ECLI:NL:RBLIM:2024:448

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
31 januari 2024
Zaaknummer
C/03/317826 / HA ZA 23-217
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van goederen en financiële afwikkeling na beëindiging van een samenlevingsovereenkomst

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg, is er een geschil ontstaan tussen twee partijen die een affectieve relatie hebben gehad en een samenlevingsovereenkomst hebben gesloten. De eiseres in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.E.A. Hendrix, heeft vorderingen ingesteld tegen de gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. B. Keybeck, met betrekking tot de verdeling van inboedel, auto en woning na de beëindiging van hun samenleving. De samenlevingsovereenkomst is op 5 september 2022 opgezegd, waarna de partijen niet in staat zijn geweest om overeenstemming te bereiken over de financiële afwikkeling van hun verbroken relatie. De rechtbank heeft de vorderingen van de eiseres beoordeeld, waaronder de afgifte van bepaalde inboedelgoederen en financiële compensaties voor gezamenlijke uitgaven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inboedel nog niet was verdeeld en heeft de eiseres in conventie de toedeling van bepaalde goederen toegewezen. Daarnaast heeft de rechtbank de vorderingen van de gedaagde in reconventie beoordeeld, die onder andere een vergoedingsvordering heeft ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde in reconventie recht heeft op een vergoeding voor bepaalde kosten, maar dat de vorderingen met betrekking tot de hypotheekaflossingen en andere kosten onvoldoende onderbouwd waren. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de rol voor verdere bewijslevering door de gedaagde in reconventie met betrekking tot de hypotheekbetalingen. De uitspraak is gedaan op 24 januari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/317826 / HA ZA 23-217
Vonnis van 24 januari 2024
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
advocaat: mr. J.E.A. Hendrix te Geleen,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
advocaat: mr. B. Keybeck te Urmond.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 7;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met producties 1 tot en met 11;
- de dagbepaling van de mondelinge behandeling;
- de conclusie van antwoord in reconventie en vermeerdering van eis in conventie met producties 8 tot en met 14;
- het B8-formulier van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met producties 12 tot en met 25;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 5 december 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad.
2.2.
Op 17 december 2018 zijn partijen ieder voor de helft eigenaar geworden van de woning aan de [adres] te [woonplaats 2] . Vanaf deze datum hebben partijen aldaar samengewoond en een gemeenschappelijke huishouding gevoerd.
2.3.
Partijen hebben op 17 december 2018 ten overstaan van een notaris een samenlevingsovereenkomst gesloten. Hierin hebben zij – voor zover van belang – het volgende afgesproken:
KOSTEN GEMEENSCHAPPELIJKE HUISHOUDING.
Artikel 3.(…)
2. Partijen verplichten zich naar evenredigheid van hun inkomen bij te dragen in de kosten van de gemeenschappelijke huishouding. (…)
Artikel 4.
1. Tot de kosten van de gemeenschappelijke huishouding worden onder meer gerekend:
- de uitgaven ter voorziening in het dagelijkse levensonderhoud;
- de kosten van gebruikelijke verzekeringen (…);
- de kosten ter zake van de aanschaffing van huishoudelijke apparaten en ter meubilering en stoffering van de gemeenschappelijk bewoonde woning, voorzover de betreffende goederen door partijen gezamenlijk in eigendom zijn verkregen;
- eventuele huurtermijnen betreffende de door partijen tezamen bewoonde woning;
- de kosten van eventuele gezamenlijke vakanties;
- de kosten inzake de eventuele auto(‘s) en/of andere vervoermiddelen, voor zover het betreffend vervoermiddel aan partijen gezamenlijk in eigendom toebehoort;
- de kosten in verband met de opvoeding en verzorging van eventuele in het gezin van partijen opgenomen kinderen,
een en ander voor zover deze uitgaven in redelijkheid geacht kunnen worden te passen binnen het leefpatroon van partijen, en met inachtneming van hetgeen hierna is bepaald. (…)
3. Indien ter financiering van de door partijen gezamenlijk te bewonen woning (…) een geldlening is/wordt aangegaan, zal de rente met betrekking tot deze geldlening worden gerekend tot de kosten van de gemeenschappelijke huishouding. (…)
4. Indien de met een geldlening gefinancierde zaken zoals hiervoor bedoeld, partijen gezamenlijk in eigendom toebehoren, verplichten partijen zich dat naar evenredigheid van ieders aandeel in de eigendom van deze zaken zal worden bijgedragen in (de kosten van) de aflossing van deze geldlening. (…)
EIGENDOM.
Artikel 5.(…)
4. Tegoeden, zoals bankrekeningen en effectenrekeningen, die op welke wijze ook ten name van beide partijen staan, worden geacht aan ieder van hen voor de onverdeelde helft toe te behoren. Partijen worden in dat geval geacht deelgenoten te zijn in een gemeenschap, die bestaat uit de vordering die uit de betreffende rekening voortvloeit.
VERDELING GOEDEREN BIJ EINDE OVEREENKOMST.
Artikel 9.
1. Indien de overeenkomst eindigt ten gevolge van opzegging (…) zijn partijen verplicht er aan mee te werken:
a. dat ieder in het bezit gesteld wordt van diens privé-goederen;
b. dat aan iedere partij worden toebedeeld en geleverd de goederen die de
betreffende partij heeft aangebracht.
2. Het overig gemeenschappelijk vermogen zal zo spoedig mogelijk door partijen bij helfte worden verdeeld. (…)
4. (…) Voor zover partijen over een verdeling niet tot overeenstemming kunnen komen, vindt de verdeling plaats op de wijze als bepaald in artikel 3:185 van het Burgerlijk Wetboek. (…)
GEEN LIJST MET PRIVÉ-GOEDEREN
Met betrekking tot hun (privé)goederen komen partijen overeen:
a.
dat zij geen beschrijvingslijst, waaruit ieders privé-eigendommen blijken, wensen aan te hechten aan deze akte;
b.
dat behalve hun kleren, lijfstoebehoren en lijfsieraden (…), alle door hen op de datum van ondertekening van deze akte bezeten goederen – voor zover het betreft rechten aan toonder en zaken die geen registergoederen zijn – aan hen gemeenschappelijk, ieder voor de helft toebehoren;
c.
dat zij de onverdeelde helft in de sub b bedoelde goederen hebben geruild en aan elkaar geleverd, welke geruilde goederen ongeveer evenveel waard zijn en waarvan zij geen prijs stellen op enige specificatie. (…)
2.4.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft de samenlevingsovereenkomst op 5 september 2022 opgezegd. De samenlevingsovereenkomst is één maand later geëindigd, dus op 5 oktober 2022. Sinds 15 november 2022 woont alleen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de woning van partijen.
