3.1.De vrouw vordert dat de voorzieningenrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, de man veroordeelt om:
binnen twee dagen na de betekening van dit vonnis in kort geding de opdracht tot verkoop van de woning bij [naam makelaar] te [vestigingsplaats] te ondertekenen, bij gebreke waarvan dit vonnis ex artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats zal treden van de benodigde handtekening van de man onder de overeenkomst tot opdrachtverlening,
zijn medewerking te geven aan het maken van foto’s van de woning en wel binnen twee weken na een daartoe strekkend verzoek van de makelaar,
zijn medewerking te verlenen aan het in de woning toelaten van de makelaar en eventuele kopers voor bezichtiging, binnen één dag na een daartoe gedaan verzoek van de makelaar,
binnen een door de makelaar te bepalen termijn van maximaal één dag in te stemmen met een bod van een koper conform de onderstaande regeling:
Partijen zullen in overleg met de makelaar de verkoopovereenkomst aangaan met degene die de hoogste prijs biedt indien en voorzover die prijs volgens beide partijen, gezien de onroerendgoedmarkt ter plaatse en de kwaliteit van de woning, de best mogelijke prijs is. In het geval partijen het niet eens kunnen worden over de vraag of een aanbod de beste mogelijke prijs is, dan zal de makelaar die naar beste weten en kunnen bindend bepalen,
5. binnen twee dagen na ontvangst zijn medewerking te verlenen aan het tekenen van de verkoopovereenkomst bij gebreke waarvan dit vonnis ex artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats zal treden van de benodigde handtekening van de man onder de verkoopovereenkomst,
6. zijn medewerking te verlenen aan het notariële transport van de woning aan de koper, bij gebreke waarvan dit vonnis ex artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats zal treden van de benodigde handtekening van de man onder de notariële leveringsakte,
7. uiterlijk een week voor de levering van het pand aan de [adres] te [woonplaats] aan de koper(s) en indien eerder uiterlijk 15 augustus 2024 het pand aan de [adres] te [woonplaats] te verlaten en te ontruimen met al de zich daarin bevindende personen en roerende zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van de vrouw zijn, met afgifte van de sleutels en alles wat verder tot het aders behoort en het pand in behoorlijke staat op te leveren en ter algehele beschikking van de vrouw te stellen.
Ten aanzien van de vorderingen punten 2, 3 en 7 zulks op verbeurte van een dwangsom van € 500,- per overtreding en ten aanzien van punt 7 per dag met een maximum van € 20.000,- indien de man in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen, met veroordeling van de man in de kosten van dit geding.