ECLI:NL:RBLIM:2024:4896

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 juni 2024
Publicatiedatum
25 juli 2024
Zaaknummer
C/03/319467 / HA ZA 23-279
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Burengeschil over geluidsoverlast en privacy-inbreuk met vorderingen tot schadevergoeding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 12 juni 2024, gaat het om een burengeschil tussen twee partijen die elkaar beschuldigen van onrechtmatig gedrag. De eisende partijen, die eigenaar zijn van een woning, hebben de gedaagde partijen, huurders van een nabijgelegen woning, aangeklaagd wegens geluidsoverlast en inbreuk op hun privacy door middel van cameratoezicht. De eisers vorderden een schadevergoeding van € 3.000,00 op grond van immateriële schade, maar de rechtbank oordeelde dat er geen voldoende bewijs was voor geestelijk letsel of aantasting in de persoon. De rechtbank concludeerde dat de gestelde gedragingen van de gedaagden niet zodanig ernstig waren dat ze een aantasting in de persoon konden rechtvaardigen. De vorderingen van de eisers werden afgewezen, evenals de vorderingen van de gedaagden in reconventie, die ook onrechtmatig handelen door de eisers stelden. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden onvoldoende bewijs hadden geleverd voor hun claims van geestelijk letsel en dat de relevante nadelige gevolgen van de gedragingen van de eisers niet aannemelijk waren. Beide partijen werden veroordeeld in de proceskosten, waarbij de eisers € 2.521,00 en de gedaagden € 699,00 moesten betalen.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/319467 / HA ZA 23-279
Vonnis van 12 juni 2024
in de zaak van

1.[eiser, verweerder in reconventie] ,

te [woonplaats 1] ,
2.
[eiseres, verweerster in reconventie],
te [woonplaats 1] ,
eisende partijen, tevens verweerders in reconventie,
hierna samen te noemen: [eisers, verweerders in reconventie] ,
advocaat: mr. P.W. Switalska,
tegen

1.[gedaagde, eiser in reconventie] ,

te [woonplaats 2] ,
2.
[gedaagde, eiseres in reconventie],
te [woonplaats 2] ,
gedaagde partijen, tevens eisers in reconventie,
hierna samen te noemen: [gedaagden, eisers in reconventie] ,
advocaat: mr. J.L.H. Holthuijsen.

1.De verdere procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in incident van de kantonrechter van 28 juni 2023,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie met 14 producties,
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties 21 t/m 24,
- de akte houdende in het geding brengen van producties, tevens akte houdende wijziging van eis in reconventie zijdens [gedaagden, eisers in reconventie] , met producties 15 t/m 22,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 25 maart 2024 met de door partijen overgelegde ‘spreekaantekeningen en eiswijziging’ van [eisers, verweerders in reconventie] respectievelijk pleitnota van [gedaagden, eisers in reconventie] ,
- de bij e-mail van 8 april 2024 ingezonden brief ‘reactie op proces-verbaal’ zijdens [gedaagden, eisers in reconventie] ,
- de akte houdende bezwaar tegen wijziging van eis in conventie zijdens [gedaagden, eisers in reconventie]
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
In conventie en in reconventie
2.1.
[eisers, verweerders in reconventie] en [gedaagden, eisers in reconventie] waren buren van elkaar. [eisers, verweerders in reconventie] zijn eigenaar van de woning aan de [adres 1] , [gedaagden, eisers in reconventie] waren huurders van de woning aan de [adres 2] te ( [postcode] ) [plaats 1] .
2.2.
Tussen partijen is een conflict ontstaan over uiteenlopende zaken. Zo hebben [eisers, verweerders in reconventie] geklaagd over het feit dat [gedaagden, eisers in reconventie] een camera aan de achtergevel van hun woning hebben hangen die gericht is op hun perceel; dat geldt ook voor een tweede camera van [gedaagden, eisers in reconventie] op de vensterbank van de woning aan de voorkant (straatzijde). Daarnaast hebben [eisers, verweerders in reconventie] geklaagd over structureel geluidsoverlast van de zijde van [gedaagden, eisers in reconventie] , bestaande in onder andere het afspelen van harde muziek. Ook hebben [eisers, verweerders in reconventie] erover geklaagd dat [gedaagden, eisers in reconventie] met schroeven en bouten vloerkleden aan de schutting van [eisers, verweerders in reconventie] hebben bevestigd, waarmee [gedaagden, eisers in reconventie] de schutting van [eisers, verweerders in reconventie] hebben beschadigd. Daarbij hebben [gedaagden, eisers in reconventie] aan de bovenkant van de schutting schermen bevestigd, waardoor de schutting heel hoog is. Tot slot hebben partijen ook geruzied over het feit dat [gedaagden, eisers in reconventie] pallets op de door [eisers, verweerders in reconventie] geplaatste stenen bloembakken aan de voorzijde van hun woning hebben geplaatst; [eisers, verweerders in reconventie] wilden die bloembakken verplaatsen, hetgeen niet mogelijk was door de aanwezigheid van de pallets van [gedaagden, eisers in reconventie]
2.3.
Anderzijds hebben [gedaagden, eisers in reconventie] [eisers, verweerders in reconventie] voor de voeten geworpen dat zij hen, [gedaagden, eisers in reconventie] , begluurden en bespiedden, dat zij [gedaagden, eisers in reconventie] en het door hen gehuurde perceel fotografeerden en filmden en dat zij [gedaagden, eisers in reconventie] beledigden in woord of geschrift en door gebaren, zoals het opsteken van de middelvinger of andere obscene gebaren.
2.4.
Tegen 31 januari 2024 hebben [gedaagden, eisers in reconventie] de huur van de door hen gehuurde woning opgezegd. Partijen zijn derhalve sedertdien geen buren meer van elkaar.