2.5.
Partijen zijn er niet in geslaagd in onderling overleg overeenstemming te bereiken over de financiële afwikkeling van de verbroken samenleving.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert, na vermeerdering van eis en zoals verduidelijkt tijdens de mondelinge behandeling [1] , dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair
I. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt tot afgifte van de drie buffetkasten, de ‘losse’ ijskast, de ‘losse’ diepvries en de wasdroger binnen veertien dagen na het in deze te wijzen vonnis;
II. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verplicht een bedrag van € 1.000,00 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te voldoen ter zake de overboeking vanaf de gezamenlijke spaarrekening voor de keuken;
subsidiair
III. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt tot betaling van een bedrag ad € 2.500,00 ter zake de roerende zaken, dan wel een in juiste justitie vast te stellen bedrag, binnen veertien dagen na het in deze te wijzen vonnis middels overboeking op de bankrekening van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , vermeerderd met wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag van betaling;
IV. verklaart voor recht dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het resterende bedrag van de factuur van MAZA Keukens aan MAZA Keukens dient te voldoen onder vrijwaring van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] hiervoor;
zowel primair als subsidiair
V. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt tot betaling van een bedrag ad € 5.790,00 ter zake het meubilair, dan wel een in juiste justitie vast te stellen bedrag, binnen veertien dagen na het in deze te wijzen vonnis middels overboeking op de bankrekening van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , vermeerderd met wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag van betaling;
VI. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt tot betaling van een bedrag ad € 4.925,00 ter zake de auto, dan wel een in juiste justitie vast te stellen bedrag, binnen veertien dagen na het in deze te wijzen vonnis middels overboeking op de bankrekening van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , vermeerderd met wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag van betaling;
VII. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt tot betaling van een bedrag ad € 1.928,96 ter zake verdeling van het banksaldo, dan wel een in juiste justitie vast te stellen bedrag, binnen veertien dagen na het in deze te wijzen vonnis middels overboeking op de bankrekening van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , vermeerderd met wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag van betaling;
VIII. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gelast opdracht te verstrekken aan [naam makelaar] om de echtelijke woning in de verkoop te plaatsen en daartoe het nodige te doen, waarbij, indien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet binnen veertien dagen na de datum van het in deze te wijzen vonnis [naam makelaar] daartoe opdracht heeft gegeven, het in deze te wijzen vonnis in de plaats laat treden van de verstrekking van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van de opdracht aan [naam makelaar] ;
IX. gelast dat partijen in overleg met de makelaar de vraagprijs, die dient te zijn gebaseerd op de onroerendgoedmarkt ter plaatse en de kwaliteit van de woning, zullen vaststellen, waarbij, indien partijen niet binnen veertien dagen na de opdrachtverlening erin slagen om gezamenlijk de vraagprijs te bepalen, de woning te koop zal worden aangeboden tegen een marktconforme vraagprijs;
X. gelast dat partijen in overleg met de makelaar de verkoopovereenkomst zullen aangaan met degene die de hoogste prijs biedt, indien en voor zover die prijs volgens beide partijen, gezien de onroerendgoedmarkt ter plaatse en de kwaliteit van de woning, de best mogelijke prijs is en in het geval partijen het niet eens kunnen worden over de vraag of een aanbod de best mogelijke prijs is, de makelaar dit naar beste weten en kunnen zal bepalen, welk advies door partijen dient te worden overgenomen;
XI. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gelast aan de verkoop en de daaropvolgende overdracht mee te werken op straffe van verbeurte van een dwangsom ter hoogte van € 750,00 per dag of dagdeel dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in gebreke is en blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 50.000,00;
XII. voor het overige bepaalt dat de status quo de verdeling zal zijn in die zin dat goederen en banktegoeden die een partij thans onder zich heeft aan die partij worden toebedeeld zonder nadere verrekening.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen in conventie wordt hierna, voor zover van belang, bij de beoordeling nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert, zoals verduidelijkt tijdens de mondelinge behandeling [2] , dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. de gemeenschappelijke woning van partijen toedeelt en levert aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] of anders aan een derde, een en ander conform het gestelde onder het kopje “de woning” in de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie;
II. verklaart voor recht dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een aanspraak heeft op een vergoedingsvordering ad € 49.590,68 en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt dit bedrag aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te voldoen, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente sedert 5 oktober 2022 (datum einde samenlevingscontract) dan wel sedert een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
III. primair verklaart voor recht dat de inboedelgoederen, thans aanwezig in de gemeenschappelijke woning en met uitzondering van het nieuw aangeschafte meubilair (productie 6 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ), privé eigendom van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn en subsidiair de bepaling omtrent de privégoederen in het samenlevingscontract van partijen vernietigt wegens dwaling en meer subsidiair deze bepaling op basis van de redelijkheid en billijkheid buiten toepassing laat;
IV. het door partijen nieuw aangeschafte meubilair (productie 6 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ) aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] toebedeelt onder verplichting aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot betaling aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van een bedrag van € 5.790,00, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente sedert 5 oktober 2022 (datum einde samenlevingscontract) dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
V. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt tot afgifte aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van de tenaamstellingscode en de reservesleutel met betrekking tot de auto van het merk Toyota, Type Aygo, kenteken [kenteken] .
3.5.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen in reconventie wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

zowel in conventie als in reconventie
4.1.
Vanwege de verwevenheid van de vorderingen in conventie en in reconventie zal de rechtbank deze gezamenlijk bespreken.
Rechtsvraag
4.2.
Partijen zijn verdeeld over de vraag hoe hun samenlevingsovereenkomst ten aanzien van de hierna afzonderlijk te bespreken onderwerpen moet worden afgewikkeld.
