Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[verdachte] ,
Feiten
Procedure
Ontvankelijkheid
geen titelom de veroordeelde in deze zaak in hechtenis te nemen.
Beslissing
niet-ontvankelijkin het bezwaar.
Rechtbank Limburg
Op 30 juli 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een zaak betreffende de niet-ontvankelijkheid van een bezwaarschrift. De veroordeelde had eerder een taakstraf van 200 uren opgelegd gekregen, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 100 dagen indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht. Het Openbaar Ministerie had op 10 mei 2024 kennis gegeven van de toepassing van vervangende hechtenis, maar de kennisgeving was niet vergezeld van een ondertekende en gedateerde beslissing van een bevoegde officier van justitie.
De politierechter heeft vastgesteld dat er geen verifieerbare beslissing was genomen, wat leidde tot de conclusie dat de kennisgeving inhoudsloos was. De rechtbank oordeelde dat er geen titel bestond om de veroordeelde in hechtenis te nemen, aangezien de noodzakelijke ondertekening en dagtekening ontbraken. Dit was in strijd met de vereisten van het Wetboek van Strafvordering en eerdere jurisprudentie, waarin werd benadrukt dat een ondertekende beslissing essentieel is voor de rechtsgeldigheid van de opgelegde sancties.
De rechtbank verklaarde de veroordeelde niet-ontvankelijk in het bezwaar, waarmee de eerdere beslissing van het Openbaar Ministerie niet kon worden gehandhaafd. De uitspraak benadrukt het belang van correcte procedurele stappen en de noodzaak van een duidelijke en verifieerbare besluitvorming door het Openbaar Ministerie.