3.Het geschil

In conventie
3.1.
Op grond van het vorenstaande hebben [eisers, verweerders in reconventie] , nadat zij bij gelegenheid van de mondelinge behandeling hun eis hadden gewijzigd, gevorderd dat de kantonrechter (de rechtbank begrijpt: de rechtbank) bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
zal verklaren voor recht dat [gedaagden, eisers in reconventie] jegens [eisers, verweerders in reconventie] toerekenbaar onrechtmatig hebben gehandeld door het ten processe genoegzaam omschreven voortdurend fotograferen/filmen van [eisers, verweerders in reconventie] en/of hun perceel aan de [adres 1] en/of hun gezinsleden en bezoek alsmede het veroorzaken van geluidsoverlast en/of het afbreuk doen aan het straatbeeld en/of het beschadigen van eigendommen van [eisers, verweerders in reconventie] in de tijd dat [gedaagden, eisers in reconventie] naast [eisers, verweerders in reconventie] hebben gewoond, en
[gedaagden, eisers in reconventie] zal veroordelen tot betaling van een schadevergoeding aan [eisers, verweerders in reconventie] ter hoogte van € 3.000,00 dan wel een nader door de rechtbank te bepalen bedrag, binnen 14 dagen na vonnis, en
[gedaagden, eisers in reconventie] zal veroordelen om binnen 14 dagen na vonnis aan [eisers, verweerders in reconventie] de buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 462,50 te voldoen, en
[gedaagden, eisers in reconventie] zal veroordelen in de proceskosten, daaronder begrepen de nakosten.
3.2.
[gedaagden, eisers in reconventie] hebben bij voormelde akte bezwaar gemaakt tegen de eiswijziging en ook overigens de vordering betwist.
In reconventie
3.3.
[gedaagden, eisers in reconventie] hebben, nadat zij hun eis bij akte hadden gewijzigd, gevorderd dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
zal verklaren voor recht dat [eisers, verweerders in reconventie] jegens [gedaagden, eisers in reconventie] toerekenbaar onrechtmatig hebben gehandeld door het ten processe genoegzaam omschreven begluren/bespieden en/of (laten) fotograferen/filmen van [gedaagden, eisers in reconventie] , hun gezinsleden en/of het perceel aan de [adres 2] in de tijd dat [gedaagden, eisers in reconventie] er woonden,
[eisers, verweerders in reconventie] zal veroordelen om aan [gedaagden, eisers in reconventie] alle schade te vergoeden die [gedaagden, eisers in reconventie] als gevolg van deze onrechtmatige gedragingen hebben geleden of nog mochten lijden, nader op te maken bij staat en te vereffenen als volgens de wet,
[eisers, verweerders in reconventie] zal veroordelen om binnen zeven dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis aan [gedaagden, eisers in reconventie] schriftelijk excuses aan te bieden voor de hiervoor bedoelde onrechtmatige gedragingen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 voor elke dag of dagdeel dat [eisers, verweerders in reconventie] na ommekomst van de gestelde termijn in gebreke mochten blijven aan de in deze uit te spreken veroordeling te voldoen,
[eisers, verweerders in reconventie] zal verbieden om [gedaagden, eisers in reconventie] te beledigen in woord of geschrift en door gebaren, waaronder het opsteken van de middelvinger en andere obscene gebaren, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 voor elke overtreding,
[eisers, verweerders in reconventie] hoofdelijk zal veroordelen om aan [gedaagden, eisers in reconventie] ter zake buitengerechtelijke kosten een bedrag te voldoen van € 925,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de datum van het instellen van deze eis tot aan de dag der algehele voldoening.
[eisers, verweerders in reconventie] hoofdelijk zal veroordelen in de proceskosten, daaronder begrepen de nakosten.
3.4.
