het aantal door [eiser] te leveren diensten per huisartsenpost werd vastgesteld.
2.4.
In 2023 is vanwege de noodzaak om de huisartsenzorg te hervormen door verschillende koepelverenigingen van huisartsen een Actieplan Werkdruk in de ANW opgesteld. Sinds 1 januari 2024 wordt naar aanleiding daarvan gebruik gemaakt van een hele andere systematiek.
2.5.
Zo is onder meer per 1 januari 2024 de Aansluitovereenkomst 2023 van kracht geworden. Alle huisartsen dienen deze aansluitovereenkomst te tekenen en zich te committeren aan een onderling afgesproken evenwichtige verdeling van diensten, met de bedoeling de huisartsenzorg tijdens ANW-uren beter te organiseren. [eiser] heeft op 15 september 2023 met Meditta deze Aansluitovereenkomst afgesloten.
2.6.
Een andere voorwaarde was de inzet van een roostertool. In Limburg is dat de WaarneemApp geworden. Daarbij is besloten dat huisartsenposten kunnen kiezen voor een systeem van ‘Vrij Roosteren’, een en ander zoals ook omschreven in de considerans van de Aansluitovereenkomst 2023. In de WaarneemApp wordt het dienstrooster voor het nieuwe jaar in verschillende fases tot stand gebracht. Is het rooster eenmaal gepubliceerd, dan kunnen ingeroosterde huisartsen één of meerdere toegewezen diensten ‘te koop zetten’ voor andere (waarnemend) huisartsen die de desbetreffende dienst op de spoedpost verrichten.
2.7.
In artikel 3 van de Aansluitovereenkomst 2023 staat, voor zover relevant:

1. De huisarts verbindt zich aan het in het addendum vastgestelde aantal diensturen voor Meditta te voldoen.
2. Meditta zorgt voor een systeem van ‘vrij-roosteren’ op basis waarvan de huisarts mogelijkheid wordt geboden om zelf diensten in te plannen of een voorkeur aangeven kan worden, voor zover diensten beschikbaar zijn daar het rooster voor alle aangesloten huisartsen geldt. Ook is het mogelijk om diensten uit te besteden aan andere bij Meditta aangesloten huisartsen of van anderen diensten over te nemen.
3. Meditta geeft het roostersysteem op zodanige wijze vorm dat de diensten onder aangesloten huisartsen eerlijk worden verdeeld en keuze voor de huisarts mogelijk is. Het door Meditta ingezette roostersysteem en de beschrijving hiervan wordt gepubliceerd op de Portal.
4. Indien de huisarts zich niet tijdig voor een dienst in het roostersysteem opgeeft, roostert Meditta voor de huisarts een dienst in zodat het overeengekomen aantal diensten wordt behaald. Meditta informeert de huisarts hierover op een binnen Meditta gebruikelijke wijze, bijvoorbeeld per e-mail, zodat dit voor de huisarts voldoende kenbaar is.
5. De huisarts is verantwoordelijk voor het doen van de dienst waarvoor hij/zij volgens het rooster is ingepland. Het is te allen tijde mogelijk om diensten uit te besteden aan andere bij Meditta aangesloten huisartsen. De huisarts kan dit uitsluitend via het roostersysteem regelen.”
2.8.
De WaarneemApp werkt deels op basis van een algoritme. Vóórdat (het algoritme in) de WaarneemApp begint met het verzamelen van beschikbaarheden en voorkeuren van de aangesloten huisartsen, en aan de hand daarvan een (concept)dienstrooster opstelt, berekent Meditta het quotum van alle aangesloten huisartsen. Het quotum is gebaseerd op het aantal patiënten in de praktijk gerelateerd aan en gebaseerd op de verwachte zorgvraag van de patiëntenpopulatie.
2.9.