Toetsingskader
4.3.
Bij de beoordeling van de vorderingen van partijen over en weer staat het volgende voorop. De vermogensrechtelijke verhouding tussen partners die op basis van een affectieve relatie samenwonen zoals in deze zaak aan de orde is (zonder huwelijk of geregistreerd partnerschap), wordt niet bepaald door de regels die zijn opgenomen in de titels 6-8 van Boek 1 BW voor echtgenoten en geregistreerd partners. Die regels lenen zich niet voor overeenkomstige toepassing op de verhouding tussen samenwoners. [3] De wet bevat voor samenwoners geen specifieke regeling. Daarom moet op basis van het algemene vermogensrecht worden vastgesteld welke rechten en verplichtingen er mogelijk tussen partijen bestaan. Samenwoners kunnen wel afspraken daarover maken in een (notariële) samenlevingsovereenkomst.
4.4.
Partijen hebben dat in dit geval ook gedaan. De vorderingen over en weer zullen aan de hand van de bepalingen van de samenlevingsovereenkomst worden beoordeeld voor zover deze zien op de periode van de samenleving. Voor het overige worden de vorderingen van partijen beoordeeld naar het algemene vermogensrecht. Daarbij geldt dat de rechtbank, voor zover partijen zelf niet tot overeenstemming kunnen komen, onder andere zelf de verdeling van een gemeenschap kan vaststellen op grond van artikel 3:185 lid 1 BW, waarbij naar billijkheid rekening wordt gehouden met de belangen van partijen en het algemeen belang. Volgens vaste rechtspraak is de rechtbank bij de vaststelling van de verdeling niet gebonden aan hetgeen partijen over en weer hebben gevorderd. Gelet op deze vrijheid hoeft de rechtbank bij haar oordeel ook niet expliciet in te gaan op hetgeen partijen hebben aangevoerd.
De buffetkasten, ijskast, diepvries en wasdroger
4.5.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert primair afgifte van drie buffetkasten, de ijskast, de diepvries en de wasdroger en subsidiair toedeling van deze zaken aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder de verplichting om aan haar een vergoeding van € 2.500,00 te betalen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verduidelijkt dat zij met de primaire vordering naast afgifte ook beoogt dat deze zaken aan haar worden toegedeeld. Deze gemeenschappelijke zaken bevinden zich bij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en partijen hebben die nog niet verdeeld, aldus [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
4.6.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt zich op het standpunt dat de inboedel al is verdeeld. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] namelijk buiten zijn aanwezigheid en zonder zijn toestemming onder meer voornoemde zaken meegenomen uit de woning van partijen. Om die reden kan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] die zaken ook niet aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] afgeven. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] medegedeeld dat hij er geen bezwaar tegen heeft dat de betreffende zaken – voor zover deze nog niet zijn verdeeld – aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden toegedeeld. Tot slot betwist [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de gestelde waarde omdat de zaken oud zijn en niet meer zoveel waard zijn.
4.7.
De rechtbank zal eerst ingaan op de vraag of de zaken waarvan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] toedeling en afgifte vordert al zijn verdeeld. Daartoe moet worden beoordeeld of partijen overeenstemming over de verdeling van die zaken hebben bereikt zoals bedoeld in artikel 3:182 BW. Daarvoor is een feitelijke verdeling niet zonder meer voldoende. Partijen moeten het over de financiële consequenties van de verdeling (het ontstaan van vorderingen uit over- en onderbedeling) eens zijn geworden. Uit de stellingen van partijen over en weer volgt niet dat zij het eens zijn geworden over de feitelijke verdeling van de inboedel en de financiële consequenties daarvan. De buffetkasten, de ijskast, de diepvries en de wasdroger zijn dus nog niet verdeeld. Nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij de mondelinge behandeling heeft aangegeven daartegen geen bezwaar te hebben, zal de rechtbank deze zaken aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] toedelen, zonder nadere verrekening.
4.8.
De rechtbank zal nu ingaan op de vordering tot afgifte. Dit deel van haar vordering baseert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op de stelling dat de zaken zich nog bij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bevinden. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist dat. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn de drie buffetkasten wel te zien op foto’s die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de woning heeft gemaakt, maar heeft zij die naderhand alsnog meegenomen. Op [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] rust, als degene die zich op de rechtsgevolgen daarvan beroept, de stelplicht en bewijslast van haar stelling dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de zaken (nog) in zijn bezit heeft. Gelet op de betwisting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] staat niet vast dat hij de spullen heeft. De rechtbank zal daarom de vordering tot afgifte afwijzen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft bij de mondelinge behandeling nog bewijs aangeboden van haar stelling dat zij niet de woning heeft leeggehaald zonder toestemming. De rechtbank passeert dit bewijsaanbod. Voor een veroordeling tot afgifte moet vaststaan dat de betreffende zaken zich op dit moment bij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bevinden. Dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de woning destijds niet heeft leeggehaald, is daarvoor onvoldoende. Hetgeen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te bewijzen aanbiedt, is naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet beslissend voor deze vordering. De rechtbank zal om die reden geen bewijs opdragen.
Het nieuwe meubilair
4.9.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert, zo volgt uit de toelichting die zij tijdens de mondelinge behandeling heeft gegeven, dat het nieuwe meubilair dat partijen samen voor
€ 11.580,00 hebben gekocht aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt toegedeeld onder de verplichting om aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de helft van de waarde, dus een bedrag van € 5.790,00, te voldoen. Volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zijn de meubels aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geleverd na het einde van de samenlevingsovereenkomst en zijn deze daarom zijn eigendom geworden. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert subsidiair aan dat zij, als de meubels aan haar worden toegedeeld, maximaal 15% van de waarde aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] hoeft te betalen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft namelijk niet de bestelling geannuleerd toen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat vroeg. Bij annulering van de bestelling zou slechts 30% van de aankoopsom verschuldigd zijn geweest.
4.10.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert op zijn beurt toedeling van het nieuwe meubilair aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onder de verplichting om aan hem de helft van de waarde te voldoen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de bestelling niet geannuleerd omdat partijen dan een boete verschuldigd zouden zijn aan de meubelzaak ter hoogte van 50% van de aankoopsom.
