2.7.Een andere medisch adviseur aan de zijde van ASR, [naam medisch adviseur 2] , heeft op 15 december 2023 ook een medisch advies geschreven (productie 10 van de zijde van ASR), waarin, onder meer, het volgende wordt vermeld:
“(…)
Interpretatie beschikbare informatie, overwegingen en advies
2. Voornoemde onverwachte en overmatige slingerbeweging van de halswervelkolom gaat in beginsel gepaard met acuut optredende pijnklachten. net als een verzwikking van een enkel. En daarvan maakte betrokkene tegenover de neuroloog [naam neuroloog] ook melding: “Ter plekke nagekeken door ambu en brandweerpersoneel en nadien naar huis gegaan. Had meteen nekpijn- en rugpijnklachten ...“. De notitie van de huisarts naar aanleiding van telefonisch contact met de ambulancebroeder, maakt daar echter opvallend genoeg geen melding van, alleen van een hoofdwond: “Betrokken geweest bij auto-ongeluk, geen BWZV, zelfstandig uit de auto gekomen, ABCDE gb, top-teen gb, is alleen met voorhoofd tegen de zonneklep gekomen (...J We zien het aan, zn op su”.
3. Dat klemt te meer omdat het zicht op het beloop in de eerste fase nadien tot eind november 2021. als betrokkene door [naam neuroloog] gezien wordt, zeer summier is. Natuurarts [naam natuurarts] en fysiotherapeut [naam fysiotherapeut] refereren weliswaar aan behandeling vanaf 11 maart 2019 respectievelijk korte tijd na 18 februari 2019, vanwege klachten die bij een WAD kunnen passen. Zij deden die mededelingen echter meerdere jaren later. Ik kan er derhalve vooralsnog geen doorslaggevende betekenis aan verbinden. Uit ervaring en onderzoek is immers bekend dat latere retrospectieve mededelingen onderhavig
(kunnen) zijn aan nadelige bijwerkingen van het geheugen en aan bias, bijvoorbeeld confirmation bias.
(…)
6. In afwachting van bedoelde informatie zij alvast het volgende opgemerkt (in willekeurige volgorde):
Dat de verkalking van het ligamentum nuchae een overmatige slingerbeweging van de halswervelkolom ‘bewijst’ zoals de medisch adviseur van wederpartij de facto stelt, kan ik niet zonder meer onderschrijven. De foto waarop e.e.a. werd gezien dateert althans van meer dan tweeënhalfjaar na de onderhavige aanrijding (hetgeen veel ruimte laat voor een ontstaan door een al dan niet als zodanig (h)erkende alternatieve oorzaak/aanleiding tussendoor) en de afwijking kan ook in de voorgeschiedenis al zijn ontstaan.
(…)
Het uitblijven van herstel zou bij het ontbreken van een verklarend onderliggend substraat, kunnen wijzen op een invloed van andere factoren, bijvoorbeeld relevante pre-existentie of niet-organische factoren van bijvoorbeeld psychogene of gedragsmatige aard. Daarmee zou van een enkelvoudig en exclusief aan de aanrijding toe te schrijven beeld geen sprake zijn.
(…)”