[eiser] deelt de aan zijn praktijken toegewezen quota met twee vaste waarnemers in zijn praktijken; één vaste waarnemer in [vestigingsplaats 2] , en één in [vestigingsplaats 1] . Voor 2024 zijn voor [eiser] de volgende quota vastgesteld:
- Praktijk [eiseres sub 3] te [vestigingsplaats 2] [= regio Roermond]: 198 uur (d.w.z. 99 uur per huisarts);
- Praktijk [eiseres sub 2] te [vestigingsplaats 1] [= regio Westelijke Mijnstreek]: 273 uur (d.w.z. 136,5 uur per huisarts).
Meditta heeft dit bevestigd bij e-mail van 4 oktober 2023. Daarbij heeft de planner vermeld: “
Daarmee komt uw quotum op 235,5 uur. Ik ga dit zo aanpassen in de WaarneemApp.”

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – samengevat en na wijziging van eis – dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, primair Meditta gebiedt om het aantal aan [eiser] toegewezen uren op de huisartsenpost te Roermond te verlagen of te doen verlagen en verlaagd te houden met 53 uren, ten opzichte van het op de datum van het vonnis openstaande uren op de huisartsenpost te Roermond, subsidiair tot het quotum van 99 uren, in beide gevallen op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000 per dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 100.000, althans een door de voorzieningenrechter, in goede justitie te bepalen bedrag, meer subsidiair een voorziening uit te spreken die de voorzieningenrechter geraden acht, met veroordeling van Meditta in de proceskosten.
3.2.
Daartoe stelt [eiser] dat Meditta tekort is geschoten in de nakoming van aansluitovereenkomst(en), doordat zij een onjuist quotum in de WaarneemApp heeft ingebracht. De planner heeft de twee afzonderlijke quota samengevoegd tot één quotum en dat samengevoegde quotum ingebracht in de WaarneemApp. De praktijken van [eiser] zijn echter feitelijk, juridisch en economisch van elkaar gescheiden. De quota dienen per praktijk afzonderlijk te worden vastgesteld en ingevoerd. Door het samenvoegen is een onjuist en uiterst ongunstig en onevenredig belastend rooster voor [eiser] tot stand gekomen, dat niet past bij de gemaakte afspraken. De toegewezen uren wijken sterk af van de quota in de afgelopen jaren, en zijn (dus) anders dan hij mocht verwachten. Dit leidt tot schade en tot een (piek in de) werkdruk die onverenigbaar is met de medische en tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid van een huisarts.
3.3.
Meditta voert verweer. Zij betwist de spoedeisendheid en stelt zich op het standpunt dat de zaak zich niet leent voor een kort geding. Voorts betwist Meditta dat zij is tekort geschoten in de nakoming van de toepasselijke aansluitovereenkomst, alsmede dat de quota niet hadden mogen worden samengevoegd. Meditta stelt zich op het standpunt dat het aan [eiser] zelf is te wijten dat hij meer diensten heeft in Roermond dan in Sittard.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang volgt naar het oordeel van de voorzieningenrechter uit de aard van de vordering. [eiser] heeft belang bij een spoedige beoordeling van eventuele fouten die zijn gemaakt bij het opstellen van het reeds aangevangen rooster voor 2024; in een bodemprocedure zou een beslissing dienaangaande te lang op zich laten wachten.
4.2.
Ter beoordeling staat thans de stelling van [eiser] dat Meditta tekort is geschoten in de nakoming van de Aansluitovereenkomst 2023 – in samenhang gezien met de aansluitovereenkomsten uit 2013 en 2019 – door het samengevoegd invoeren van de quota van zijn praktijken.
4.3.