[eisers, verweerders in reconventie] hebben verweer gevoerd.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie
Bezwaar tegen de eiswijziging
4.1.
Aan het door [gedaagden, eisers in reconventie] gemaakte bezwaar tegen de eiswijziging van [eisers, verweerders in reconventie] gaat de rechtbank voorbij. Hoewel aan [gedaagden, eisers in reconventie] moet worden toegegeven dat de eiswijziging eerder had kunnen worden ingediend, zoals [gedaagden, eisers in reconventie] zelf wél hebben gedaan, kan [eisers, verweerders in reconventie] deze bevoegdheid niet worden ontzegd. Immers, ingevolge het bepaalde in artikel 130 Rv is de eiser bevoegd zijn eis en de gronden daarvan te veranderen of te vermeerderen, zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen. Dit is slechts anders bij strijd met de eisen van een goede procesorde. Voor zover al sprake was van onredelijke bemoeilijking van de verdediging, is dit weggenomen door het feit dat [gedaagden, eisers in reconventie] bij akte hebben kunnen reageren op de eiswijziging. Onredelijke vertraging van het geding is evenmin aan de orde, nu de eiswijziging geen enkele invloed heeft gehad op de voortgang van de procedure.
De (gewijzigde) vordering van [eisers, verweerders in reconventie]
4.2.
Grondslag van de (gewijzigde) vordering van [eisers, verweerders in reconventie] is onrechtmatige daad. Door het onrechtmatig handelen van [gedaagden, eisers in reconventie] hebben [eisers, verweerders in reconventie] , zo stellen zij, een immateriële schade geleden ten bedrage van € 3.000,00 doordat zij, zo begrijpt de rechtbank, op andere wijze in hun persoon zijn aangetast als bedoeld in artikel 6:106 aanhef en onder b BW.
4.3.
[eisers, verweerders in reconventie] voeren hiertoe aan dat sprake zou zijn geweest van ingrijpende woningoverlast die een ernstige inbreuk oplevert op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. [eisers, verweerders in reconventie] , hun perceel, gezin en bezoek zijn maandenlang voortdurend in de gaten gehouden door middel van camera’s en gefilmd door gsm’s, en tevens is sprake geweest van ernstige geluidsoverlast. Daar komt nog bij dat [gedaagden, eisers in reconventie] afbreuk hebben gedaan aan ‘het straataanzicht’, onder meer door het plaatsen van doeken. Ook hebben [gedaagden, eisers in reconventie] de nieuwe erfafscheiding die [eisers, verweerders in reconventie] op hun perceel hadden geplaatst beschadigd. Een woning is, aldus [eisers, verweerders in reconventie] , een belangrijk onderdeel van de persoonlijke levenssfeer. De aard en de ernst van het door [gedaagden, eisers in reconventie] veroorzaakt onrechtmatig gedrag heeft een dusdanige impact heeft gehad op hun privé- en gezinsleven van [eisers, verweerders in reconventie] dat dit volgens [eisers, verweerders in reconventie] een immateriële schadevergoeding wegens aantasting in de persoon als bedoeld in artikel 6:106 aanhef en onder b BW rechtvaardigt. [eisers, verweerders in reconventie] verwijzen in dit verband naar ECLI:NL:GHARL:2023:29.
4.4.
De rechtbank overweegt dat, ook wanneer geen sprake is van geestelijk letsel, zoals in het onderhavige geval, de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde kunnen meebrengen dat van aantasting in zijn persoon op andere wijze sprake is. Daarvan is in dit geval echter geen sprake. Weliswaar hebben [eisers, verweerders in reconventie] de aan [gedaagden, eisers in reconventie] verweten gedragingen genoegzaam onderbouwd en moet aan hen worden toegegeven dat deze een negatieve impact hebben gehad op hun welbevinden en woonplezier, maar liggen de relevante nadelige gevolgen daarvan voor [eisers, verweerders in reconventie] niet zo voor de hand, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. De rechtbank neemt hierbij ook in aanmerking dat [eisers, verweerders in reconventie] zich op hun beurt evenmin onbetuigd hebben gelaten door zich jegens [gedaagden, eisers in reconventie] hinderlijk en niet de-escalerend te gedragen (zie hierna in reconventie). Het in dit verband door [eisers, verweerders in reconventie] genoemde arrest (vindplaats ECLI:NL:GHARL:2023:29) werpt hier geen ander licht op, nu de daarin door het hof beoordeelde gedragingen van de betreffende buren over en weer aanmerkelijk ernstiger waren dan de onderhavige.
