Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 11 juni 2024 in de zaak tussen
[naam] , uit [woonplaats] , verzoeker
de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen, de burgemeester
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
-strijkzakken (al dan niet gevuld met henneptoppen en hennepgruis)
-grote tassen/zakken/dozen (al dan niet gevuld met henneptoppen en hennepgruis)
€ 1.230,- bij zich droeg tijdens de aanhouding en dat verzoeker is aangehouden op verdenking van handel in verdovende middelen, maken dat de verdovende middelen die zijn aangetroffen in de woning, bestemd waren voor de handel. De burgemeester stelt zich op het standpunt dat hij bevoegd was om de woning te sluiten, het noodzakelijk was om de woning te sluiten en dat het besluit om de woning te sluiten evenredig is. De burgemeester heeft de sluiting van de woning voor de duur van drie maanden gebaseerd op artikel 13b, eerste lid, aanhef en onder a, in samenhang gelezen met het Damoclesbeleid Sittard-Geleen 2023.
Spoedeisend belang
Toetsingskader
Is de burgemeester bevoegd om tot sluiting van de woning over te gaan?
Er is een afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt waarin is verwoord dat alles gewogen is. Tevens staat daarin vermeld dat de collega’s zagen en roken aan de geur, kleur en samenstelling dat alles hennep betrof. Middels een indicatieve MMC-test hennep, testte een monstername positief op hennep/THC.’ Dit afzonderlijke proces-verbaal is vooralsnog niet overlegd door de burgemeester. Ter zitting is besproken dat de burgemeester dit afzonderlijke proces-verbaal alsnog bij de besluitvorming kan betrekken. De voorzieningenrechter heeft op dit moment geen twijfel dat het aanvullende proces-verbaal bestaat of dat hetgeen is aangetroffen in woning van verzoeker hennep betreft. De voorzieningenrechter betrekt daarbij ook dat verzoeker, zowel tijdens de aanhouding als ter zitting, zelf heeft verklaard dat er verdovende middelen bij hem in de woning liggen/lagen.
Is de sluiting van de woning noodzakelijk?
Is de sluiting van de woning evenredig?
gerechtelijkeontbinding van de huurovereenkomst. De dagvaarding is van 11 april 2024. Ook als de woning niet wordt gesloten op grond van artikel 13b van de Opiumwet zal de verhuurder derhalve op ontbinding van de huurovereenkomst aansturen. Ter zitting is namens verzoeker gesteld dat hij “nog moet zien” dat de kantonrechter tot die ontbinding zal overgaan wanneer de woning niet wordt gesloten op grond van artikel 13b van de Opiumwet. Die enkele stelling acht de voorzieningenrechter onvoldoende voor het oordeel dat 1) de huurovereenkomst waarschijnlijk niet zal worden ontbonden door de kantonrechter of 2) die ontbinding van de huurovereenkomst een gevolg zal zijn van de sluiting van de woning. Sluiting van de woning op grond van artikel 13b van de Opiumwet kan in geval van verzoeker mogelijk wel op kortere termijn al leiden tot (buitengerechtelijke) ontbinding van de huurovereenkomst. Dat is naar het oordeel van de voorzieningenrechter wél een te verwachten direct gevolg van een sluiting van de woning dat bij de evenredigheidsbeoordeling moet worden betrokken.