ECLI:NL:RBLIM:2024:536

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
31 januari 2024
Publicatiedatum
5 februari 2024
Zaaknummer
C/03/311016 / HA ZA 22-488
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de woning na echtscheiding met betrekking tot hypothecaire aansprakelijkheid

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 31 januari 2024, gaat het om de verdeling van een woning na een echtscheiding. De vrouw was voor het huwelijk eigenaar van de woning, maar tijdens het huwelijk zijn de man en vrouw in gemeenschap van goederen gehuwd. In het echtscheidingsconvenant is afgesproken dat de woning aan de vrouw wordt toegedeeld, mits de man wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire schuld. De man vordert nu dat de onverdeeldheid eindigt, omdat de bank hem nog niet heeft ontslagen uit de aansprakelijkheid. De rechtbank oordeelt dat de man hoofdelijk aansprakelijk is voor de hypotheekschuld op basis van artikel 1:102 BW en dat de woning nog niet is verdeeld, omdat de ontbindende voorwaarde in het convenant niet is vervuld. De rechtbank deelt de woning alsnog aan de vrouw toe, onder de voorwaarde dat de man binnen drie maanden na het vonnis wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Indien de bank niet meewerkt, wordt de verkoop van de woning gelast. De rechtbank compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/311016 / HA ZA 22-488
Vonnis van 31 januari 2024
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. F.L. Cavalje-van der Ham,
tegen
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. B.A.L.H. Robijns.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met de producties 1 tot en met 8,
  • de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met productie 1
  • de conclusie van antwoord in reconventie met de producties 9 tot en met 16,
  • de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op 30 augustus 2023 overgelegde producties 1 en 2,
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 11 september 2023,
  • de spreekaantekeningen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
  • de reactie van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van 18 september 2023 op het proces-verbaal,
  • de reactie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van 19 september 2023 op de reactie van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
  • de reactie van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van 19 september 2023 op de reactie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
  • de brief van de rechtbank van 28 september 2023 aan partijen naar aanleiding van de reacties van partijen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

In conventie en reconventie
2.1.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is op 14 september 2005 eigenaar geworden van de woning gelegen aan de [adres 1] te [woonplaats 2] . Zij heeft de aankoop van de woning gefinancierd met twee hypothecaire geldleningen van in totaal € 104.583,00 die verstrekt zijn door ABN Amro Hypotheken Groep B.V. h.o.d.n. Florius (hierna: de bank of Florius) (productie 1 bij dagvaarding).
2.2.
Partijen zijn op 14 mei 2010 in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Zij hebben op 27 september 2018 deze rechtbank verzocht de echtscheiding tussen hen uit te spreken (productie 2 bij dagvaarding).
2.3.
Bij beschikking van 22 oktober 2018 van deze rechtbank is de echtscheiding uitgesproken. De rechtbank heeft daarbij bepaald dat het echtscheidingsconvenant deel uitmaakt van de beschikking (productie 2 bij dagvaarding). In dat convenant staat, voor zover thans van belang, het volgende vermeld:
AFSPRAKEN
Wonen
Woning
We vinden het belangrijk dat we tot een goede oplossing komen over waar ieder van ons gaat wonen.
Er is sprake van een eigendomswoning, te weten de woning aan de [adres 1] ; [woonplaats 2] . Deze woning was al in bezit bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voor het huwelijk. De woning wordt voor de daaraan door ons toegekende waarde van € 72.000.- toebedeeld aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , onder de verplichting om de op deze woning rustende hypothecaire lening voor haar rekening te houden en deze te voldoen als haar eigen schuld met uitsluiting van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
Het betreft de hypothecaire geldlening bij Compleet Hypotheek, onderdeel van Florius, onder nummer [hypotheeknummer 1] ad € 65.000,- en [hypotheeknummer 2] ad € 39.583,-.
Deze toedeling vindt plaats onder de opschortende voorwaarde dat de bank [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ontslaat uit de (hoofdelijkheid van de) verplichtingen met betrekking tot de in dit artikel genoemde hypothecaire schuld.