Ter onderbouwing van zijn stelling heeft [eiser] het volgende aangevoerd. Op basis van het daarover bepaalde in de Aansluitovereenkomsten 2013 en 2019 kreeg [eiser] voorheen voor ieder van de afzonderlijke praktijken een quotum voor het aantal te verrichten diensten toegedeeld, op basis van de aantallen patiënten per praktijk. Het hanteren van afzonderlijke quota is thans door Meditta verlaten. Daarvoor bestaat geen (juridische) grondslag, aldus [eiser] . Het is [eiser] onbekend dat van de werkwijze van voorgaande jaren zou worden afgeweken. In de Aansluitovereenkomst 2023 zijn geen bepalingen opgenomen waarin is vastgelegd dat in geval van meerdere praktijken vanaf 2024 de praktijkgroottes worden samengevoegd. De juridische verhouding tussen (de praktijken van) [eiser] c.s. en Meditta is thans geregeld in de Aansluitovereenkomst 2023. Hoewel die overeenkomst is getekend – hij had immers geen andere keuze – is [eiser] van mening dat de voorgaande aansluitovereenkomsten en de daaruit voortvloeiende systematiek van de samenwerking én de jarenlange praktijk, onverminderd gelden en (dus) onderdeel uitmaken van de Aansluitovereenkomst 2023, omdat in deze laatste overeenkomst belangrijke bepalingen die in de voorgaande overeenkomsten waren opgenomen ontbreken en in de Aansluitovereenkomst 2023 niet is opgenomen dat alle eerdere overeenkomsten of afspraken vervallen met het aangaan van die overeenkomst.
In de praktijk wordt ook in 2024 nog steeds dezelfde systematiek gehanteerd, met splitsing tussen de praktijken wat betreft administratie en facturen.
4.4.
Meditta stelt zich op het standpunt dat tussen partijen uitsluitend de bepalingen van de Aansluitovereenkomst 2023 van toepassing zijn. Deze overeenkomst komt voort uit de hervormingen die door de huisartsen zijn doorgevoerd. Het nieuw beleid had ook tot gevolg dat gebruik moest worden gemaakt van een nieuwe aansluitovereenkomst, in welk kader de NZa hogere tarieven heeft vastgesteld voor de ANW-zorg. Om in aanmerking te komen voor een aangepaste vergoeding is het plan verplicht ter goedkeuring voorgelegd aan de zorgverzekeraars. In Limburg hebben de zorgverzekeraars CZ en VGZ (verantwoordelijk voor de contractering van de Spoedzorg in Limburg) - in navolging van Zorgverzekeraars Nederland (de brancheorganisatie voor alle zorgverzekeraars) - het gebruik van een modelovereenkomst verplicht gesteld. Ook Meditta had geen keuze en moest zich evenals de huisartsen committeren aan de model(aansluit)overeenkomst 2023.
In de nieuwe aansluitovereenkomst 2023 wordt onder overweging 12 aangegeven dat partijen in deze overeenkomst de afspraken vastleggen over de aansluiting van [eiser] bij Meditta. Er wordt niet meer gewerkt met een Reglement in bijlage.
4.5.
Voorts heeft Meditta aangevoerd dat [eiser] uitgaat van een onjuist standpunt. Daar waar [eiser] in het verleden twee separate aansluitovereenkomsten had voor zijn twee praktijken en twee separate quota, is dit niet meer het geval sinds 1 januari 2024. Eén van de grote verschillen met de vorige aansluitovereenkomsten is dat deze overeenkomst in beginsel wordt gesloten met (de eenmanszaak van) de huisarts zelf, ongeacht het
aantal praktijken. Dat is in casu ook het geval. De overeenkomst is niet gesloten met een van de BV’s van [eiser] , maar enkel met zijn eenmanszaak. De overeenkomst kan overigens wél worden gesloten met – bijvoorbeeld – een BV, maar dan moet de overeenkomst daarop worden aangepast. Dat is kennelijk niet het geval geweest in deze. Voorafgaand aan het in werking treden van de WaarneemApp is een webinar met uitleg voor alle huisartsen gehouden, waarin duidelijk is aangegeven dat het quotum is gebaseerd op basis van inschrijving op naam. Het quotum is dus gelieerd aan de huisarts zelf en niet aan zijn praktijk. Daarbij is ook expliciet aangegeven dat de WaarneemApp het account op persoon gebruikt. Er wordt niet gekeken naar in welke praktijk iemand zit. De software kijkt naar het individu en weet niet op wat voor adres de huisarts werkt. [eiser] heeft zich gecommitteerd aan deze manier van werken door op 15 september 2023 de aansluitovereenkomst 2023 te ondertekenen. Hij wist waarvoor hij tekende, aldus Meditta.