4.11.
Partijen zijn het erover eens dat het meubilair in de woning bij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] staat. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet weersproken dat de meubels aan hem zijn geleverd na het einde van de samenlevingsovereenkomst. Naar het oordeel van de rechtbank is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] daarom eigenaar van deze meubels en behoren deze niet tot het te verdelen vermogen. Dit betekent dat de vorderingen van partijen over en weer strekkende tot verdeling van het meubilair niet kunnen worden toegewezen.
4.12.
De rechtbank gaat op grond van de in deze procedure naar voren gebrachte en gebleken feiten en omstandigheden ambtshalve over tot aanvulling van de rechtsgronden (artikel 25 Rv). De rechtbank zal daarom beoordelen of en in hoeverre deze feiten en omstandigheden een toewijzing van de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde betaling op grond van ongerechtvaardigde verrijking rechtvaardigen (artikel 6:212 BW). [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft onweersproken gesteld dat het meubilair is betaald van geld dat op de gemeenschappelijke rekening stond. De meubels zijn gekocht voor € 11.580,00 en zijn eigendom geworden van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Dit betekent dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ten koste van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is verrijkt tot een bedrag van € 5.790,00. Voor deze verrijking bestaat geen redelijke grond. Het geld op de bankrekening van partijen wordt geacht aan ieder van hen voor de onverdeelde helft toe te behoren (artikel 5 lid 4 van de samenlevingsovereenkomst). Gelet hierop moet [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de schade van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vergoeden tot het bedrag van zijn verrijking, zijnde
€ 5.790,00. De wettelijke rente hierover is toewijsbaar vanaf de vijftiende dag na het eindvonnis, want het verzuim is niet eerder ingetreden.
De auto
4.13.
Volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is zij met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] overeengekomen dat de auto aan hem wordt toegedeeld tegen betaling van de helft van de waarde. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert betaling door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van € 4.925,00. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt zich subsidiair op het standpunt dat de verdeling alsnog op voormelde wijze moet worden vastgesteld.
4.14.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert aan dat hij de auto heeft gekocht voorafgaand aan het sluiten van de samenlevingsovereenkomst. Ter onderbouwing heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een offerte overgelegd van 12 juni 2017. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft hij de auto aangebracht en moet deze aan hem worden toegedeeld en geleverd op grond van artikel 9 lid 1 sub b van de samenlevingsovereenkomst. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert daarom afgifte van de tenaamstellingscode en reservesleutel. Voor zover nodig roept [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de vernietiging in van het artikel over privégoederen in de samenlevingsovereenkomst op grond van dwaling. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat partijen hebben gedwaald over de waarde van de aangebrachte privégoederen, in die zin dat er een wanverhouding bestaat tussen de inbreng van partijen. Ter onderbouwing van zijn stelling voert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan dat hij ten tijde van het sluiten van de samenlevingsovereenkomst over een auto en een uitgebreide huisraad beschikte terwijl [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] slechts een leaseauto had en een veel minder uitgebreide huisraad. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voorgehouden dat haar inbreng evenveel waard zou zijn als zijn inbreng, maar dat klopt volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet. Als het beroep op dwaling niet slaagt, beroept [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid vanwege de scheefgroei tussen hetgeen partijen hebben ingelegd tijdens de samenleving, het gegeven dat hij na het einde van de relatie meermaals tevergeefs op een viergesprek heeft aangedrongen en omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zich zonder overleg of toestemming allerlei gemeenschappelijke inboedelgoederen heeft toegeëigend.
4.15.
De rechtbank zal eerst oordelen over de toedeling van de auto. Bij de mondelinge behandeling is gebleken dat partijen het erover eens zijn dat uit artikel 9 lid 1 sub b van de samenlevingsovereenkomst in samenhang met het artikel over privégoederen volgt dat aangebrachte zaken moeten worden toegedeeld aan degene die de betreffende zaken heeft aangebracht en dat de ander vervolgens aanspraak kan maken op de helft van de waarde daarvan. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft onweersproken gesteld dat hij de auto heeft aangebracht. Gelet hierop kan de auto op grond van de samenlevingsovereenkomst aan hem worden toegedeeld onder veroordeling dat hij de helft van de waarde aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] moet betalen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gestelde waarde van de auto niet betwist, zodat de rechtbank die als vaststaand aanneemt. De stelling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat partijen met betrekking tot de verdeling van de auto wilsovereenstemming hebben bereikt, behoeft geen beoordeling. De vordering die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan die stelling koppelt, te weten toedeling van de auto aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tegen betaling van de helft van de waarde, kan immers worden toegewezen zonder te beoordelen of daarover overeenstemming bestond.
4.16.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] beroept zich “indien nodig” op vernietiging van het artikel over privégoederen op grond van dwaling. De rechtbank stelt voorop dat voor een geslaagd beroep op dwaling is vereist dat is gecontracteerd onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken en dat bij een juiste voorstelling niet of op andere wijze zou zijn gecontracteerd. Bovendien is vereist dat zich (tenminste) één van de drie in artikel 6:228 lid 1 BW genoemde gevallen voordoet, te weten - kort gezegd - a) de wederpartij heeft een onjuiste inlichting verstrekt, b) de wederpartij heeft een mededelingsplicht geschonden, of c) er is sprake van wederzijdse dwaling. Op de partij die de vernietiging inroept, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , rust de stelplicht en bewijslast ten aanzien van de onjuiste voorstelling van zaken (de dwaling als zodanig), het causaal verband tussen (de inhoud van) de overeenkomst en die onjuiste voorstelling en het zich voordoen van (tenminste) één van de drie dwalingsgevallen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onvoldoende gesteld. Het is onduidelijk op welk dwalingsgeval [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] beoogt een beroep te doen. Enerzijds voert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] hem heeft voorgehouden dat haar inbreng evenveel waard zou zijn als zijn inbreng, hetgeen kan duiden op een onjuiste mededeling (onderdeel a). Anderzijds heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het over “partijen” die hebben gedwaald, hetgeen zou passen bij een beroep op wederzijdse dwaling (onderdeel c). In beide gevallen heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan de hand van een lijst met zaken die zij heeft aangebracht gemotiveerd betwist dat sprake was van een onjuiste voorstelling van zaken met betrekking tot de inbreng van partijen. De rechtbank kan dan ook niet vaststellen dat daarvan sprake was. Daar komt bij dat een geslaagd beroep op dwaling leidt tot vernietiging van de volledige overeenkomst. Partiële vernietiging, zoals [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bepleit, is niet mogelijk omdat er niet zoiets bestaat als partiële dwaling. Het beroep op vernietiging van het artikel over privégoederen op grond van dwaling slaagt niet.