Binnen uiterlijk drie maanden na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking of zoveel eerder als mogelijk, zullen wij aan een nader te benoemen notaris opdracht geven een notariële akte te verlijden waarbij de woning aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geleverd wordt. De kosten van deze akte en de verdere kosten verbonden aan de inschrijving zijn voor rekening van ons beiden.
Tijdens het huwelijk woonden wij in een huurwoning aan de [adres 2] ; [plaats] . Deze woning wordt thans door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bewoond en dit zal zij continueren totdat zij kan intrekken in de woning aan de [adres 1] . De huurlasten zullen tot die tijd gedeeld worden. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] woont inmiddels in een andere huurwoning ( [adres 3] te [plaats] ).”
2.4.
Florius heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] nog niet ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldleningen.

3.Het geschil

In conventie

3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij
voorraad:
I. bepaalt dat de eenvoudige gemeenschap van woonhuis zoals die tussen partijen bestaat met betrekking tot de woning, moet worden verdeeld middels toedeling van de woning aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] :
a) waarbij de datum van verdeling als uitgangspunt genomen wordt voor de peildatum van de waarde van de woning, en
b) onder de ontbindende voorwaarde dat ABN Amro Hypotheken Groep B.V. h.o.d.n. Florius bereid is [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de hypotheekschuld, en
c) [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , uit hoofde van deze verdeling, aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een bedrag moet
voldoen ter grootte van de helft van de overwaarde van de woning, waarbij
overwaarde gekwalificeerd dient te worden als de waarde van de woning
zoals genoemd onder a) minus het bedrag van de openstaande
hypothecaire geldlening(en),
II. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gelast tot het wijzigen van de tenaamstelling van de bij ABN Amro
Hypotheken Groep B.V. h.o.d.n. Florius gesloten hypotheek op haar kosten en
ervoor te zorgen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid
betreffende de op de woning aan de [adres 1] [woonplaats 2]
rustende hypothecaire geldlening(en), binnen twee maanden na het in deze te
wijzen vonnis,
III. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis
alle medewerking te verlenen aan taxatie van de woning, inhoudende:
a) het aanwijzen van [naam makelaars] te [vestigingsplaats] als taxateur van de woning, althans een door de rechtbank aan te wijzen taxateur binnen 4 weken na het in dezen te wijzen vonnis; en
b) het toelaten van de aangewezen taxateur in de woning,
IV. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt, indien II. en III. niet worden of zijn uitgevoerd en na het
verstrijken van de onder II. en III. genoemde termijnen, haar medewerking te
verlenen aan verkoop van de woning inhoudende:
a) het aanwijzen van [naam makelaars] te [vestigingsplaats] als makelaar van de woning, althans een door de rechtbank aan te wijzen makelaar binnen vier weken na het in deze te wijzen vonnis; en
b) het toelaten van de aangewezen makelaar in de woning;
c) het afgeven van de sleutel van de woning aan de aangewezen makelaar;
d) het toestaan van het plaatsen van ‘te koop’ borden en biljetten in en bij deze woning en deze te laten staan c.q. laten hangen;
e) het toelaten van bezichtigingen;
f) afwezig te zijn bij bezichtigingen;
g) toestemming te geven tot het publiceren van de woning op de Funda-website;
h) het plegen van het benodigde onderhoud van de woning;
i) de aanwijzingen van de makelaar in verband met (bespoediging van) de
verkoop op te volgen,
j) tegen een vraag- en laatprijs welke voor partijen bindend door de makelaar
zal worden vastgesteld, onder de voorwaarde dat de negatieve marge van
de laatprijs ten opzichte van de vraagprijs 10% bedraagt, tenzij partijen hier
gezamenlijk van wensen af te wijken, alles op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] daarmee in gebreke blijft,
V. bepaalt dat indien [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] weigert haar medewerking te verlenen aan de
verkoop van de woning zoals onder IV. genoemd, het vonnis in de plaats treedt
van een voor de verkoop en levering benodigde machtiging van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
VI. bepaalt dat het vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm
opgemaakte akte van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , strekkende tot ondertekening door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van
de verkoopovereenkomst, alsmede het notarieel transport van genoemde woning,
dan wel dat een door uw rechtbank aan te wijzen vertegenwoordiger de benodigde
handelingen zal verrichten, indien [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] weigert de verkoopovereenkomst te
ondertekenen en/of op het door de notaris vastgestelde tijdstip niet verschijnt ofwel
zijnde verschenen weigert aan de levering dan wel aan hetgeen de notaris voor de
levering noodzakelijk acht, haar medewerking te verlenen,
VII. indien en voor zover het voorgaande niet toegewezen kan worden, een zodanige
beslissing te nemen als de rechtbank in goede justitie redelijk acht,
VIII. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt in de kosten van deze procedure.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.
