Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, tevens eis in voorwaardelijke reconventie,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
2.De feiten
- De eindafrekening betreft € 18.500, door [gedaagden] aan [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] (privé) te voldoen
- [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] neemt de verantwoordelijkheid voor en uitvoering van het herstel van het buitenwerk op zich, i.e. het reinigen en schilderen van alle stucwerk buiten. Hiertoe is het volgende afgesproken:
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 695,00 wordt als volgt overwogen. Een dergelijke vergoeding is alleen toewijsbaar als is voldaan aan art. 6:96 lid 6 BW. Daarin staat dat de schuldeiser de schuldenaar eerst schriftelijk dient aan te manen tot betaling binnen een termijn van veertien dagen onder vermelding van de gevolgen van het uitblijven van de betaling, waaronder de vergoeding die de schuldenaar dan volgens de nadere regels verschuldigd zal zijn. [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] heeft niet gesteld dat hij een dergelijke brief aan [gedaagden] gestuurd heeft. Hieruit volgt dat de gevorderde vergoeding van incassokosten van € 695,00 niet toewijsbaar is.
€ 2.115,00. Hij voert daartoe aan dat hij [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] meermaals heeft verzocht de groene aanslag van de gevels te verwijderen. Omdat [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] niet aan dat verzoek voldaan heeft, vordert [gedaagden] als vervangende schadevergoeding de kosten voor “het herstel van de gevels”. Hij verwijst daartoe naar een offerte van de firma AZ-Group.
5.De beslissing
21 februari 2024, tot de dag van volledige betaling,