4.5.
Uit het voorgaande volgt dan ook dat [eisers, verweerders in reconventie] geen aanspraak kunnen maken op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding. De vordering zal dan ook worden afgewezen en [eisers, verweerders in reconventie] zullen daarom als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, die aan de zijde van [gedaagden, eisers in reconventie] zijn gerezen en tot op heden worden begroot op:
  • € 1.301,00 aan griffierecht,
  • € 1.042,00
- € 178,00 € 178,00 aan nakosten (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing),
totaal € 2.521,00.
In reconventie
4.6.
Grondslag van de (gewijzigde) vordering van [gedaagden, eisers in reconventie] – onder 1 vorderen zij een verklaring voor recht dat [eisers, verweerders in reconventie] jegens hen toerekenbaar onrechtmatig hebben gehandeld (zie hiervoor onder rov. 3.3) – is (eveneens) onrechtmatige daad. Door het onrechtmatig handelen van [eisers, verweerders in reconventie] is, aldus [gedaagden, eisers in reconventie] , aannemelijk dat de mogelijkheid bestaat dat [gedaagde, eiseres in reconventie] is aangetast in haar persoon en geestelijk letsel heeft opgelopen. Gelet hierop vorderen [gedaagden, eisers in reconventie] dat [eisers, verweerders in reconventie] worden veroordeeld tot vergoeding van alle dientengevolge geleden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen als volgens de wet.
4.7.
Voor [gedaagden, eisers in reconventie] , zo stellen zij verder ter onderbouwing, werd de situatie onhoudbaar en onleefbaar, en trok deze een zware wissel op de mentale gezondheid van met name [gedaagde, eiseres in reconventie] en dochter [dochter] . De situatie werd zo erg, dat de mondelinge behandeling in deze zaak niet kon worden afgewacht en [gedaagden, eisers in reconventie] uit “puur lijfsbehoud en in het belang van het kind” (randnr. 2 van voormelde akte van [gedaagden, eisers in reconventie] ) hebben besloten te verhuizen.
4.8.
Nu [gedaagden, eisers in reconventie] hebben aangevoerd dat enkel [gedaagde, eiseres in reconventie] – eiseres in reconventie sub 2 – op andere wijze in haar persoon is aangetast zoals bedoeld in artikel 6:106 aanhef en onder b BW, zal de vordering van [gedaagde, eiser in reconventie] – eiser in reconventie sub 1 – reeds aanstonds worden afgewezen.
4.9.
Met [gedaagden, eisers in reconventie] is de rechtbank van oordeel dat voor toewijzing van een vordering tot vergoeding van schade, nader op te maken bij staat, voldoende is dat de mogelijkheid dat schade is of zal worden geleden door [gedaagde, eiseres in reconventie] aannemelijk is. Maar wél moeten feiten en omstandigheden worden gesteld waaruit aannemelijk wordt dat mogelijk schade is geleden. Van die stelplicht hebben [gedaagden, eisers in reconventie] zich echter onvoldoende gekweten. Immers, met het door hen gestelde dat [eisers, verweerders in reconventie] hen hebben begluurd en bespied en dat [eisers, verweerders in reconventie] hen dan wel hun gezinsleden dan wel hun perceel hebben gefotografeerd en gefilmd, is de rechtbank er niet van overtuigd geraakt dat de mogelijkheid dat [gedaagde, eiseres in reconventie] in haar persoon is aangetast aannemelijk