In reconventie
3.4.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert dat de rechtbank:
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] veroordeelt tot betaling van de schade aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , zijnde de kosten van de hypotheekadviseur aan de hand van de definitief opgemaakte factuur, alsmede de kosten en hogere lasten die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dient te betalen bij een nieuwe financiering ten opzichte van de huidige financiering, afhankelijk van het moment van verkrijging van de financiering en de daarbij behorende rentestand en lasten,
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] veroordeelt tot medewerking aan de akte van verdeling na het verkrijgen van de herfinanciering,
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] veroordeelt tot betaling van de achterstallige huurlasten van november 2018 tot en met mei 2022.
3.5.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling

Inleiding

4.1.
Partijen zijn in het convenant overeengekomen dat toedeling van de woning plaatsvindt aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voor een waarde van € 72.000,00, onder de verplichting om de op deze woning rustende hypothecaire geldleningen te voldoen als haar eigen schuld. Partijen zijn dit overeengekomen onder de opschortende voorwaarde dat de bank [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ontslaat uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire schuld. Verder zijn partijen overeengekomen dat uiterlijk binnen drie maanden na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking de notariële akte verleden moet worden waarbij het aandeel van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de woning wordt overgedragen aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] [1] .
4.2.
Vaststaat dat tot heden de bank [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet ontslagen heeft uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldleningen [2] . Partijen zijn nog samen eigenaar van de woning.
Is [eiser in conventie, verweerder in reconventie] hoofdelijk aansprakelijk?
4.3.
De eerste vraag die voorligt, is of [eiser in conventie, verweerder in reconventie] hoofdelijk aansprakelijk is voor de hypotheekschuld. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend en overweegt daartoe als volgt.
4.4.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is twee hypothecaire geldleningen aangegaan vóór het huwelijk van partijen om de koop van haar woning te kunnen financieren [3] . Door het huwelijk [4] zijn de woning (artikel 1:94 lid 2 (oud) BW) en de hypotheekschuld (artikel 1:94 lid 5 (oud) BW) tot de huwelijksgoederengemeenschap gaan behoren. Dit gegeven heeft de externe aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldleningen niet gewijzigd. Op grond van het algemene vermogensrecht was in de externe rechtsverhouding tot de bank vóór en tijdens het huwelijk alleen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aansprakelijk voor voldoening van de betalingsverplichting die voortvloeit uit de geldleningen. Immers, alleen zij is de contractspartij bij de twee geldleningen en verder zijn de hypotheekverplichtingen niet aan te merken als een voor de gewone gang van de huishouding aangegane verbintenis, zodat de uitzondering van artikel 1:85 BW op voormelde regel niet van toepassing is.
4.5.
Door de ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap als gevolg van de echtscheiding [5] ontstaat een uitbreiding van de aansprakelijkheid. Deze uitbreiding is geregeld in artikel 1:102 tweede zin BW. De echtgenoot die de gemeenschapsschuld niet is aangegaan, wordt na de ontbinding van de gemeenschap ook hoofdelijk aansprakelijk voor de gemeenschapsschuld die de andere echtgenoot is aangegaan. Concreet betekent dit dat na de ontbinding van de huwelijksgemeenschap [eiser in conventie, verweerder in reconventie] naast [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hoofdelijk aansprakelijk is geworden voor de voldoening van de hypothecaire geldleningen die
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is aangegaan voor de financiering van de woning.
4.6.
