In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, wordt het beroep van eisers tegen de verleende omgevingsvergunning voor het verbouwen en uitbreiden van een pand met een appartement aan de [adres 1] in [plaats] beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de belangen van eisers voldoende zijn afgewogen en verklaart het beroep ongegrond. De omgevingsvergunning was verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gennep op 10 januari 2022, en het bestreden besluit van 21 februari 2023 verklaarde het bezwaar van eisers gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond. De rechtbank behandelt het beroep op 4 juni 2024, waarbij eisers en hun gemachtigde, evenals de gemachtigde van verweerder en de vergunninghouder aanwezig zijn. De rechtbank oordeelt dat de belangen van eisers, met betrekking tot uitzicht en bezonning, voldoende zijn meegenomen in de besluitvorming. De rechtbank stelt vast dat de vergunning in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en dat de impact op de belangen van eisers niet onevenredig is. Daarnaast wordt er een verzoek om schadevergoeding behandeld wegens overschrijding van de redelijke termijn, waarbij de rechtbank oordeelt dat eisers recht hebben op een schadevergoeding van € 500,-. De rechtbank veroordeelt verweerder tot betaling van proceskosten en het griffierecht aan eisers. Het beroep tegen het bestreden besluit wordt ongegrond verklaard, en het beroep tegen het niet tijdig nemen van een dwangsombesluit wordt niet-ontvankelijk verklaard.