is. Dat sprake zou zijn van geestelijk letsel, is slechts bloot gesteld en betwist door [eisers, verweerders in reconventie] ; een objectief aanknopingspunt hiervoor, ook voor het mogelijke verband tussen de gedragingen van [eisers, verweerders in reconventie] en het gestelde geestelijk letsel van [gedaagde, eiseres in reconventie] , zoals een verklaring van een arts of van een werkgever (burn-out), ontbreekt, terwijl dit op eenvoudige wijze gerealiseerd had kunnen worden. Ook anderszins – dus bij het ontbreken van geestelijk letsel – zijn er onvoldoende aanknopingspunten voor de mogelijkheid van schade. Immers, gezien de aard en de ernst van de door [gedaagden, eisers in reconventie] gestelde gedragingen van [eisers, verweerders in reconventie] – begluren/bespieden, fotografen/filmen – liggen de relevante nadelige gevolgen daarvan voor [gedaagden, eisers in reconventie] niet zo voor de hand, dat de mogelijkheid van een aantasting in de persoon aannemelijk is, de impact op het geestelijk welzijn van [gedaagden, eisers in reconventie] ten spijt. Ook hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat [gedaagden, eisers in reconventie] zich op hun beurt evenzeer hinderlijk en niet de-escalerend jegens [eisers, verweerders in reconventie] hebben gedragen.
4.10.
Uit het voorgaande volgt dat de gevorderde verklaring voor recht zal worden afgewezen alsmede de daarop gegronde schadestaat. In het licht hiervan is de gevorderde veroordeling van [eisers, verweerders in reconventie] tot het maken van schriftelijke excuses, wat hiervan ook zij, hetzelfde lot beschoren.
4.11.
Het gevorderde verbod van [gedaagden, eisers in reconventie] om [eisers, verweerders in reconventie] te verbieden om hen te beledigen in woord of geschrift en door gebaren zal eveneens worden afgewezen. Nu [gedaagden, eisers in reconventie] zijn verhuisd, hebben zij geen belang meer bij deze vordering. Dat [gedaagden, eisers in reconventie] hebben gesteld dat zij nog regelmatig in [plaats 2] komen en het zeer wel mogelijk is dat partijen elkaar in de toekomst nog tegen het lijf lopen, zodat er volgens [gedaagden, eisers in reconventie] nog voldoende belang is bij het gevorderde verbod, onderschrijft de rechtbank niet, mede gezien het toekomstige en hoogst speculatieve karakter van deze aanname. Ook dit deel van de vordering zal dus worden afgewezen.
4.12.
Gezien het voorgaande zullen alle vorderingen van [gedaagden, eisers in reconventie] worden afgewezen. Als de in het ongelijk gestelde partij zullen zij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, aan de zijde van [eisers, verweerders in reconventie] gerezen en tot aan dit vonnis begroot op:
  • € 521,00 voor salaris advocaat,
  • € 178,00 aan nakosten (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing),
totaal € 699,00.

5.De beslissing

De rechtbank:
In conventie
5.1.
wijst alle vorderingen af;
5.2.
veroordeelt [eisers, verweerders in reconventie] in de kosten van deze procedure, zijnde € 2.521,00, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eisers, verweerders in reconventie] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 92,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
In reconventie
5.4.
wijst alle vorderingen af;
5.5.
veroordeelt [gedaagden, eisers in reconventie] in de kosten van deze procedure, zijnde € 699,00, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagden, eisers in reconventie] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 92,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
5.6.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.J.M. Provaas en in het openbaar uitgesproken op
12 juni 2024.

Voetnoten

1.2 punten x € 521,00 (het vanaf 1 februari 2024 geldende tarief)