4.6.
De voorzieningenrechter overweegt op dit punt als volgt. Uitgangspunt is dat de rechtsverhouding tussen partijen met ingang van 1 januari 2024 wordt beheerst door de bepalingen van de Aansluitovereenkomst 2023. In dit verband heeft [eiser] in het kader van dit kort geding onvoldoende aannemelijk weten te maken dat de aansluitovereenkomsten uit 2013 en 2019 en (een of meer van) de bepalingen uit die overeenkomsten daar nog onderdeel van uitmaken. Alleen al gezien de omstandigheid dat in de Aansluitovereenkomst 2023 niet wordt verwezen naar (een of meer bepalingen van) de Aansluitovereenkomsten 2013 en 2019, had het op de weg van [eiser] gelegen om qua argumenten en onderbouwing van zijn standpunt zwaarder in te zetten. De voorzieningenrechter neemt hierbij uitdrukkelijk in aanmerking dat het Actieplan Werkdruk in de ANW drie stappen beschrijft om te komen tot een geheel nieuwe werkwijze en daarmee een eenduidige cesuur vormt met de voorheen geldende systematiek en de onder die paraplu gesloten Aansluitovereenkomsten 2013 en 2019. Derhalve gaat de voorzieningenrechter, mede in het licht van het verdere hiertegen door Meditta gevoerde verweer, voorbij aan de stelling van [eiser] dat ook nog bepalingen van deze oude Aansluitovereenkomsten – naast de Aansluitovereenkomst 2023 – de rechtsverhouding tussen partijen (mede) inkleuren. Dit impliceert dat op basis van de Aansluitovereenkomst 2023 tussen [eiser] en Meditta niet langer voor ieder van de praktijken van [eiser] een afzonderlijke overeenkomst bestaat, maar slechts één (als het ware gezamenlijke) overeenkomst: de op 15 september 2023 gesloten overeenkomst. Uit die overeenkomst vloeit voort dat voor [eiser] als individu één quotum wordt vastgesteld dat vervolgens wordt ingevoerd in de nieuwe roosterapplicatie.
4.7.
[eiser] stelt zich tevens op het standpunt dat in zijn geval, doordat hij twee praktijken in twee verschillende regio’s heeft, dit systeem onredelijk uitwerkt. Door het samengevoegd inbrengen van de quota in de WaarneemApp werkt het algoritme niet; de diensten voor [eiser] zijn in het conceptrooster willekeurig verdeeld over de spoedposten Roermond en Sittard, aldus [eiser] . [eiser] heeft daardoor in Roermond veel méér uren gekregen dan hij op basis van zijn quotum voor Roermond op die spoedpost hoefde te werken, namelijk (152 - 99 =) 53 uur. En in Sittard veel minder, namelijk (65,88 - 136,50 =) -70,62 uur. Dat is problematisch voor [eiser] , omdat diensten in Roermond niet of nauwelijks te verkopen zijn. In de regio Roermond is het aanbod waarnemers die beschikbaar en bereid zijn om op de spoedpost Roermond te werken immers heel klein.
4.8.
Meditta heeft dit gemotiveerd betwist. Uit artikel 3, tweede lid, van de aansluitovereenkomst 2023 volgt onder andere dat Meditta – conform de landelijke afspraken – zorgt voor een systeem van “Vrij roosteren” op basis waarvan [eiser] de mogelijkheid wordt geboden om zelf diensten in te plannen. Meditta heeft dus enkel een faciliterende rol waarbij de huisarts de mogelijkheid wordt geboden om zelf diensten in te plannen of een voorkeur aan te geven, voor zover diensten beschikbaar zijn, aangezien het systeem geldt voor alle aangesloten huisartsen. De huisarts blijft echter te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het doen van de ingeroosterde diensten (artikel 3, vijfde lid). Conform het derde lid worden de diensten verdeeld en is keuze voor de huisarts, [eiser] , mogelijk.
