Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
Beste [naam bestuurder 2] ,
na verrekening van de € 10.000,00, betaald door [naam bv] voor [eiseres] , is de balans als volgt.”
3.Het geschil
€ 10.000,- (alsnog) aan haar te voldoen.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert Woehner Electrotechnical Systems C.V. betaling van een openstaand bedrag van €10.000,- van [eiseres], dat oorspronkelijk door een derde partij, [naam bv], is betaald. De procedure begon met een inleidende dagvaarding op 25 april 2023, gevolgd door een verstekvonnis op 24 mei 2023, waarin de vordering van Woehner werd toegewezen. [eiseres] heeft verzet aangetekend tegen dit vonnis, stellende dat zij niet de contractuele wederpartij was van Woehner en dat de betaling door [naam bv] bevrijdend was. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de betaling door [naam bv] inderdaad bevrijdend was, omdat deze betaling met instemming van beide partijen was gedaan. De kantonrechter heeft het verstekvonnis vernietigd en de vordering van Woehner afgewezen, waarbij Woehner werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan [eiseres].