ECLI:NL:RBLIM:2024:5397

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 juli 2024
Publicatiedatum
9 augustus 2024
Zaaknummer
C/03/327786 / HA ZA 24-92
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident tot tussenkomst in civiele procedure tussen Solar Concept B.V. en gedaagde partij

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Limburg op 10 juli 2024 uitspraak gedaan in een incident tot tussenkomst. Solar Concept B.V. heeft een hoofdzaak aangespannen tegen een gedaagde partij, waarbij zij betaling van een bedrag van € 27.622,61 vordert voor geleverde diensten. In het incident hebben twee andere partijen, Perpetual Holding B.V. en een andere besloten vennootschap, verzocht om tussenkomst in de hoofdzaak. Zij stellen dat zij schade hebben geleden door wanprestatie van Solar Concept en willen hun vorderingen tegen Solar Concept inbrengen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de vordering tot tussenkomst moet worden afgewezen. De rechtbank concludeert dat de verzoekende partijen onvoldoende belang hebben aangetoond voor hun tussenkomst, aangezien de geschillen tussen Solar Concept en de gedaagde partij niet direct hun belangen raken. De rechtbank heeft ook overwogen dat de vorderingen van de verzoekende partijen niet voldoende zijn onderbouwd en dat de uitkomst van de hoofdzaak geen gezag van gewijsde heeft voor hun rechtsrelatie. De rechtbank heeft de verzoekende partijen veroordeeld in de proceskosten van het incident, begroot op € 614,00, maar heeft de proceskosten tussen hen en de gedaagde partij gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/327786 / HA ZA 24-92
Vonnis in incident van 10 juli 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SOLAR CONCEPT B.V.,
gevestigd te Schaijk,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. G.E. Tip te 's-Hertogenbosch,
tegen
[gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat mr. S.J.M. Peters te Valkenburg,
en
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres in het incident sub 1],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PERPETUAL HOLDING B.V.,
gevestigd te Maastricht,
eiseressen in het incident,
advocaat mr. S.J.M. Peters te Valkenburg (L).
Partijen zullen hierna Solar Concept, [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] , [eiseres in het incident sub 1] en Perpetual genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 14
  • de incidentele conclusie tot tussenkomst van [eiseres in het incident sub 1] en Perpetual
  • de conclusie van antwoord in het incident tot tussenkomst van Solar Concept
  • de conclusie van antwoord in het incident tot tussenkomst van [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De feiten in het incident

2.1.
Solar Concept en [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] zijn op 7 juni 2022 een overeenkomst aangegaan tot het plaatsen van zonnepanelen door Solar Concept op het dak van het pand van [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] aan de [adres 1] te [woonplaats] (productie 2 dagvaarding).
2.2.
Daarnaast is Solar Concept een overeenkomst tot het plaatsen van zonnepanelen aangegaan met [eiseres in het incident sub 1] (voor het adres [adres 2] te [vestigingsplaats 2] ) en met Perpetual (voor het adres [adres 3] te [vestigingsplaats 2] ). [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] is (indirect) enig aandeelhouder en bestuurder van deze vennootschappen en ook de eigenaar van de panden aan voornoemde adressen.

3.Het geschil in de hoofdzaak en de vordering in het incident

3.1.
Solar Concept is een procedure gestart tegen [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] (de hoofdzaak). Zij stelt dat zij haar het werk aan het pand aan de [adres 1] te [woonplaats] heeft opgeleverd en [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] derhalve de tussen partijen overeengekomen koop-/aanneemsom aan haar verschuldigd is. [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] laat echter na een bedrag van € 27.622,61 te voldoen. Solar Concept vordert daarom een veroordeling van [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] tot betaling van dit bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente verhoogd met een opslag van 3%, de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten.
3.2.
[eiseres in het incident sub 1] en Perpetual stellen in het incident dat [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] in de hoofdzaak een vordering in reconventie zal instellen, onder andere omdat zijn eigendom / panden beschadigd zijn geraakt door Solar Concept. [eiseres in het incident sub 1] en Perpetual wensen tussen te komen en vorderingen in te stellen jegens Solar Concept, omdat zij schade hebben geleden als gevolg van wanprestatie door Solar Concept. De vorderingen zien op dezelfde feitelijke gebeurtenissen. Bovendien kunnen [eiseres in het incident sub 1] en Perpetual nadeel ondervinden, indien in de hoofdzaak geoordeeld wordt dat Solar Concept niet onrechtmatig heeft gehandeld en/of wanprestatie heeft gepleegd, alsmede indien geoordeeld wordt dat de algemene voorwaarden van Solar Concept onderdeel van de overeenkomst(en) uitmaken. [eiseres in het incident sub 1] en Perpetual hebben gelet daarop belang bij tussenkomst in de hoofdzaak zodat zij zelfstandig een standpunt kunnen innemen en onderbouwen, om zodoende in de gelegenheid te worden gesteld te reageren op de standpunten van Solar Concept in die zaak. [eiseres in het incident sub 1] en Perpetual vorderen daarom op grond van het voorgaande dat zij worden toegestaan om ex artikel 217 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) tussen te komen in de hoofdzaak.
3.3.
[gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] concludeert dat de vordering tot tussenkomst moet worden toegestaan. Solar Concept heeft bezwaar tegen toewijzing van de incidentele vordering.
3.4.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling in het incident