4.9.
Meditta heeft verder ten verwere aangevoerd dat zij een analyse heeft laten maken – die door [eiser] bij productie 16 is overgelegd – van de handelingen van [eiser] in de WaarneemApp. Daaruit blijkt dat [eiser] zich in de eerste fase voornamelijk op populaire diensten heeft ingeschreven, waardoor hij minder diensten heeft gekregen van het algoritme. In de webinar is duidelijk gecommuniceerd dat dit tot gevolg kan hebben dat men met een lagere performance score eindigt in de tweede fase. Daar is [eiser] ook over geïnformeerd. Maar desondanks heeft hij, aldus Meditta, zijn beschikbaarheid nog steeds beperkt door middel van de min (minimaal aantal diensten) en max (maximaal aantal diensten) instelling. Omdat het algoritme uit de WaarneemApp de populaire diensten zo eerlijk mogelijk verdeelt onder de huisartsen, heeft hij in het concept rooster van 11 oktober 2023
minder diensten gekregen dan hij zou willen, een risico waarvoor de huisartsen in de webinar zijn gewaarschuwd. Fase 2 geeft de betreffende huisarts de mogelijkheid om extra diensten aan zichzelf toe te wijzen om op die manier aan zijn quotum te komen – althans dit quotum zo dicht mogelijk te benaderen – en zo zijn performancescore te verbeteren. Diensten die in fase 1 zijn ingepland kunnen ook tot 10% worden geannuleerd. Bij publicatie van het rooster had [eiser] een performance score van 67%. Hij heeft zelf zijn beschikbaarheid aangevuld om op die manier zijn performance score te verbeteren. Dit heeft hij, aldus Meditta, ook gedaan met diensten in Roermond. Er waren op dat moment ook nog diensten in Sittard aanwezig om de performance score te verbeteren.
4.10.
Volgens Meditta heeft het algoritme, gelet op de beperkte beschikbaarheid van [eiser] , relatief meer diensten toegewezen aan [eiser] in Roermond. Uit productie 4 (onderdeel analyse beschikbaarheid) volgt ook dat [eiser] zich maar zeer beperkt beschikbaar heeft gesteld, terwijl de locatie Sittard bij huisartsen zeer populair is. Als hij zich meer beschikbaar had gesteld, waren ook meer diensten aan hem toegewezen in Sittard, aldus Meditta.Uit de analyse volgt ook, aldus Meditta, dat [eiser] er zelf voor heeft gekozen om meer diensten aan zichzelf toe te wijzen in Roermond dan in Sittard. Hij heeft er zelf voor gekozen om 42,75 uur op te pakken in Roermond om dichter bij zijn quotum te komen. In fase 2 had hij ook kunnen kiezen voor meer diensten in Sittard, maar dat heeft hij nagelaten, terwijl er nog 515,78 uren aan diensten openstonden in Sittard. In fase 3 stonden er ook nog eens 280 uren open in Sittard. In die fase geldt het principe “wie het eerst komt, die het eerst maalt.” Verder blijkt dat drie van de vier diensten waarover [eiser] klaagt in januari door hem hadden kunnen worden geannuleerd in fase 2. Er stonden toen ook nog voldoende andere diensten open.
4.11.
Meditta stelt zich voorts op het standpunt dat er geen sprake is van veiligheidsrisico’s voor patiënten. Er zijn meer dan genoeg rustmomenten voor [eiser] . Het feit dat de diensten elkaar soms met korte tussenpozen opvolgen, heeft te maken met de geringe beschikbaarheid die [eiser] heeft doorgegeven. De diensten moeten daardoor in een relatief korte tijdspanne worden verricht.
