Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord
- de conclusie van repliek
- de schriftelijke weergave van de mondelinge dupliek.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft VGZ Zorgverzekeraar N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor het betalen van een bedrag van € 13.611,68, bestaande uit hoofdsom, wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De vordering is gebaseerd op een zorgverzekeringsovereenkomst die [gedaagde] met VGZ heeft afgesloten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] als consument wordt beschouwd en dat VGZ recht heeft op betaling van de verschuldigde premie. De kantonrechter heeft de vordering van VGZ gedeeltelijk toegewezen, waarbij een bedrag van € 13.444,95 aan hoofdsom is toegewezen, evenals de buitengerechtelijke kosten van € 1.099,59. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] in gebreke is gebleven met de betaling en dat VGZ gerechtigd is om het restant van de vordering opnieuw in rechte te betrekken. De proceskosten zijn vastgesteld op € 2.306,48, die [gedaagde] ook moet betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.