4.17.
Tot slot beroept [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid. In aanmerking nemend dat de rechter terughoudendheid past bij het honoreren van een beroep op artikel 6:248 lid 2 BW heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onvoldoende gesteld om de conclusie te kunnen rechtvaardigen dat het beroep van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op het artikel over privégoederen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft de omstandigheden die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan zijn beroep op de redelijkheid en billijkheid ten grondslag heeft gelegd gemotiveerd betwist en hiervan is de rechtbank ook niet gebleken. Bovendien zouden de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gestelde omstandigheden niet rechtvaardigen dat hij in afwijking van de gemaakte afspraken recht heeft op de volledige waarde van de auto. Het beroep van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid slaagt niet.
4.18.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de rechtbank de auto aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal toedelen onder veroordeling dat hij een bedrag van € 4.925,00, zijnde de helft van de waarde van € 9.850,00, aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] moet voldoen. De rechtbank zal de wettelijke rente toewijzen vanaf de vijftiende dag na het eindvonnis, omdat het verzuim niet eerder kan zijn ingetreden. Tot slot zal de rechtbank [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordelen tot afgifte aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van de tenaamstellingscode en de reservesleutel van de auto.
De gemeenschappelijke rekening
4.19.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert aan dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verschillende bedragen van de gezamenlijke rekening heeft afgeboekt. Het gaat om een bedrag van € 2.000,00 onder vermelding van “reservering vervangen toilet en diverse klussen aan woning” op 17 augustus 2022, € 375,00 voor beweerdelijke schade aan zijn leaseauto op 2 september 2022,
€ 750,00 voor een vakantie met zijn zoon op 3 augustus 2022 en het restantsaldo van de rekening ad € 732,92 medio november 2022. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert dat de verdeling van het banksaldo wordt vastgesteld in de zin dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan haar de helft van de door hem onttrokken bedragen moet voldoen, zijnde een bedrag van
€ 1.928,96. Na eisvermeerdering heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarnaast primair gevorderd dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] € 1.000,00 aan haar moet betalen vanwege een afboeking van de gemeenschappelijke rekening van € 2.000,00 voor MAZA Keukens en heeft zij subsidiair een verklaring voor recht gevorderd dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het resterende bedrag van de factuur van MAZA Keukens moet voldoen onder vrijwaring van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
4.20.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert aan dat het bedrag van € 2.000,00 dat hij heeft opgenomen, is bestemd voor MAZA Keukens omdat partijen dit nog verschuldigd zijn (maar aanvankelijk hebben ingehouden vanwege klachten over het geleverde). Het bedrag van € 375,00 ziet op het eigen risico dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan de verzekering moest betalen voor herstel van de schade aan zijn leaseauto die als gezinsauto gebruikt werd en die door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] werd beschadigd. Het bedrag van € 750,00 ziet op een vakantie met de zoon van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , maar deze vakantie was oorspronkelijk een gezinsvakantie die niet doorging omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de relatie vlak voor vertrek heeft beëindigd. Als [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vindt dat zij nog aanspraak heeft op enig bedrag van de gezamenlijke bankrekening, moet zij daar volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bewijs van overleggen.
4.21.
De rechtbank stelt voorop dat de afschrijvingen van de gemeenschappelijke rekening van € 2.000,00, € 375,00 en € 750,00 hebben plaatsgevonden tijdens de samenleving. Uit artikel 5 lid 4 van de samenlevingsovereenkomst volgt dat het geld op de bankrekening van partijen geacht wordt aan ieder van hen toe te behoren voor de onverdeelde helft. Partijen kunnen daarvan de kosten van de gemeenschappelijke huishouding voldoen. Klussen aan de gemeenschappelijk bewoonde woning, een vakantie met de zoon van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (al dan niet als gezamenlijke vakantie bedoeld) en kosten van de gezinsauto van partijen vallen volgens artikel 4 lid 1 derde, vijfde, zesde en zevende gedachtestreepje allemaal onder huishoudelijke kosten. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft daarom in beginsel geen recht op een vergoeding als dergelijke uitgaven vanuit de gezamenlijke rekening zijn voldaan. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft echter de post met betrekking tot het eigen risico als gevolg van de schade aan de leaseauto betwist omdat een kostenopgave en betaalbewijs ontbreekt. De rechtbank kan daarom niet vaststellen of deze afschrijving inderdaad aan huishoudelijke kosten is besteed. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] moet de helft daarvan, een bedrag van € 187,50, aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vergoeden. Daarnaast heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onbetwist gesteld dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het restsaldo heeft opgenomen in november 2022, dus na het einde van de samenlevingsovereenkomst. Op grond van artikel 9 lid 2 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] recht op de helft van het saldo. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] moet dan ook een bedrag van € 366,48 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betalen. In totaal moet [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een bedrag van € 553,98 betalen aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . De gevorderde wettelijke rente over dit bedrag is wederom toewijsbaar vanaf de vijftiende dag na het eindvonnis omdat het verzuim niet eerder is ingetreden.
4.22.
De rechtbank zal nu ingaan op de vorderingen waarmee [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar eis heeft vermeerderd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toegezegd dat hij het bedrag van € 2.000,00 dat hij van de gemeenschappelijke rekening heeft opgenomen ten behoeve van de keuken nog aan MAZA Keukens zal betalen en dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarvan gevrijwaard kan worden. Naar aanleiding van die mededeling heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de bij eisvermeerdering primair gevorderde betaling van € 1.000,00 ingetrokken. De subsidiair bij eisvermeerdering gevorderde verklaring voor recht, te weten dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het resterende bedrag van de factuur van MAZA Keukens moet voldoen onder vrijwaring van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gehandhaafd. De rechtbank zal deze verklaring voor recht toewijzen zoals door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderd.