Als een echtgenoot binnen drie maanden na ontbinding van de huwelijksgemeenschap afstand doet van zijn aandeel daarin, wordt hij ontheven van de aansprakelijkheid voor de gemeenschapsschuld waarvoor hij vóór ontbinding niet aansprakelijk was (artikel 1:103 leden 1 en 4 BW en artikel 1:104 lid 1 BW). De akte van afstand moet binnen die termijn worden ingeschreven in het huwelijksgoederenregister (artikel 1:104 lid 1 BW). De echtgenoot die afstand doet, verliest zijn recht op de goederen van de gemeenschap. Zijn aandeel in de gemeenschap wast aan bij de andere echtgenoot (artikelen 1:103 lid 2 en 3 BW). Niet gesteld of gebleken is dat er (tijdig) een akte van afstand is opgemaakt door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Bovendien blijkt uit het convenant, anders dan
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aanvoert, dat ook aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] goederen zijn toegedeeld, zoals bijvoorbeeld geld, de aandelen in Kefas B.V. en inboedel. Gelet hierop is [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet ontheven van de aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld.
Is de woning al verdeeld?
4.7.
De volgende vraag die partijen verdeeld houdt, is of de woning al verdeeld is of niet. Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is de woning in het convenant verdeeld en kan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] daarom niet nogmaals verdeling vorderen. Volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is er niet verdeeld omdat niet voldaan is aan de voorwaarde voor ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid binnen drie maanden na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. De rechtbank begrijpt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gelet op de termijn van drie maanden die in het convenant vermeld staat, van mening is dat partijen een ontbindende voorwaarde zijn overeengekomen.
4.8.
De vraag wat partijen zijn overeengekomen, kan niet worden beantwoord enkel op grond van een (zuiver) taalkundige uitleg van de bewoordingen van de overeenkomst. Het komt aan op de zin die partijen over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij, mede gelet op de maatschappelijke kring waartoe zij behoren en de rechtskennis die van hen kan worden gevergd, redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635).
4.9.
Het convenant koppelt de toedeling van de woning aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan de voorwaarde dat er ontslag plaatsvindt van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Die voorwaarde is een opschortende voorwaarde zoals het convenant ook vermeldt (artikel 6:22 BW). Het convenant bepaalt verder dat uiterlijk binnen drie maanden na de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking aan de notaris de opdracht gegeven wordt om het aandeel van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de woning aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te leveren. Uit het onderlinge verband van deze twee bepalingen in het convenant leidt de rechtbank af dat de bedoeling van partijen was dat binnen drie maanden na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking het ontslag van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid gerealiseerd moest zijn en de notariële levering moest plaatsvinden. Die voorwaarde is naar het oordeel van de rechtbank een ontbindende voorwaarde (6:22 BW). Nu de bank [eiser in conventie, verweerder in reconventie] jaren later nog steeds niet ontslagen heeft uit de hoofdelijke aansprakelijkheid is het effect van deze ontbindende voorwaarde dat de woning niet verdeeld is.
Verdeling van de woning en waarde van de woning
4.10.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] is van mening dat na vijf jaar van hem niet meer verlangd kan worden dat de woning onverdeeld blijft. De hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld belemmert hem in zijn financiële onafhankelijkheid. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert dat de woning aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wordt toegedeeld onder de voorwaarde dat hij binnen twee maanden ontslagen wordt uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Van de in het convenant genoemde waarde van de woning van € 72.000,00 kan volgens hem niet langer worden uitgegaan, omdat aan dit bedrag destijds de voorwaarde verbonden was dat zijn aandeel in de woning binnen drie maanden na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geleverd zou worden. Nu dat niet is gebeurd, dient uitgegaan te worden van de waarde van de woning op de datum van verdeling. Hij wenst de helft van de overwaarde te ontvangen. Als ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid niet mogelijk blijkt, vordert hij verkoop van de woning aan een derde.
4.11.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wil toedeling van de woning aan haar tegen de waarde die in het convenant is opgenomen. Zij acht het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de helft van de overwaarde krijgt.