4.12.
Naar aanleiding van het verweer van Meditta is door [eiser] betwist dat het probleem door hemzelf is veroorzaakt. Hij stelt dat door het team WaarneemApp in een – niet in het geding gebrachte – e-mail van 9 oktober 2023 is bevestigd dat hij zich op voldoende dagen beschikbaar heeft gesteld; het probleem is volgens [eiser] veroorzaakt door de beschikbaarheid voor “individuele diensten”. In het verleden zou dit probleem in onderling overleg zijn opgelost; het steekt hem dat Meditta zich nu zo strikt opstelt.
4.13.
De voorzieningenrechter passeert de in dit verband geponeerde stellingen van [eiser] , nu in het kader van dit kort geding niet is komen vast te staan dat Meditta haar verplichtingen uit hoofde van de Aansluitovereenkomst 2023 niet of onvoldoende is nagekomen. Van een toerekenbare tekortkoming van Meditta jegens [eiser] is derhalve geen sprake. Nog daargelaten de vraag of en (zo ja) in hoeverre het samengevoegd invoeren van de quota tot een – in zijn visie – onbillijk resultaat voor [eiser] heeft geleid – naar het oordeel van de voorzieningenrechter is dit onvoldoende voor het voetlicht gebracht– volgt deze (nieuwe) werkwijze uit de tussen partijen vigerende Aansluitovereenkomst 2023 (zie hiervoor onder rov. 4.6). Daarbij komt dat [eiser] op verschillende momenten het proces dat uiteindelijk tot het voor hem geldende ANW-rooster heeft geleid, kon beïnvloeden. [eiser] was daar ook van op de hoogte. Van verwijtbaar handelen van Meditta in deze is dan ook niet gebleken. Zo heeft Meditta, zoals hiervoor is weergegeven, aan de hand van de webinar uitleg verstrekt over de werking van het roostersysteem en de wijze waarop de huisartsen de totstandkoming van hun rooster kunnen samenstellen, waaronder de verdeling van diensten van [eiser] over de twee regio’s. Meditta heeft [eiser] er bovendien op gewezen dat bij onvoldoende beschikbaarheid of het kiezen van voornamelijk populaire diensten dit nadelig voor hem kan uitpakken, omdat dan onvoldoende diensturen kunnen worden ingeroosterd. Ook had [eiser] een aantal diensten waarover hij klaagt nog kunnen annuleren. Dat voor [eiser] geen alternatieven beschikbaar waren, is niet gebleken. De stelling van [eiser] dat het rooster voor [eiser] zal leiden tot een onaanvaardbare werkdruk die onverenigbaar is met de medische en tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid van een huisarts, is bij gebrek aan een onderbouwing van die stelling en gelet op de betwisting door Meditta niet komen vast te staan. In dit verband zij er nog op gewezen dat uit artikel 3, vijfde lid van de Aansluitovereenkomst 2023 volgt dat de huisarts verantwoordelijk is voor het doen van een dienst en dat het te allen tijde mogelijk is om diensten uit te besteden aan andere bij Meditta aangesloten huisartsen.
4.14.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat de vorderingen van [eiser] dienen te worden afgewezen.
4.15.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Meditta worden begroot op:
- griffierecht € 688,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat
715,00
Totaal € 1.403,00
4.16.
Volgens vaste rechtspraak levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten en de wettelijke rente daarover omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten en de wettelijke rente daarover, met dien verstande dat de wettelijke rente over de nakosten die zijn verbonden aan noodzakelijke betekening van de uitspraak, is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening. Daarin ziet de voorzieningenrechter aanleiding de nakosten en de wettelijke rente daarover niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling te vermelden (vergelijk HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853, rov. 2.3).

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Meditta tot op heden begroot op € 1.403,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.J.M. Provaas en in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2024. [1]

Voetnoten

1.type: EvdS