Overige inboedelzaken en banktegoeden
4.23.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen medegedeeld dat zij ermee instemmen dat aan ieder van partijen wordt toegedeeld de inboedelzaken (anders dan de in het voorgaande besproken zaken) die zij of hij nu onder zich heeft. Gezien de overeenstemming tussen partijen zal de rechtbank dienovereenkomstig beslissen. In dezelfde lijn zal de rechtbank, zoals door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderd, aan ieder van partijen de banktegoeden toedelen die zij onder zich hebben, zonder verrekening.
De woning
4.24.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wenst dat de woning aan een derde wordt verkocht omdat zij noch [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in staat is de woning over te nemen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] werkt daar volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet (meer) aan mee en heeft de opdracht aan de makelaar tot verkoop van de woning ingetrokken. Daarom heeft zij vorderingen ingesteld die er
– kortgezegd – toe strekken dat de gemeenschappelijke woning ook zonder medewerking van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kan worden verkocht aan een derde en dat hij moet meewerken aan de verkoop en levering op straffe van verbeurte van een dwangsom.
4.25.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wenst toedeling van (het aandeel van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in) de woning aan hem en vordert een termijn van vier maanden vanaf de vonnisdatum om te bezien of hij de woning kan overnemen. Dat is tot nu toe niet gelukt, enerzijds omdat hij sinds 1 april 2023 zelfstandig ondernemer is en de bank nog geen duidelijkheid heeft verschaft over zijn financieringsmogelijkheden en anderzijds omdat deze procedure nog gaande is en hij bij toewijzing van zijn vorderingen een deel van dat geld wil gebruiken om de overname van de woning te financieren. Als het hem niet lukt om de woning over te nemen, moet de woning aan een derde worden verkocht met verdeling tussen partijen van de overwaarde en met verrekening van de bedragen die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal hij meewerken aan de verkoop in dat geval en is een dwangsom, zoals [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert, onnodig.
4.26.
Tussen partijen is niet in geschil dat de woning aan partijen in gemeenschappelijke eigendom toebehoort. Ten aanzien van de woning is dus sprake van een eenvoudige gemeenschap die zal moeten worden verdeeld. Partijen discussiëren over de vraag of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de gelegenheid moet worden gesteld de woning over te nemen. De rechtbank overweegt dat partijen sinds 15 november 2022 niet meer samenwonen. In de periode nadien is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] er niet in geslaagd om de woning over te nemen en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening te laten ontslaan. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft nagelaten om concreet inzicht te geven in zijn huidige financieringsmogelijkheden. Van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] mocht worden verwacht, eens temeer gezien het verzoek van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om bescheiden waaruit blijkt dat hij de woning kan overnemen, dat hij daarvan een globale indicatie zou kunnen geven. Daarom is de rechtbank, met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voldoende tijd heeft gehad om een voorstel tot overname van de woning te doen of aan te tonen dat hij daartoe (in geval van toewijzing van zijn betalingsvorderingen) in staat is. Tegen die achtergrond ziet de rechtbank geen aanleiding om [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] nog vier maanden extra te gunnen om te proberen de woning over te nemen. Omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet aantoont dat hij in staat is tot overname van de woning en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen prijs stelt op toedeling van de woning, zal de rechtbank bepalen dat de woning aan een derde moet worden verkocht. Bij de mondelinge behandeling is gebleken dat partijen het erover eens zijn dat het in dat geval de bedoeling is dat de opbrengst (na aflossing van de hypotheekschuld) bij helfte tussen partijen wordt verdeeld dan wel dat zij ieder de helft van de restschuld moeten dragen. De rechtbank zal aldus beslissen.
4.27.
De rechtbank ziet in het feit dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] eerder zijn medewerking aan de verkoop van de woning heeft ontzegd door de opdracht aan de makelaar in te trekken, hetgeen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onweersproken heeft gesteld, aanleiding om vorderingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] die ertoe strekken dat de woning ook zonder zijn medewerking van kan worden verkocht (vordering VIII tot en met XI) toe te wijzen. Gelet op de toewijzing van de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onder VIII gevorderde reële executie is voor een dwangsom (een minder vergaand dwangmiddel dan reële executie) met betrekking tot het verstrekken van de opdracht tot verkoop aan de makelaar geen plaats meer. Als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] immers niet meewerkt aan het verstrekken van de opdracht aan de makelaar, kan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daar zelf toe overgaan. Een dwangsom is ook overbodig als prikkel bij het bepalen van een vraag- en laatprijs aangezien vorderingen VI en VII daarin voorzien als partijen er zelf niet uitkomen. De rechtbank zal de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde dwangsom daarom toewijzen wat betreft de medewerking van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan de verkoop en overdracht van de woning, behoudens het verstrekken van de opdracht tot verkoop en het bepalen van een vraag- en laatprijs.
De vergoedingsvordering
4.28.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert op grond van artikel 4 lid 4 van de samenlevingsovereenkomst aan dat partijen naar evenredigheid van ieders aandeel in de kosten van de gezamenlijke woning moeten bijdragen. Omdat partijen allebei voor de helft eigenaar zijn van de woning en hij niet op de hoogte is van het inkomen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gedurende de samenleving, moeten zij volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] allebei de helft van de woonlasten betalen. De woonlasten bestaan uit vier componenten: de hypotheekbetalingen (aflossingen en rente), de betalingen voor de woonverzekeringen aan ASR, de betalingen aan BSGW en de betalingen voor de levensverzekeringen aan Aegon. In totaal gaat het om een bedrag van € 71.518,02 over de periode van 17 december 2018 tot en met 15 november 2022. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat hij dit bedrag volledig heeft voldaan van zijn privérekening en vordert dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de helft, dus € 35.759,01, aan hem betaalt. Daarnaast vindt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat hij recht heeft op betaling van de helft van het bedrag van € 27.663,34, dus € 13.831,67, op grond van artikel 6 lid 4 van de samenlevingsovereenkomst omdat hij de volgende betalingen heeft gedaan:
1. de aankoopkosten van de woning d.d. 9 december 2018 ad € 10.257,34;
2. de testamentkosten d.d. 16 december 2018 ad € 1.295,00;
3. de kosten van een financieel advies d.d. 5 oktober 2018 ad € 3.730,00;
4. de aanschaf van een warmtepomp op 22 december 2021 ad € 5.000,00;
5. de verbouwingskosten bij Electro Euregio tijdens de samenleving ad € 2.316,00;
6. de aanbetaling voor nieuwe meubels d.d. 6 mei 2022 ad € 1.100,00;
7. de aanschaf van een robotmaaier op 9 mei 2019 ad € 3.965,00.