4.12.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] kan op grond van het bepaalde in art. 3:178 lid 1 BW in beginsel verdeling van de woning vorderen. Uitgangspunt is dat niemand tot een onverdeeldheid is gehouden.
4.13.
Het convenant bevat geen bepalingen (over de waardering van de woning) voor het scenario dat het ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid niet tijdig gerealiseerd wordt. Ook dan geldt de toetsnorm zoals vermeld in rov. 4.8. (HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635, HR 9 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2821). De leemte in het convenant moet opgevuld worden met een van de bronnen genoemd in artikel 6:248 lid 1 BW, met name met de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid (HR 14 juni 2013, ECLI:NL:HR: 2013:BZ3749).
4.14.
Partijen zijn het er over eens dat de woning aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] toegedeeld kan worden. De rechtbank zal dit bepalen onder de voorwaarde dat de bank [eiser in conventie, verweerder in reconventie] binnen drie maanden na de datum van het vonnis heeft ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. De rechtbank acht de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] genoemde termijn van twee maanden te kort en sluit aan bij de termijn die partijen in het convenant zijn overeengekomen.
4.15.
Wat betreft de waarde van de woning bij toedeling aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] oordeelt de rechtbank als volgt. De rechtbank leidt uit productie 3 bij de dagvaarding af dat de bank in ieder geval tot in januari 2022 het standpunt innam dat er geen ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid hoefde plaats te vinden omdat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de enige hypotheekhouder is. Pas de maand erna heeft de bank [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bij brief (productie 5 bij dagvaarding) laten weten dat hij hoofdelijk aansprakelijk is voor de hypothecaire geldleningen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] kan daarom in ieder geval tot begin 2022 niet verweten worden dat er geen ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid heeft plaatsgevonden. Bij die stand van zaken is de rechtbank van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de gelegenheid gesteld moet worden om alsnog, conform de bedoelingen van partijen in convenant, de woning over te nemen - met ontslag van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid - tegen de waarde die in het convenant is bepaald. De vordering onder III (taxatie woning) zal daarom worden afgewezen.
4.16.
Voor het geval de bank weigert mee te werken aan het ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid, zal de rechtbank de verdeling van de gemeenschappelijke woning conform artikel 3:185 BW vast stellen en wel aldus dat de verkoop van deze woning wordt gelast. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft haar betoog dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in dat geval recht heeft op de helft van een overwaarde niet onderbouwd met feiten en omstandigheden. De rechtbank verwerpt daarom dit standpunt. Na de verkoop en de overdracht van de woning aan een derde zal de verkoopopbrengst, na aflossing van de hypothecaire schulden, conform het wettelijk uitgangspunt gelijkelijk tussen partijen worden verdeeld, dan wel zal ieder van partijen draagplichtig zijn voor de helft van de restschuld. De rechtbank overweegt daarbij dat niet bekend is of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] na de ontbinding van de gemeenschap, naast de rente die zij betaald heeft aan de bank, afgelost heeft op de schuld. Uit productie 1 van de nagekomen stukken van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] leidt de rechtbank af dat er tot en met 31 december 2017 niet op de hypotheekschuld is afgelost. Als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] na ontbinding van de goederengemeenschap alsnog is gaan aflossen, dient het totaal afgeloste bedrag verdisconteerd te worden in de afrekening voordat er bij helfte verdeeld kan worden.
4.17.
De verkoop van de woning zal, zoals gevorderd, dienen te geschieden door een gezamenlijke opdracht van partijen aan een makelaar in onroerend goed. De rechtbank zal [eiser in conventie, verweerder in reconventie] opdragen aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een voorstel te doen voor drie makelaars. Als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] binnen een maand geen keuze heeft gemaakt, dan staat het [eiser in conventie, verweerder in reconventie] vrij om zelf een van deze drie makelaars in te schakelen voor de verkoop van de woning. De rechtbank ziet geen noodzaak te bepalen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de sleutel dient af te staan, nu in het kader van het meewerken aan de verkoop van de woning de makelaar desgewenst en zodra nodig bij een van partijen de sleutel van de woning kan vragen.
4.18.