4.1.
Een partij kan op de voet van artikel 217 Rv in een aanhangig geding vorderen te mogen tussenkomen indien zij een eigen vordering wenst in te stellen tegen (een van) de procederende partijen en voldoende belang heeft zich met dat doel te in mengen in het aanhangige geding in verband met de nadelige gevolgen die zij van de uitspraak in de hoofdzaak kan ondervinden. Dat belang kan erin bestaan dat in verband met de gevolgen die de uitspraak in de hoofdzaak kan hebben, benadeling of verlies van een recht van de tussenkomende partij dreigt, dan wel diens positie anderszins kan worden benadeeld. Aan de toewijsbaarheid van een vordering tot tussenkomst kunnen niettemin de eisen van een goede procesorde in de weg staan (vgl. Hoge Raad 28 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:768).
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden afgewezen, omdat de aangevoerde gronden die vordering niet kunnen dragen.
4.3.
De enkele omstandigheid dat [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] kennelijk in de hoofdzaak een vordering in reconventie wenst in te stellen tegen Solar Concept, en dat [eiseres in het incident sub 1] en Perpetual ook een vordering op Solar Concept stellen te hebben, brengt niet met zich dat [eiseres in het incident sub 1] en Perpetual een belang hebben op grond waarvan tussenkomst in de hoofdzaak geïndiceerd is. [eiseres in het incident sub 1] en Perpetual hebben onvoldoende onderbouwd dat zij nadelige gevolgen (kunnen) ondervinden van de uitkomst van de procedure tussen Solar Concept en [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] en dat zij dus voldoende belang hebben bij toewijzing van de vordering in het incident. De rechtbank overweegt dat het om verschillende projecten gaat, telkens op een ander adres, waarbij steeds een ander de contractspartij is van Solar Concept. Dat betekent dat in iedere individuele zaak beoordeeld zal moeten worden of er sprake is van onrechtmatig handelen en/of wanprestatie zijdens Solar Concept, zoals betoogd wordt door [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] , [eiseres in het incident sub 1] en Perpetual. Het vonnis in de hoofdzaak heeft geen gezag van gewijsde in de rechtsrelatie tot [eiseres in het incident sub 1] en Perpetual. Van verlies van een recht is derhalve niet gebleken. Dit leidt ertoe dat de vordering van [eiseres in het incident sub 1] en Perpetual om hen toe te laten om tussen te komen in het aanhangige geding tussen Solar Concept en [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] wordt afgewezen.
4.4.
[eiseres in het incident sub 1] en Perpetual worden als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten in dit incident aan de zijde van Solar Concept. Deze kosten worden begroot op € 614,00 aan salaris advocaat.
4.5.
De rechtbank ziet evenwel geen aanleiding om [eiseres in het incident sub 1] en Perpetual in de kosten van [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] te veroordelen nu [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] enig bestuurder en aandeelhouder is van deze vennootschappen en hij geen bezwaar heeft gemaakt tegen de gevorderde tussenkomst. De rechtbank zal de proceskosten tussen deze partijen compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
veroordeelt [eiseres in het incident sub 1] en Perpetual in de kosten van het incident, aan de zijde van Solar Concept tot op heden begroot op € 614,00,
5.3.
compenseert de proceskosten tussen [eiseres in het incident sub 1] en Perpetuel enerzijds en [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] anderzijds in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.4.
verklaart beslissing 5.2. uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
5.5.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
21 augustus 2024voor conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde in de hoofdzaak, verweerder in het incident] .
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2024. [1]

Voetnoten

1.type: RJ