4.29.
Volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet inzichtelijk gemaakt welk deel van de gestelde woonlasten ziet op aflossing en welk deel op rente. Dat is van belang omdat partijen allebei de helft van de hypotheekaflossingen moeten betalen. Dat geldt echter niet voor de rente. De rente moet worden gerekend tot de kosten van de huishouding en daaraan moeten partijen bijdragen naar evenredigheid van hun inkomen. Nu onduidelijk is wat de verhouding tussen aflossing en rente is, moeten de gevorderde woonlasten volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden afgewezen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist bovendien dat zij niet naar evenredigheid van haar inkomen aan de huishoudelijke kosten heeft bijgedragen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert onder overlegging van de jaaropgaves van partijen van 2021 aan dat zij een derde van het gezinsinkomen heeft verdiend, terwijl zij tijdens de samenleving steeds vrijwel haar volledige inkomen op de gemeenschappelijke rekening heeft gezet. Wat betreft de overige kostenposten waarvan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vergoeding vordert, betwist [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] deze van zijn privérekening heeft betaald. De eerste drie kostenposten zijn bovendien ontstaan voorafgaand aan de samenlevingsovereenkomst en komen daarom niet voor vergoeding in aanmerking. Verder ontbreken facturen van de warmtepomp en verbouwing. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist dat deze kosten zijn gemaakt. Daarnaast heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] al € 1.100,00 van de gemeenschappelijke rekening voor de verbouwing opgenomen. De aanbetaling voor nieuwe meubels moet volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden afgewezen omdat zij toedeling van deze meubels aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert. Tot slot is de robotmaaier eigendom van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] omdat deze alleen aan hem is geleverd. De kosten daarvan kan hij daarom niet op haar verhalen, voert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan.
4.30.
De rechtbank zal eerst ingaan op de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevorderde vergoeding van de woonlasten. Uit artikel 3 lid 2 van de samenlevingsovereenkomst volgt dat partijen zich verplichten om naar evenredigheid van hun inkomen bij te dragen in de kosten van de gemeenschappelijke huishouding. De rente over de hypothecaire geldlening evenals de kosten voor verzekeringen en BSGW zijn gelet op artikel 4 lid 1 en lid 3 van de samenlevingsovereenkomst kosten van de gemeenschappelijke huishouding. Tijdens de zitting heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gesteld dat partijen een mondelinge afspraak hadden over hoeveel geld zij op de gemeenschappelijke rekening zetten, maar gesteld noch gebleken is dat partijen een afwijkende draagplicht hebben beoogd. De rechtbank kan niet vaststellen hoe hoog de inkomens van partijen waren tijdens de samenleving. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft in het geheel geen inkomensgegevens overgelegd en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] alleen de jaaropgaves van 2021, waaruit lijkt te volgen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bijna driemaal het inkomen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verdiende. Dat is onvoldoende informatie om vast te kunnen stellen hoeveel ieder van partijen in de periode van samenleving, die langer is dan alleen het kalenderjaar 2021, had moeten bijdragen. De rechtbank kan dan ook niet vaststellen of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , zoals hij stelt, teveel heeft betaald. Zelfs als de inkomensverhouding wel bekend zou zijn, is de rechtbank van oordeel dat de vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wat betreft de huishoudelijke woonlasten onvoldoende is onderbouwd. Bij de onderbouwing van zijn vordering licht [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] namelijk alleen de huishoudelijke kostenposten uit die hij vergoed wil zien. Om achteraf te berekenen wat partijen volgens artikel 3 lid 2 van de samenlevingsovereenkomst hadden moeten bijdragen, moeten echter
allehuishoudelijke kosten en wie die heeft betaald in beschouwing worden genomen. Dat heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet gedaan. De rechtbank zal zijn vordering wat betreft de huishoudelijke woonlasten dus afwijzen.
4.31.
Het resterende deel van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevorderde woonlasten ziet op de hypotheekaflossingen. Uit artikel 4 lid 4 van de samenlevingsovereenkomst volgt dat partijen moeten bijdragen in de aflossing van de hypothecaire geldlening naar evenredigheid van ieders aandeel in de eigendom van de gemeenschappelijke woning. Tussen partijen staat vast dat zij elk een gelijk aandeel in de eigendom van de woning hebben. Zij moeten dus allebei de helft van de aflossingen betalen. Na het einde van de samenlevingsovereenkomst, dus vanaf 5 oktober 2022, volgt die verplichting uit artikel 3:172 BW. Het is aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om te stellen, en in geval van gemotiveerde betwisting te bewijzen, dat hij recht heeft op betaling van het door hem gevorderde bedrag aan hypotheekaflossingen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist dat hij de hypotheekaflossingen van zijn privérekening heeft voldaan en voert aan dat uit de gestelde hypotheekbedragen niet kan worden afgeleid hoe hoog het bedrag aan aflossingen is. De stelling dat hij aflossingen van zijn privérekening heeft betaald, heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voldoende onderbouwd met een afschrijvingsoverzicht van Rabobank Telebankieren met daarin de betalingen van zijn privérekening aan Munt Hypotheken in de periode van 30 januari 2019 tot en met 28 oktober 2022. Ervan uitgaande dat wat op zijn privérekening staat van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is, blijkt immers uit dit overzicht dat hij de hypotheekaflossingen voor zijn rekening heeft genomen. Zoals overwogen, moeten partijen de hypotheekaflossingen bij helfte delen. De rechtbank kan echter niet vaststellen hoeveel de hypotheekaflossingen bedragen. De bedragen die zijn afgeschreven bestaan namelijk, zoals [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] terecht aanvoert, uit zowel rente als aflossing. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft tijdens de mondelinge behandeling aangeboden een specificatie aan te leveren van de hypotheekbetalingen die hij heeft verricht. De rechtbank zal [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de gelegenheid stellen om van de aflossingen nader bewijs aan te brengen. Daarbij merkt de rechtbank op dat uit productie 2 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] blijkt dat tot en met 29 januari 2023 een bedrag van € 15.955,77 is afgelost. De vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ziet echter op de periode waarin partijen samen de woning bewoonden, dus tot 15 november 2022. Als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] er in slaagt te bewijzen hoeveel hij van de hypothecaire geldlening heeft afgelost tijdens het samenwonen, zal zijn vergoedingsvordering worden toegewezen tot de helft van het totaalbedrag aan hypotheekaflossingen tot 15 november 2022. Als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] hier niet in slaagt, wordt zijn vordering wat betreft de aflossingen afgewezen.