Partijen zullen in overleg met de makelaar de vraagprijs, die dient te zijn gebaseerd op de onroerend goed markt ter plaatse en de kwaliteit van de woning, bepalen. Indien partijen niet binnen twee weken na de opdrachtverlening er in slagen om gezamenlijk de vraagprijs te bepalen dan zal de makelaar de woning te koop aanbieden tegen een door de makelaar vastgestelde marktconforme vraagprijs.
4.19.
Partijen zullen in overleg met de makelaar de verkoopovereenkomst aangaan met degene die de hoogste prijs biedt indien en voor zo ver die prijs volgens beide partijen, gezien de onroerend goed markt ter plaatse en de kwaliteit van de woning, de best mogelijke prijs is. In het geval partijen het niet eens kunnen worden over de vraag of een aanbod de best mogelijke prijs is, dan zal de makelaar dit naar beste weten bepalen.
4.20.
Beide partijen zijn gehouden aan de hiervoor genoemde toedeling aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dan wel verkoop aan een derde en de daaropvolgende overdracht mee te werken. Indien
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet meewerkt aan de verkoop zoals hiervoor bedoeld dan treedt dit vonnis in de plaats van de koop- en leveringsakte voor zover het de instemming van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betreft. De vordering onder VI is gelet hierop overbodig en zal worden afgewezen. De rechtbank zal de dwangsomveroordeling matigen en maximeren als vermeld in de beslissing.
4.21.
Iedere partij is gehouden de helft van de kosten van de makelaar, de notaris en de overige kosten ter zake van de verkoop en levering te dragen.
Proceskosten
4.22.
Omdat partijen voormalige echtgenoten zijn, compenseert de rechtbank de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
In reconventie
Vordering 1 – kosten hypotheek adviseur en hogere lasten bij nieuwe financiering
4.23.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat zij door het onrechtmatig handelen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] schade lijdt. Florius heeft door zijn toedoen hem alsnog aangemerkt als hoofdelijk aansprakelijk voor de hypotheekschuld en haar als leugenaar beticht omdat zij geen melding gemaakt zou hebben van het huwelijk. Florius is alleen bereid tot herfinanciering waardoor zij € 3.000,00 zal moeten betalen aan een hypotheekadviseur en zij geconfronteerd wordt met hogere rentelasten dan dat zij nu heeft. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist dat hij onrechtmatig gehandeld heeft jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
4.24.
De rechtbank is van oordeel dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet onrechtmatig gehandeld heeft jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] door contact te zoeken met Florius en navraag te doen over zijn rechtsrelatie tot Florius. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft geen invloed op de beslissing van Florius of en onder welke aan
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gestelde voorwaarden Florius bereid is hem te ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. De vordering tot betaling van schadevergoeding zal daarom worden afgewezen.
Vordering 2 – medewerking verdeling
4.25.
Bij toewijzing van vordering 2 bestaat geen belang nu de rechtbank in de beslissing zal bepalen dat beide partijen gehouden zijn mee te werken aan de verkoop en de levering.
Vordering 3 – achterstallige huurlasten
4.26.
Partijen zijn in het convenant overeengekomen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de helft van de huurlasten zou dragen tot aan het moment dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] haar eigen woning weer zou kunnen betrekken. In afwijking van haar eerdere stelling dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] vanaf november 2018 tot en met mei 2022 de helft van de huur aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dient te vergoeden, heeft
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ter mondelinge behandeling erkend dat partijen later de afwijkende afspraak hebben gemaakt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] twee keer € 200,00 voor de huur aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] over zou maken. Nu [eiser in conventie, verweerder in reconventie] onbetwist heeft gesteld op 2 oktober 2018 en op 26 oktober 2018 een bedrag van € 200,00 aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te hebben betaald, zal deze vordering worden afgewezen.
Proceskosten
4.27.
Omdat partijen voormalige echtgenoten zijn, compenseert de rechtbank de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
Verdeling
5.1.
deelt de woning aan de [adres 1] te [woonplaats 2] toe aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onder de voorwaarde dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] binnen drie maanden na datum van dit vonnis uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldleningen wordt ontslagen, tegen de in het convenant genoemde waarde van € 72.000,00,
5.2.
gelast de verkoop van de woning aan een derde, als de bank weigert binnen de in 5.1. genoemde termijn mee te werken aan het ontslag van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldleningen,
In geval van ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid en toedeling aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]
5.3.
bepaalt dat beide partijen gehouden zijn hun medewerking te verlenen aan de levering van het aandeel van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de woning aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
5.4.
bepaalt dat iedere partij gehouden is de helft van de kosten van de notaris en de overige kosten ter zake van de levering te dragen,
In geval van verkoop
5.5.
bepaalt dat partijen gezamenlijk een makelaar opdracht moeten geven tot verkoop van de woning,
5.6.
bepaalt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] na het verstrijken van de in 5.1. genoemde termijn aan
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een voorstel zal doen van drie makelaars, waaruit [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] uiterlijk binnen een maand na dat voorstel een makelaar dient te kiezen. Indien zij dit nalaat, staat het [eiser in conventie, verweerder in reconventie] vrij zelf een keuze te maken uit een van deze drie makelaars. Deze keuze dient hij schriftelijk kenbaar te maken aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
5.7.
bepaalt dat partijen samen in overleg met de makelaar de vraagprijs zullen vaststellen. Indien partijen niet binnen twee weken na de opdrachtverlening er in slagen om gezamenlijk de vraagprijs te bepalen dan zal de makelaar de woning te koop aanbieden tegen een door de makelaar vastgestelde marktconforme vraagprijs,
5.8.
bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , binnen twee weken na de opdracht aan de makelaar, haar medewerking dient te verlenen aan verkoop van de woning door:
- het toelaten van de gekozen makelaar in de woning ten behoeve van de verkoop;
- het toestaan van het plaatsen van ‘te koop’ borden en biljetten in en bij deze woning en deze te laten staan dan wel laten hangen;
- het toelaten van bezichtigingen;
- afwezig te zijn bij bezichtigingen;
- toestemming te geven tot het publiceren van de woning op de Funda-website;
- onderhoud van de woning voor zover nodig om deze verkoop klaar te maken;
- de aanwijzingen van de makelaar in verband met (bespoediging van) de
verkoop op te volgen,
5.9.
bepaalt dat als partijen geen overeenstemming bereiken over de verkoopprijs, de makelaar dit naar beste weten zal bepalen,
5.10.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om, na betekening van het vonnis, aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een dwangsom te betalen van € 100,00 voor iedere dag of deel daarvan dat zij niet of niet volledig aan de in rov 5.8. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van
€ 10.000,00 is bereikt,
5.11.
bepaalt dat partijen verplicht zijn hun medewerking te verlenen aan het notariële transport van de woning aan de koper,
5.12.
bepaalt dat als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] binnen veertien dagen na betekening van het vonnis weigert haar medewerking te verlenen aan het ondertekenen van de koopovereenkomst en de leveringsakte het vonnis in de plaats treedt van de akten voor zover het de instemming van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betreft,
5.13.
bepaalt dat iedere partij gehouden is de helft van de kosten van de makelaar, de notaris en de overige kosten ter zake van de verkoop en levering te dragen,
5.14.
bepaalt dat de hypothecaire geldleningen bij gelegenheid van de eigendomsoverdracht zullen worden afgelost uit de verkoopopbrengst van de woning,
5.15.
bepaalt dat de netto-verkoopopbrengst gelijkelijk tussen partijen dient te worden verdeeld, dan wel dat ieder van partijen de helft van de restschuld zal dragen, met inachtneming van wat de rechtbank in rov. 4.16. heeft overwogen over eventuele aflossingen op de hypotheekschuld door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] na de ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap,
5.16.
wijst af het meer of anders gevorderde,
5.17.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.18.
wijst de vorderingen af,
in conventie en in reconventie
5.19.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken op
31 januari 2024. [6]

Voetnoten

1.Zie rov. 2.3.
2.Zie rov. 2.4.
3.Zie rov. 2.1.
4.Zie rov. 2.2.
5.Zie rov. 2.3.
6.type: AP