4.32.
De rechtbank zal tot slot ingaan op de overige kosten waarop de vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ziet. Hierbij stelt de rechtbank voorop dat partijen op 17 december 2018 de samenlevingsovereenkomst hebben gesloten. Deze overeenkomst kan daarom niet gelden als grondslag voor de vergoeding van kosten die voordien zijn gemaakt, zoals de aankoopkosten van de woning, de testamentkosten en de kosten van de financieel adviseur. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betoogd dat partijen een gelijke draagplicht hebben ten aanzien van voormelde kosten op grond van artikel 6:10 BW en dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] hem daarom moet compenseren voor hetgeen hij méér heeft betaald dan zij. Daarvoor moet allereerst sprake zijn van een hoofdelijke verbintenis. Naar het oordeel van de rechtbank is daarvan sprake, omdat de drie facturen waarmee [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] deze posten heeft onderbouwd zijn gericht aan beide partijen en zien op kosten die naar hun aard op de samenleving tussen partijen betrekking hebben. Vervolgens moet worden vastgesteld of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , zoals hij stelt, deze facturen volledig heeft voldaan. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft dat betwist. Gelet op de betwisting van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] lag het op de weg van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om zijn stelling nader te onderbouwen. Uit de overboekingen van de aankoopkosten van de woning en de testamentkosten die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft overgelegd, blijkt namelijk niet dat deze zijn voldaan vanaf zijn privérekening. Van de kosten van de financieel adviseur is geen betaalbewijs overgelegd. De rechtbank kan dan ook niet vaststellen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] meer heeft betaald dan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Gelet hierop zal de rechtbank de vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] strekkende tot vergoeding van de helft van deze drie posten afwijzen.
4.33.
De resterende kostenposten waarvan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vergoeding vordert, zijn tijdens de samenleving ontstaan. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] legt aan dit deel van zijn vordering artikel 6 lid 4 van de samenlevingsovereenkomst ten grondslag. Daaruit volgt dat indien partijen een door hen gezamenlijk te bewonen woning in eigendom verkrijgen, de partij die uit eigen middelen meer dan zijn of haar aandeel van de koopsom en de kosten aangaande deze woning heeft betaald, voor het meerdere een vordering heeft op de andere partij ten bedrage van het nominale bedrag van het hiervoor bedoelde verschil. Naar het oordeel van de rechtbank doet de situatie waarop dit artikel ziet zich hier niet voor. De gestelde kosten zien niet op de koopsom of kosten die met de koop van een woning gepaard gaan. Het gaat volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] immers om aanschafkosten van een warmtepomp, verbouwingskosten, een aanbetaling voor nieuwe meubels en de aanschaf van een robotmaaier. Dergelijke kosten vallen onder kosten van de gemeenschappelijke huishouding in de zin van artikel 4 lid 1 van de samenlevingsovereenkomst, omdat het kosten zijn ter zake van de aanschaffing van huishoudelijke apparaten en ter meubilering en stoffering van de gemeenschappelijk bewoonde woning. Partijen hebben zich in artikel 3 lid 2 verplicht om daaraan bij te dragen naar evenredigheid van hun inkomen. Zoals overwogen, kan de rechtbank echter niet vaststellen wat tijdens de samenleving de inkomensverhouding tussen partijen was. Daar komt bij dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft betwist dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] deze kosten van zijn privérekening heeft voldaan. Gelet hierop had [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn stellingen nader moeten onderbouwen. Uit de overboekingen van de aanschafkosten van de warmtepomp, de aanbetaling voor nieuwe meubels en de aanschafkosten van de robotmaaier blijkt namelijk niet dat deze vanaf de privérekening van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn voldaan. Van de verbouwingskosten ontbreekt elke onderbouwing. Bovendien zijn van de aanschaf van de warmtepomp en de verbouwingskosten geen facturen overgelegd terwijl [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist dat deze kosten zijn gemaakt. De rechtbank kan dan ook niet vaststellen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] recht heeft op een vergoeding ter zake van deze kostenposten. Gelet hierop zal de rechtbank de vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] strekkende tot vergoeding van de helft van deze vier kostenposten (ook) afwijzen.
Overig
4.34.
Hetgeen partijen hebben aangevoerd over hiervoor niet besproken kwesties, is ofwel niet uitgemond in een vordering ofwel niet relevant in het kader van de wel ingestelde vorderingen. Daaraan gaat de rechtbank dan ook voorbij.
Verdere verloop van de procedure
4.35.
Ten aanzien van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan te leveren informatie over hoeveel hij van de hypothecaire geldlening heeft afgelost tot 15 november 2022 (rechtsoverweging 4.31.) zal hem de gelegenheid worden gegeven om een akte te nemen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zal vervolgens bij antwoordakte in de gelegenheid worden gesteld om te reageren.

5.De beslissing

De rechtbank
zowel in conventie als in reconventie
5.1.
verwijst de zaak naar de rol van
woensdag 7 februari 2024voor akte aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] over
uitsluitendhetgeen is vermeld onder rechtsoverweging 4.31., waarna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op de rol van twee weken daarna een antwoordakte kan nemen,
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.L.M. van Venrooij en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2024.
type: SV

Voetnoten

1.Zie het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 5 december 2023.
2.Zie het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 5 december 2023.
3.HR 10 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:707, r.o. 3.5.2.